woensdag 30 oktober 2024

Ganzencrisis


 

Ibi heeft tijdens ons  bezoek aan vissersdorp op palen Ko Panyi een witte knuffelgans gekocht. Sindsdien is het allemaal gedoe op onze reis. 

Die gans veroorzaakt veel overlast: hij poept overal en vooral op mijn gezicht, en gister plensde het de halve dag enorm. Iedereen weet dat ganzen van regen houden, dus het was gans z'n schuld. Als we een verblijf voor de nacht huren met bedden voor twee personen, dan neemt die gans zoveel bedruimte in dat er niet genoeg bedden zijn voor iedereen. Gans heeft ook nog eens geen manieren. 

Daarom wilde ik, Rinke, graag een ganzencrisis uitroepen, en ik eiste dat ik de enige was die erover mocht beslissen wat er met de gans zou gebeuren, zonder dat Ibrich en Ingeborg daar iets over te zeggen hadden. Er was immers een noodsituatie, dus de enige manier om dat op te lossen waren noodmaatregelen die alleen door mij besloten zouden worden. 

Helaas ging de rest daar niet in mee. Ik heb nog overwogen om de hele reis daarvoor af te breken, maar vervolgens heb ik toch maar toegegeven. Samen met Ingeborg vorm ik de meerderheid, en we hebben tot ongenoegen van Ibrich nu toch een mooi pakket aan maatregelen bedacht om de toestroom van ganzen in ons gezin tegen te gaan, want de overlast is echt enorm. 

  • Gans moet eerst in de noodopvang in de kofferbak van de auto voor een week, voordat gans in de normale ruimtes van de auto mag. We leggen gans dan bij elke stop in een ander stukje van de kofferbak.
  • We willen op de achterklep van de auto een boodschap speciaal voor gans plaatsen: "hier proberen we jou op te laten hoepelen, Gans!"
  • We gaan bekijken of delen van dat vissersdorp Ko Panyi misschien toch geschikt zijn om gans daar naar terug te sturen. We hebben gans al een paar maal gesommeerd daarheen te vertrekken, maar gans weigert botweg.
  • Elke drie dagen gaan we opnieuw bekijken of gans wel bij ons mag blijven. We doen niet meer aan permanente ganzentoestemming.
  • Gans moet achteraan in de rij sluiten bij verdeling van bedden als we ergens in een hostel aankomen.
  • De familie van gans mag niet bij ons in het gezin komen. Ook de partner van gans is niet welkom, want ganzen zijn natuurlijk niet getrouwd. 

Ik moet eerlijk toegeven dat ik nogal heb zitten te drenzen om deze maatregelen erdoor te krijgen. Elke vijf minuten begon ik weer over de problemen die gans veroorzaakte, zodat uiteindelijk iedereen nu wel een ganzencrisis ervaart.
 
Gelukkig hebben we nu de strengste ganzenmaatregelen ooit. Nu moet het goed komen.



dinsdag 29 oktober 2024

Infantiele onnozelaars in de jungle


 Het grote nadeel van heel toeristische gebieden in niet-westerse landen is nog niet eens zozeer de mensenmassa's; het is hier laagseizoen, dus dat valt allemaal reuze mee. In de eetgelegenheden zijn wij altijd de enige buitenlanders, en alleen in de ultieme trekpleisters van het toeristendom zien we af en toe wat buitenlanders. 

Dat je als een wandelende zak geld gezien wordt is ook nog tot daar aan toe. Geef ze eens ongelijk. En, het moet gezegd: dat valt hier ook nog reuze mee. En het is ook niet dat je als een irritante overlastgever gezien wordt - als dat hier al zo is laten ze daar echt helemaal niets van merken. De Thai zijn vooral bescheiden en altijd vriendelijk en behulpzaam. Als je de weg ergens niet weet staat er zomaar iemand klaar om voor je uit te gaan rijden tot je er bent, is ons nu al meermalen overkomen. 

Nee, het grote nadeel is dat je als volkomen handelingsonbekwaam wordt beschouwd; als een infantiele onnozelaar die in zeven sloten tegelijk loopt zodra die even uit het oog verloren wordt. 

Thuis hebben we vijf kano's; dus wij wilden hier kanoen, op de Khao Sok rivier. Om een indruk te geven: een rivier van een meter of tien breed, redelijk snel stromend, door de jungle, erg vergelijkbaar met de Ardeche in Frankrijk qua niveau. Je kunt hier volop tours huren om te kanoen. Dat houdt dan in: jij zit in een tweepersoonskano op je kont en doet helemaal niets, en een Thaise gids peddelt je door de rivier. Na een stukje van vier kilometer - wat op een snelstromende rivier als deze in een vloek en een scheet voorbij is - mag je er dan weer uit. 

Ik snap het ook wel: het is gewoon echt waar dat als je in zulk soort toeristenoorden mensen zelf laat peddelen, dat er dan dagelijks lui omslaan en half verzuipen, en dat je minstens drie maal per week met heli's het oerwoud in moet omdat sufferds het eindpunt gemist hebben en doorgegaan zijn tot in de ondoordringbare jungle. Begrijpelijk dus, maar wij gaan er niet in mee. Misschien als ik straks 90 ben, dat ik me dan door een gids laat bepeddelen. 

Dus ging ik in onderhandeling. Het bleek al snel dat zonder gids kanoen er echt niet inzat. Maar alleen in een kano en zelf peddelen, daar viel dan bij een enkele operator over te praten. Maar het bleef bij dat miezerige stukje van 4 km - want meer dan vier kilometer peddelen, dan raken toeristen uitgeput en dat kan natuurlijk niet. 

Gelukkig had ik op de camping waar we niet staan, maar waar we even waren kijken, een stel kano's zien liggen. Na wat onderhandelen wisten we de mensen er dan toch van te overtuigen dat we echt wel weten hoe een kano bestuurd moet worden. De deal was dus: met gids, maar wel elk in een eigen eenpersoons kano. 

En het moet gezegd: het was een succes. Gids Noi was met mij betreft niet nodig geweest, maar hij was er nu toch en het was een vriendelijke en bescheiden man, die best in was voor een avontuur. Op zeker moment gingen we een zijriviertje op en ik stelde voor om voorbij een watervalletje verder te verkennen, en daar was hij helemaal voor in. Ook was hij best onder de indruk van Ibi's capriolen in een liaan, en al met al heeft de man volgens mij ook een prima tijd gehad. Wijzelf ook: het was een best lang genoeg stuk van 12 km, over een vrij snel stromende rivier, die op enkele plekken zelfs wel even wat spannend was, tussen de takken van omgevallen bomen door. 

Aan het eind stopten we onder een brug, moesten we de kano met Noi omhoog sjorren over het betonnen talud van de brug, en daar stond z'n zus dan klaar met een pickup waar de kano's achterin gingen. Eigenlijk precies zo zoals we het thuis ook vaak doen op de Hunze en de Regge, alleen nu in een tropisch oerwoud met slangen en apen in de bomen om de rivier. 




Nagekomen bericht: eitjes koken in de hotspring





In Phuket hadden we voor een paar dagen een auto gehuurd en daarmee gingen we op avontuur. Na een nogal geijkt standaard toeristentripje op een meer met spectaculaire als tanden uit het water omhoogstekende rotsen  hadden we onze buik vol van door een gids ergens heen gekanoed worden dus lieten we ons leiden waar de weg ons bracht. Uiteraard had Rinke hier ook een hand in. We bezochten een hangende brug over een prachtig rode rivierkloof naast een enorm gouden boeddha beeld, en later passeerden we op de weg een bordje  “hotsprink”. Dus die weg ingeslagen maar vervolgens was er geen teken van enige hotspring te vinden dus wat jongens op een scooter gevraagd die even bij een restaurantje gestopt waren. De jongens waren echter birmezen die in zelfgekozen ballingschap in thailand waren vanwege het geweld in hun land. Zij kenden de hotspring ook niet maar de uitbaatster van het tentje gaf hen wat aanwijzingen en ze boden aan om ons vooruit te gaan Uiteindelijk kwamen we, flink een stukje verder aan op een parkeerplaatsje met een klein restaurantje een stalletje met chips etc. De birmezen wilden ze van ons geen drankje accepteren maar verrasten ons met een mandje met eitjes die ze van dat stalletje voor ons kochten om te koken in de hotspring.  

maandag 28 oktober 2024

Anders







 We zijn nu 10 dagen  in Thailand en voor het eerst in Azie. De vegetatie is hier tropisch en sommige bomen en planten komen ons bekend voor van onze tijd in latijns Amerika. Maar qua cultuur, bebouwing, verkeer en eten is het heel erg anders. 

Mensen zijn erg vriendelijk en behulpzaam op een afwachtende beleefde manier. Als je met iemand oogcontact hebt en naar ze lacht krijg je een volle glimlach terug. Begroeten gebeurt met een “Wai”. Je brengt je handen samengevouwen naar je neus en maakt een korte buiging met je hoofd. 


Bebouwing. Je ziet veel puntige daken en kleine altaartjes in de tuin. Ook veel boedhistische tempels en bogen. Over de straat zijn in elke stad wel een versierde boog met daarop grote portretten van de koning in vol ornaat met veel goud en glitter. Ook rode tinten zijn geliefd. 

