zondag 10 februari 2008

een leuke ontmoeting

Onze laatste weken in Ilhéus zijn aangebroken. Zolang we onze bus nog niet verkocht hebben proberen we nog zoveel mogelijk leuke uitstapjes te maken in de omgeving. Vandaag stond Canaveiras op het programma, en vlak daarbij een natuurpark met een grot. Om acht uur zaten we dus al in de bus, om met gezwinde spoed op weg te gaan.
Maar nog geen 12 km verder, in Olivença, zagen we langs de kant van de weg een "nieuwe", interessant ogende paderia en loncheria ((bakkerij en eethuisje). We stopten de bus en ik ging op onderzoek uit. In de bakkerij bleek van een jonge duitser, die samen met zijn braziliaanse vrouw volkorenbrood, sapjes en allerhande andere lekkere broodjes verkocht. Zoals croissants en baquettes. Dat is uniek voor deze omgeving, dus haalde ik snel Rinke en de kinderen.

Na een uurtje, waarin we nog met een stel uit Sao Paulo in gesprek raakten die een jaartje in Ilheus wilden komen wonen en onze pousada een interessante optie vonden, en een poging om onze bus aan de jongelui van de padaria te slijten (wie weet!) togen we weer op weg. Maar weer een km of 20 later, (bij de afslag naar Ecopark Una) kwamen we langs een klein kraampje waar ze chipjes, koekjes en blikjes fris verkochten. Eerder waren we daar met pa en tette ook al eens geweest. Ik was toen in gesprek geraakt met de vrouw achter de kraam die een hoedje ophad, gehaakt van plastic zakjes. Omdat de familie ondertussen zat te smelten in de bus, kon ik het ingewikkelde verhaal waar haar nichtje woonde die deze hoedjes haakte, toen niet opschrijven.

Dit keer werden we meteen hun huis binnengeloodst. Er was geen ontsnappen aan hun enthousiaste gastvrijheid. Alles moesten we zien. Hun zelfgebouwde huis (van bamboestokken en golfplaat, in meerdere kamertjes verdeeld door wanden van doek. De rivier, waar Amilton, de zoon zojuist een dikke vis gevangen had in een fuik , hun fruitbomen en de geneeskrachtige kruiden tegen reuma, hoesten en hoofdpijn. In acht jaar tijd hadden ze alles zelf opgebouwd op een stukje gekraakt land vlak naast de weg. Het was duidelijk dat deze mensen voor het grootste deel zelfvoorzienend waren, en in financieel opzicht maar een zeer marginaal inkomen hadden. Maar ze waren vrolijk en goed gevoed, de fruitbomen stonden er goed bij, en ze woonden op een mooie prettige plek.

De kinderen waren helemaal weg van de kippen met kuikentjes die overal rondscharrelden, en ook de poes, en de hondjes moesten natuurlijk flink geknuffeld worden. Uit een grote tank in de schaduw haalden ze het sap van de genipapovrucht, waar we meteen ook 2 liter van meekregen (aangelengd wel goed voor zo'n zes liter(!). De genipapo hadden ze eerder geperst met een grote houten pers van eigen makelij. Het is een sterk smakende vrucht. De smaak is het best te omschrijven als een soort fruitige petroleum. Met een boel suiker en water is het best te drinken al is het wel even wennen. Het plastic hoedje moest ik ook aannemen (vond ik natuurlijk geweldig!) en ook werden we overladen met avocados.

Omdat ik verder niets had om op onze beurt cadeau te geven, en geld geven niet gepast was, haalde ik de origami maar weer van stal. Van een nieuwe kalender (het enige papier dat ze in huis hadden) vouwde ik een grote bloem, een paar kikkers en een vliegende vogel.

Het was heel gezellig. Zij vonden ons al net zo exotisch als wij hen, en de tijd vloog voorbij. Het plan Canaveiras werd verlaten. Omdat Amilton iets op moest halen in Ilhéus, en daar zijn haar wilde laten knippen en nog wat zaken, kon hij mooi met ons meerijden, en ons dan ook zelf wijzen waar de nicht van de hoedjes en tasjes woonde. En (je bent dokter of je bent het niet) we konden we dan ook mooi meteen even langs de apotheek voor wat medicijnen. Amilton had een zeer heftige malassia furfur. Een opzichzelf onschuldige huidschimmel, maar erg ontsierend. En hun buurmeisje Leila had een fiks ontstoken wond aan haar been waar de kippen af en toe even in pikten).

Nadat we met Amilton nog ergens geluncht hadden, togen we naar de nicht (Gianni) die vlak bij ons om de hoek bleek te wonen samen met haar moeder en overgrootmoeder (die misschien maar een paar jaar ouder was dan mijn eigen ouders). Gianni bleek haar hele kamer behangen te hebben met tassen en hoedjes die ze fabriceert van Colalipjes, oude plastic zakjes en telefoonkaarten, en in reepjes geschuurde lapjes op een zeer kunstige en vaardige wijze. Ik heb er meteen drie gekocht. Een voor mijn zus, een voor Anneke, en een voor mezelf. En ik heb Gianni gevraagd om er nog eentje te maken, maar voor wie dat is nog een verrassing..

Geen opmerkingen: