vrijdag 14 maart 2008

Bibberen in Bed (2)

We zijn weer terug!
We werden door Pa en Tette opgehaald van het vliegtuig, wat natuurlijk voor Jitse en Ibi één groot feest was. De gehele twee uur durende autorit bleven ze klaarwakker en kletsten aan één stuk door. De volgende dag gingen wij, met een groot stuk oude kaas en zonder de kinderen, door naar ons huis, om het te gaan herinrichten. Onze huurders waren er toen nog maar net één dag uit.. En werkelijk waar, ze hebben het keurig achtergelaten.
Bij binnenkomst bleek ons huis mooi versierd, met een slinger, een bloemenkrans, mooie tekeningen en verse bloemen! Dit door onze buurvrouw Sjitske, en haar "kleinzoon" Jason. Zij had de sleutels bekokstoofd bij mijn ouders, die daarvoor speciaal eerder naar de makelaar waren gegaan om ze op te halen en daar te brengen. Ook vonden wij in de koelkast een groot stuk superlekkere kaas, ditmaal afkomstig van míjn ouders....
Maar voordat we konden beginnen met ons werk, gingen we natuurlijk eerst nog even de nieuwe baby van Aukje en Basant bewonderen. Het kleine broertje van Rani dat zo lang op zich had laten wachten, (42 weken en drie minuten). Het was een zware bevalling geweest, maar nu waren ze gelukkig weer thuis waar je niet afhankelijk bent van de welwillendheid van verpleegsters, en niet vast hoeft te zitten aan allerlei slangen en toeters en bellen.
Ook was het eten thuis veel beter, want lekker indiaas! Dit aanbod konden wij natuurlijk niet afslaan zodat het behalve gezellig ook wat te laat werd om nog veel meubels te verslepen.

Inmiddels zit onze tweede volle dag in Nederland erop. Tussen de niesbuien van Rinke door (als je al je meubels een jaar lang in een klein kamertje stouwt worden ze toch wel wat stoffig )is het tijd voor onze eerste indrukken van Nederland.

Het is hier koud en guur en vochtig, en de bomen zijn nog kaal. En het ruikt hier anders dan in Brazilië. Hoe je het precies moet omschrijven weet ik niet. Misschien als de koele, kruidige geur van vochtig bos. Ook de geluiden zijn anders. Met name de overdaad aan zingende vogels (lente!) valt op. De koolmees hebben wij lang niet gehoord. De mensen zijn groot en wit, overwegend fors gebouwd en pafferig. Ze zijn dik ingepakt in warme jassen, handschoenen en mutsen. Desondanks vertonen ze een verbazingwekkende bijna acrobatische behendigheid als ze op de fiets tussen het verkeer doormanoevreren, met aan het stuur 2 boodschappentassen, en een kind achterop. In het straatbeeld zie je minder jeugdigen dan in Brazilie, en veel meer senioren. En het is natuurlijk vreemd om iedereen om je heen nederlands te horen praten.

Veel mensen kleden zich in donkere tinten. Zwart en donkerblauw zijn favoriet.
In de huizen en in het straatbeeld vallen op de overvloedigheid en de rijkdom. (Ik praat nu over onze reis vanaf Schiphol, en over de plaats waar wij wonen). De meeste auto's die je ziet zijn glanzend en nieuw. De wegen zijn uitstekend onderhouden. De tuintjes keurig. De huizen boordevolm geplemt met spullen (wij zijn daarin geen uitzondering). De winkeletalages zijn bijzonder rijk gevuld. De keuze aan producten in de supermarkt is bijzonder groot, en de kwaliteit ervan is schitterend.

Er wordt hier noest gebouwd en verbouwd. Ik ging vanmorgen eerst naar de apotheek, waar de dappere medewerkers tussen het geluid van zagende en borende bouwvakkers (compleet met bouwvakkersdecoletés) hun werk probeerden te doen. Als je het me in Brazilië had verteld had ik het niet geloofd! Vervolgens naar de natuurvoedingswinkel, waar ze tot mijn verbazing ook bezig bleken met een verbouwing. De winkel wordt twee keer zo groot! En op de terugweg kwam ik langs de huisarts, alwaar ook de hele boel op de schop lag, en werd verlicht door felle bouwlampen. Verder was er nog een hele nieuwe snelwegoprit, en voor ik het vergeet, onze vrienden Anneke en Martin hebben een nieuw schuurtje in hun tuin gezet. Schuurtje? Onze woning in Brazilië zou er 1,5 keer inpassen. Een kelder van 2.20 diep, en daar nog twee verdiepingen bovenop! Martin had eigenhandig aan de hele bouw meegewerkt, en heel veel zelf gedaan.Het is echt een heel mooi geworden.

En nog zoveel meer. Het is best wel een schok om hier weer te zijn. Het is spannend en leuk, maar tegelijkertijd ook heel onwerkelijk. Het is bijna niet te beseffen dat je eerst dáár was, en nu ineens hier..Op een heel andere plek in een heel ander leven. Alles zie je heel intens. Intenser zelfs dan als je het voor de eerste keer ziet, want bij alles dat je ziet moet het geverifieerd met het beeld dat in je geheugen ligt opgeslagen. Is dit nog het zelfde? Of is het veranderd? En iedere keer denk je weer mensen te herkennen. Want ze lijken allemaal een beetje op elkaar!

Nou. Mijn notebook zegt dat het 21.30 is, en dan is het dus half twee nederlands tijd. Hoogtijd om in bed te duiken. Ik hoopte nog dat Rinke het opzou warmen, maar die is van pure ellende in zijn donzen poolslaapzak tussen de narcissen op het balkon gaan slapen. Hij hoopt dat zijn slijmvliezen daardoor een beetje tot rust komen !

Nou, mij niet gezien. Gisternacht heb ik bijna niet geslapen. Behalve dat de jetlag niet meehielp, had ik het gewoon te koud. Zelfs ondanks trui sjaal en mijn nieuwe door Froukje gebreide sokken (!). Wat was het koud. Het leek wel Porto Alegre!

tshau!
Ingeborg

maandag 10 maart 2008

Gepakt

Alles ingepakt, klaar om naar het vliegveld te gaan. Een hoop spullen weggegeven, maar nog steeds ook een heleboel gewicht om te sjouwen.

En wat natuurlijk niet zo leuk is is afscheid nemen van mensen die je misschien wel nooit meer zult zien. Voor Porto Alegre hadden we dat al gedaan van Nida en Hilson, en hier moet dat nu van Margarida en Marcos, van Mattheus, Tiago en Christina, van Patricia, Martin, Penelope en Lotus, en natuurlijk van Thomas en Ana met wie we de laatste dagen heel leuk opgetrokken zijn, en die ons naar het vliegveld zullen brengen.

En ook van Ibi nemen we afscheid, want uiteindelijk heb je na een jaar zoveel spullen om weer mee te nemen, dat er voor Ibi geen plaats meer was. We hebben een mooi plekje voor haar gevonden in een rustig park, waar toch genoeg mensen langs zullen komen om zich over haar te ontfermen. Het riempje waarmee ze aan de boom vast zit is om te voorkomen dat ze rond gaat struinen en onder een auto loopt; de etens- en drinkbakjes waar ze mee zit te rommelen zijn voor het geval dat de eerstvolgende passant toch wat langer op zich laat wachten. Maar ik denk dat het wel goed komt, en dat ze daar niet al te lang zal hoeven te zitten. Voordeel is dat ze erg blond is, en dat vinden mensen hier mooi, dus ze zullen haar graag opnemen. En ze spreekt net zo goed Portugees als Nederlands, dus dat mag ook al geen beletsel zijn.

Hoewel ze het natuurlijk niet zullen en kunnen lezen, wens ik de mensen die zich over haar zullen ontfermen veel sterkte.

zondag 9 maart 2008

Afstandsbediening

In de serie "markante opmerkingen van Jitse" tekenden we het volgende gesprek op: nr 23: "de Afstandsbediening".

Jitse wil weten hoe je dood kan gaan. Ik vind het maar een rare vraag, en vraag hem wat hij nou precies bedoelt.

Jitse: "Nou, op wat voor verschillende manieren kan je dood gaan?"

Rinke: "Dat hangt er maar van af hoe je dood gaat. Als je van een heel hoog gebouw springt knal je heel hard op de grond, en dan ga je daardoor dood. Als je hoofd er af gehakt wordt, dan ga je dood omdat je geen hoofd meer hebt."

J (lachend): "He?? Kun je dan niet meer met lopen als je geen hoofd meer hebt?"

R: "Nee, dan kan je helemaal niks meer. Niet meer lopen, niet meer kijken, niet meer met je armen zwaaien, niks meer."

J: "Waarom niet dan?"

R: "Nou, omdat vanuit je hoofd alles bestuurd wordt. Als je armen bewegen, doen ze dat omdat jouw hoofd zegt: En nu gaan jullie bewegen, armen. Zonder dat kunnen je armen niet bewegen."

J: "Huh, en je benen ook niet?"

R: "Helemaal niks, je armen je benen, alles wordt bestuurd vanuit je hoofd."

Ineens gaat hem een licht op.

J: "Oooooh, als een bestuurbaarde auto. En dan is je hoofd de afstandsbediening. "

zaterdag 8 maart 2008

Patette Tatamindoe - een mysterie opgelost

Toen we een paar weken geleden de berg op terug liepen na een bezoek aan praia Jeribucaçu, hief Ibi, die op mijn rug in haar rugzak zat, een nieuwe mantra aan die we nog niet eerder van haar gehoord hadden. Met zacht doch helder stemmetje sprak ze steeds duidelijk verstaanbaar de woordjes voor zich uit, keer op keer herhaald:

Patette Tatamindoe
Patette Tatamindoe
Patette Tatamindoe
Patette Tatamindoe
Patette Tatamindoe

Sindsdien is dit hier te huize gevoegd bij het standaard repertoire van Ibi-frases waarmee we regelmatig een enthousiaste conversatie met haar aangaan. Dat gaat dan zo:

Rinke: Ibi: BEKKO BEKKO BEKKO
Ibi: BEKKO BEKKO BEKKO
R: Pietjeba, Pietjeba, Pietjeba
Ibi: NEEE! BEKKO BEKKO BEKKO

Om dat na een tijdje toch maar te laten volgen door Pietjeba pietjeba pietjeba.

Sinds die dag is dus ook Tatamindoe aan dit repertoire toegevoegd, altijd voorafgegaan door een aanduiding van een persoon. We weten niet wat het betekent. Ibi weet dat zelf waarschijnlijk ook niet (meer?), hoewel ze altijd wel heel stellig antwoord geeft.

Rinke: Ibi Tatamindoe?
Ibi: NEEE! Jisse tatamindoe?
Jitse: Ibi, mamma tatamindoe?
Ibi: Ja, mamma tatamindoe

Het mysterie is sinds kort echter opgehelderd. Jitse zat een DVD te bekijken die we al een tijdje niet meer gezien hadden, van de save-ums, z'n favoriete serie op televisie in Porto Alegre.

Een bezorgd eenogig, lichtgevend wormpje smeekte de save-ums via de videofoon om toch snel langs te komen, want ze hadden echt hulp nodig. Het blauwe visje met het gele gezicht van de save-ums stelde het wormpje gerust: Nao te preocupe, os save-ums ja ta vindu. (Maak je niet ongerust, de save-ums komen er al aan).

... ja ta vindu - snel uitgesproken, wordt... tatamindoe.

Grappig hoe zo'n zinnetje blijkbaar is blijven hangen bij Ibi, dan op een volstrekt gekke plaats en tijd ineens weer opduikt, en vervolgens een heel eigen leven gaat leiden.

We zijn nog steeds erg benieuwd wat Pietjeba nou eigenlijk betekent. Het was haar eerste echt duidelijk uitgesproken (en oneindig herhaalde) woordje

Stoer

Jitse heeft gisteravond gevochten in de kroeg, de Bar dos Banditos. Er loopt een aardige jaap over zijn neus naar rechtsonder richting zijn mondhoek, maar hij schijnt wel gewonnen te hebben. Hij beweert althans dat hij ze allemaal dood heeft gemaakt.

(zoals altijd: op foto klikken voor vergroting)

Zijn vader is trots op hem. Een waardig opvolger.

vrijdag 7 maart 2008

Nog 3 dagen

Onze laatste dagen hier in Brazilië. Tijd voor een korte balans.

Een paar dingen die we zullen missen:

  • het klimaat
  • de prachtige lokatie hier
  • de hartelijke open mensen
  • het adoreren van onze kindjes door iedereen, tot aan wildvreemden toe.


Wat dingen die we NIET zullen missen:

  • Internet dat 3 keer zo duur is als in Nederland, 4 keer zo traag als in Nederland, en 5 keer zo instabiel. Al met al is de prijs voor internet hier minstens een factor 15 duurder dan in Nederland.
  • apparaten, kabels, auto's, etc die om de haverklap stuk gaan wegens een combinatie van overal zeezout en zeewind en een volstrekt instabiel electriciteitsnet.
  • Wachten. Ingeborg heeft daar al genoeg over geschreven. Hoewel vriendelijk, zijn mensen volstrekt onverschillig en ronduit bot als je op een of andere manier van ze afhankelijk bent. Uren voor niks wachten is heel normaal, ook als dit heel makkelijk vermeden kan worden. Bij artsen hebben ze bij voorbeeld nog nooit gehoord van een afsprakensysteem - het is gewoon wie het eerst komt wie het eerst maalt, en dat is goed voor uren en uren wachten als je een dokter nodig hebt. Dit geldt voor tandartsen, docters, instanties, overheden, etc.
  • Eten. Het fruit is lekker, maar voor de rest is het vrij weinig keus en veel van het zelfde. Wij zijn er nogal op uitgekeken. En vegetarier hebben ze nog nooit van gehoord: als je iets zonder vlees vraagt komen ze aanzetten met ham of kip. Ik verkeerde altijd in de veronderstelling dat ham een specifiek soort vlees van een varken is, en kip vlees van een specifiek soort vogel, maar hier schijnt dat om mij duistere redenen anders te werken.
  • Muggen. Het is hier vergeven van die ***beesten.


Dingen waar we NIET naar uitzien in Nederland:

  • chagrijnige koppen op straat, in OV, in openbare gebouwen.
  • kou en rotweer.
  • overgereguleerdheid. Iets in mij verzet zich altijd uit alle macht tegen de wetenschap dat je in Nederland je eigen huis niet blauw mag verven als je dat goeddunkt.
  • Moeilijk doen. In Nederland moet je niet proberen om op een terras vanaf één en hetzelfde tafeltje een hapje van de ene tent te bestellen, en een drankje van de andere uitbater. Hier doen ze daar totaal niet moelijk over.
  • Materialisme. Het is onvoorstelbaar hoe weinig commercieel ze hier in de cabana bij voorbeeld zijn. Vergeleken met hier is de maatschappij in Nederland vergeven van de dikke materialistische geldwolven. Die totaal oncommerciële houding heeft natuurlijk z'n nadelen, maar veel charme heeft het ook.
  • En, wat mij betreft het akeligste aspect van Nederland tegenwoordig: de intolerantie en haatsfeer die er op dit moment heerst in het publieke debat in Nederland ten aanzien van buitenlanders. Dat valt vooral op als je zelf buitenlander bent in een ander land; ik ben blij dat ze in Brazilië wat dat aangaat lang niet zo ver afgegleden zijn als in Nederland.


Dingen waar we WEL naar uitzien in Nederland:

  • weerzien van familie en vrienden.
  • kaas.
  • De uitbundigheid van het voorjaar. Hier in Bahia zijn er geen seizoenen, dus ook geen losbarstend leven in het voorjaar.

donderdag 6 maart 2008

Het kabelspook

Mensen die mij een beetje kennen weten dat ik helemaal niets moet hebben van alles wat neigt naar paranormale verschijnselen, alternatieve geneeswijzen en andere kwesties waarbij er verondersteld wordt dat er "meer" is.

In Brazilië ligt dat natuurlijk anders. In dit land gelooft vrijwel iedereen wel in iets bizars als geesten, genezen op afstand, de kracht van gekleurde onderbroeken of andere onverklaarbaarheden. Nou doen ze daar eigenlijk niet werkelijk in onder voor de Nederlanders, want daar is meer dan de helft ietsist en gelooft in astrologie of homeopathie, of gelooft dat zij nou net wel die postcodeloterijhoofdprijs kunnen winnen.

Hier in Brazilië neemt dat echter andere vormen aan. Hier wordt je bij voorbeeld altijd gewaarschuwd als je alleen een paadje in de rimboe wilt verkennen - laatst ook toen ik met Martin op pad ging om die waterval da usina op te zoeken: niet doen, gevaarlijk.
Waarom dan?
Overvallen, zeggen ze dan, maar ik verdenk ze er van dat ze stiekem meer bang zijn voor de geesten die op zo'n paadje rondhangen, dan dat ze werkelijk geloven dat er rovers zijn die zo stom zijn om een wekenlang te gaan wachten langs een pad waar bijna nooit iemand komt. Het pad wat we laatst opliepen had een gastenboek, en daaruit bleek dat de vorige bezoekers drie maanden geleden waren geweest, en dat was dan nog met gids die de geesten kon verdrijven! Hoewel dat wel zou verklaren waarom ze geloven dat er geesten rondhangen bij zo'n paadje - dat zijn natuurlijk verhongerde rovers die tevergeefs wachtten op de volgende argeloze passant om te beroven.

Maar dat was toen. Want een land als Brazilië verandert je. Nu ben ik ook bijgelovig geworden. De oordoppenentiteit deed me al twijfelen, maar het kabelspook heeft me overtuigd: er is toch "meer", en één specifiek exemplaar van dat "meer" huist hier in en rond ons huis om ons plaagstootjes te geven.

De oordoppenentiteit sloeg een paar weken terug toe, ten tijde van mevrouw Dreun. Ik had mijn oordoppen in halfslaap onder het kussen gelegd, maar bij het ontwaken lag er nog maar één. De andere was spoorloos. Hele bed over de kop, alle beddegoed er uit (moest toch gewassen), maar... spoorloos.

Uiteindelijk tien keer de kamer afgezocht, tien keer alle beddegoed omgekeerd, niets te vinden. Ik werd er echt heel gefrustreerd van, vloekte en tierde.

Maar wat lag er pontificaal op de drempel van de slaapkamer, alsof het er neergelegd was, toen ik terug kwam van het doen van de was?? Juist.


Kun je dit nog afdoen als "niet goed gekeken misschien" (ik had wél goed gekeken), het kabelspook heeft me echt overtuigd. Het kabelspook sloeg gister en eergister toe. Er is één inkomende kabel voor internet. Dit wordt via een zogenaamde switch in tweeën verdeeld, zodat onze twee laptops aangesloten kunnen worden en ik kan werken en Ingeborg tegelijk met haar hobby (=internetten) bezig kan. Daarvoor hebben we twee kabels, een blauwe voor de ene, een grijze voor de andere computer.

De blauwe kabel was al een tijdje kapot. Dus die laten repareren. Ingeborg kwam er mee terug: Die man zei dat hij niet goed verbonden was, heeft twee draadjes omgedraaid, en nu moet hij het doen. Ik proberen: werkelijk helemaal niets doet het meer. De blauwe kabel doet het nog steeds niet, de grijze kabel doet het ook niet meer - terwijl hij het de hele dag gedaan had. Het enige wat nog werkt is de moederkabel die de switch in gaat, maar dat is lastig, want die steekt nog geen meter uit de muur, dus moet je vlak tegen de muur gaan zitten - en bovendien kun je niet meer tegelijk internetten, en ook niet meer bestanden van de ene naar de andere computer kopieren.

De volgende dag ging Ingeborg terug naar die winkel om alle kabels nog eens te laten controleren. Ondertussen vond het kabelspook dat we nog meer gepest moesten worden: ook de moederkabel die uit de muur komt deed het nu niet meer. Die komt bij de buren (Marcos en Margarida) het huis in. Marcos heeft drie maal achter elkaar gepoogd om alles daar opnieuw te connecteren, en elke keer werkte het welliefst een halve minuut, om daarna weer helemaal er mee op te houden. Hopeloos.

Ik zat me al te bedenken wat we nu verder moesten doen. De kabels allemaal op een hoop leggen, en dan drie maal linksom er om heen dansen, en vijf maal rechtsom? En dat dansen moet dan natuurlijk naakt, ingesmeerd met houtskool en rode aarde? Een vuurtje er bij stoken, wierook branden, en gezamelijk prevelen: "Kabelspook, verlaat onze kabels... Kabelspook, verlaat onze kabels"?? De kabels overgieten met een kruidenbrouwsel gestookt van inheemse planten gemengd met krabbenpoep en leguanentranen?

Maar toen lukte het Marcos blijkbaar, want ineens deed de moederkabel het weer. En vervolgens kwam Ingeborg thuis met onze eigen kabels: "De man heeft alles getest: die grijze doet het gewoon, en die blauwe was misschien kapot vlak bij het eind. Hij heeft er een stukje afgeknipt, en de plug er opnieuw aangezet.". Inderdaad deed de blauwe het weer. En de grijze ook weer.

Dat van die blauwe is prima logisch te verklaren. Dat die grijze het uit solidariteit met de blauwe ook een hele dag niet deed - terwijl er niets aan dat ding veranderd was, en het daarna tegelijk met die blauwe weer wel deed - is op geen enkele manier logisch te verklaren. Behalve dan door het kabelspook.

woensdag 5 maart 2008

bus verkocht

We hadden al zó vaak afscheid genomen van de bus, zo vaak de kinderzitjes en alles eruit gesloopt, de bus gewassen en er voor het laatst ermee gereden dat we er eigenlijk niet meer in geloofden. Maar nu kijk ik vanuit mijn hangmatje dan toch uit over een leeg plein en staat onze bus bij de autodealer. De sleutels zijn ingeleverd, het geld is ontvangen en over dik vier dagen stappen we op het vliegtuig naar Nederland...

Kopje onder


Op een dag ging ik met Jitse surfen. We doen dat de laatste tijd wel vaker, en hij vindt dat heel spannend en stoer. We hebben een stevig piepschuimen surfboard, wat ongeveer 1 meter lang is en 50 cm breed. Hij past er dus prima op.

Nou zijn de golven hier aan de kust af en toe wel wat ruig - rechtstreeks vanuit de atlantische oceaan rollen ze hier de kust op. Wat we dan doen is een stukje de zee in lopen, waarbij ik hem aan de lijn die aan de surfplank zit voorttrek. Als het me te ruig wordt met de branding en er een mooie golf aankomt, geef ik hem een duwtje mee, en surft hij zo vijftig, zestig meter mee op een golf, liggend op z'n plankje, met een rotgang naar het strand.

Die dag hadden we al een paar keer een mooie golf gehad, maar ineens kwam er een joekel van een golf aan die bijna twee maal zo hoog was als de normale golven van die dag, en die mij compleet over de kop sloeg. De lijn van de surfplank werd uit m'n handen gerukt. Toen ik even later weer boven kwam temidden van schuimend water, zag ik in de verte het lege surfplankje op de kop van de golf verder richting strand spoeden. Van Jitse geen spoor. Behalve dan het zwembandje dat van zijn arm afgerukt was en wat verloren wat achter de golf aan dobberde.

Verwilderd keek ik om me heen naar een spoor van Jitse. Gelukkig kwam hij tien seconden later weer boven, een meter of tien verderop. Met nog één zwembandje om zijn arm.

Hij zei heel nuchter: "Ik vond het wel wat eng, maar ik heb gewoon met mijn voetjes getrappeld totdat ik weer boven kwam."

En de volgende dag wilde hij gewoon enthousiast weer surfen.

De pofmais-tafels

Een paar weken geleden had ik Martin verteld dat als hij echt serieus wilde leren lezen, hij het beste kon beginnen met gewoon zichzelf te oefenen. "Begin nu eens met het lezen van alle uithangborden en opschriften op winkels om je heen",zei ik.

En zowaar, toen we hem afgelopen zaterdag oppikten uit de stad was hij hier mee begonnen en kon er haast niet meer mee stoppen. Alles liep hij uit te spellen toen we naar de bus liepen. Ook Jitse begon hierdoor enthousiast te worden, en want die herkent ook al ruim 20 letters, alhoewel hij er verder nog niet veel van begrijpt.
Ik heb Martin een flink compliment gegeven, want hij was al een heel stuk sneller dan voorheen.

Vervolgens heb ik vanmorgen ook een aanzetje gegeven voor het rekenen. Van getallen bakt hij namelijk ook niets. Hij heeft weinig benul van hoeveelheden, of een getal groter is of kleiner dan een ander. Hoe je iets uitrekent...
Dus eerst maar eens verteld over de tafels. En dat de eerste stap is om die helemaal uit je hoofd te leren. Met behulp van pofmaiskorrels (iedere keer 7 erbij leggen en verder tellen) heeft hij zelf de tafel van 7 opgeschreven. Dat tien keer zeven uitkomt op zeventig, en honderd keer zeven, zevenhonderd was voor hem een openbaring.

Of hij hier nu mee verder gaat? Ik denk dat het nog even moet sudderen. Dat hij het voordeel van kunnen rekenen nog moet beseffen. En voor hoé hij iets uit zijn hoofd kan leren is het denk ik ook nuttig om hem wat op weg te helpen met een paar methodes daarvoor.

maandag 3 maart 2008

vandaag!

Over het gedonder met de verkoop van de combi had ik al een week geleden een stukje geschreven, maar het was nog niet geplaatst.

Vervolgens was 'alles' in kannen en kruiken op dinsdag, kom ik bij de "vistoria" (die controleren of de auto wel dezelfde auto is als op de papieren staat), beginnen ze vervelend te doen over onze mooie kistbank.

"Er staat hier dat het een combi voor 9 personen betreft".
"Ja, op deze kist kunnen er drie zitten. Kijk maar, 2 kinderzitjes met gordels, en nog een derde gordel. Dan nog drie op de bank en drie voorin."
"Ja, maar deze kist is niet de originele bank. Je moet de originele bank erin zetten,anders is het illegaal."
"Ja maar op die bank wipten de kinderzitjes zo heen en weer dat het gevaarlijk was. De hoofdjes schudden zó heen en weer."
"Maakt niet uit, dan moet je maar even ergens een bank lenen, die erin zetten en dan hier weer terugkomen. Daarna kun je de kist weer terugzetten..."

Nadat dit alles was opgelost, toog ik de volgende ochtend vol verwachting naar de autodealer. De bus gewassen. De kinderzitjes er weer uit...

Maar ik kon weer gaan, want er bleek nog een papier te moeten komen. Op maandag..


Vandaag is het maandag. Vandaag zal dan dus eindelijk alles worden opgelost ...

Margarida vertelt mij dat zij al meer dan een jaar wachten op de aanleg van de waterleiding, dat haar tandarts na betaling voor haar nieuwe gebit bedacht dat hij meer kon verdienen met herbalife, zijn praktijk neerlegde, en dat zij naar haar geld (en behandeling) kon fluiten, en dat ze al meer dan 20 jaar wachten op de afronding van de zaak van de gemeentebus die tegen de vrachtwagen van haar ex-man was aangereden met de dood van zijn neef ten gevolge...

Ik begin hem wel een beetje te knijpen, of straks Rinke en de kindertjes alleen moeten terugvliegen, en ik mijn vlucht moet verzetten.

En nu begint Rinke ook nog over 11 maart, verhoogde aanslaggevoeligheid en Geert Wilders...

Zucht.

zaterdag 1 maart 2008

Paleontoloog in de dop

Jitse: Mensen worden geboren door hun pappa en mamma, en die pappa en mamma worden weer geboren door hun pappa en mamma. Maar hoe zijn die mensen geboren die helemaal daar voor waren, aan het begin? Hadden die geen pappa en mamma?

Ik vertel Jitse dat dat een hele slimme vraag is, en dat veel mensen zich dat net als hij al afgevraagd hebben. Ik vertel hem dat veel mensen geloven dat die eerste mensen door een grote meneer gemaakt zijn die ze "God" noemen, maar dat andere mensen bedacht hebben dat er eerst aapjes waren, en dat hun kindjes en de kindjes daarvan steeds meer op mensen gingen lijken. En dat er voor die mensen dus aapjes waren.

Jitse weer: Maar wat was er daarvoor dan? Waardoor werden die eerste aapjes dan geboren?

Ik leg hem uit dat er voor die aapjes ook weer dieren waren, en daarvoor ook weer, en daarvoor ook weer. Hij wil ook nog weten hoe het allereerste dier dan is "geboren", maar dat vind ik toch wel wat erg moeilijk worden om uit te leggen. Ik vertel hem dat mensen dat allemaal nog niet precies weten, maar dat hij als hij straks naar school gaat daar vast ook wel meer over te horen zal krijgen.

Vervolgens wil hij nog weten hoe de school dat allemaal weet, en ik vertel hem dus nog maar wat over mensen die dit helemaal uitgezocht hebben, en over fossielen.

Iedere ouder vindt z'n kind natuurlijk de geweldigste van de wereld, maar ik vind dit toch wel heel slimme vragen en heel diep doordenken voor een kind van nog geen vijf jaar oud. Ingeborg merkt nog op dat zij de vraag "hoe kan er iets ontstaan zijn uit niets" pas bedacht toen ze zestien was.