In Phuket was het heel druk en was het verkeer echt even wennen met smalle kronkelende straten, veel kuilen en verkeer dat zich gedraagt alsof de middenstreep slechts een goed advies is.. Daarbij moet je dan nog optellen  de kleine brommertjes die overal zwaar bepakt (met mensen ) tussen doorschieten.. Op de meesten zit een heel gezin. De benjamin van soms nog maar een jaar oud geklemd tussen stuur en vader of moeder.  B vertelde dat hij record van 6 mensen op een brommer had gezien. 

Dan zijn er nog veel brommers met een zijspan in de vorm van een grote bak die vaak mensen vervoeren of dienen om koopwaar aan de man te brengen. 

En tijdens het rijden zaten we ook ineens achter een olifant die in een laadbak stond. 

Het eten. Er zijn veel stalletjes die noodels verkopen in verschillende soorten en maten. Je kunt dan ook kiezen wat je erbij wilt. Stukjes vlees of paddenstoelen, groente of ei. Ook worden er gestoomde pakketjes verkocht van kleefrijst of ander zoet spul gevouwen in bananenbladeren. Je krijgt er dan een soort siroop of vruchtjes bij. Of een soort kastanjes met vochtige zoete geraspte kokos. 

Vaak kun je kiezen uit vele soorten scherpe saus. Wij zijn wat dat betreft nog niet heel dapper geweest.

Het is hier ook een echt plastic land. Letterlijk alles wat je koopt zit in plastic en dan komt er als je niet snel bent ook nog een plastic zakje omheen. Dus dan krijg je bijvoorbeeld een plastic beker met mooie bolle deksel met rietje en dat alles in een plastic tasje dat precies om 1 beker past. 

Het plastic hier is ook nog eens van vooroorlogse kwaliteit. Veel dikker en zwaarder. Om verpakkingen open te krijgen heb je eigenlijk een schaartje of een mes nodig. 

Maar gelukkig hebben wij, net als de apen hier die zich hebben gespecialiseerd in het openen van vuilniszakken ook hoektanden.. 


zondag 27 oktober 2024

Vliegwinkel sucks!

 Eergisteren kwamen we erachter dat onze vlucht naar Brisbane was gewijzigd, ipv 13 uur in transit worden het nu 37 (!) . Dit zou betekenen dat we een dag later, op zaterdag pas in Brisbane zouden arriveren maar dit zou weer betekenen dat we dan in het weekend aan zouden komen. Het plan om de auto van Jitse en Ene in onze naam te registreren op vrijdag en er vervolgens in het weekend mee te kunnen rijden was dan onmogelijk. 

Vliegwinkel  was totaal onbehulpzaam en ik kreeg geen mens te spreken. De experts zouden over max 48 uur wel contact opnemen maar dat is nooit gebeurd. Kwalijk vindt ik dat. 

Uiteindelijk mbv F zelf contact opgenomen met China Southern Airlines. De 24 uur extra overstaptijd was niet te verkorten en op de 30-e was er plaats meer dus de enige mogelijkheid is om twee dagen eerder dan gepland uit Thailand te vertrekken zodat we nu juist een dag eerder in Australie aankomen. Dit laatste is gezien de auto eigenlijk wel handig want er zijn toch een aantal dingetjes die gerepareerd moeten voordat ie door de keuring komt. 

Hopelijk mogen we in Guangzho wel van het vliegveld af, en krijgen we accomodatie voor rekening van de airline. 




zaterdag 26 oktober 2024

Drie anafalbeten in het land Siam


We rijden dan sinds gistermiddag door Thailand, na een verblijf van een dag of vijf bij B. en F. in huis. B. wist nog een adresje waar we goedkoop een auto konden huren dus zo gezegd zo gedaan. Op naar Khao Sok. 

Dat is een nationaal park zo'n 120 km noordelijker, waar in een oerwoud een enorm stuwmeer ligt met grillige rotswanden als oevers. Of we bij dat meer komen weet ik niet; je kunt daar voor een vermogen een drijvende lodge op het water huren, maar het kost je alleen al twee uur om daar te komen, en bovendien - wat moet je dan als je daar op het water in een huisje drijft? Zeker gezien het weer: elke dag redelijk zwaar bewolkt, af en toe zon, maar ook dagelijks vooral in de middag stevige plensbuien. 

Dus wij zitten nu aan de Khao Sok rivier ten zuiden van het nationaal park. Dat is ook weer een zeer toeristisch dorp, met allemaal veganistische restaurants, toeristenwinkels en massagesalons. En natuurlijk op elke straathoek een soort van hotel, en tussen die straathoeken in natuurlijk ook nog. Wij zitten wat van het centrum af in een flinke hut die op een stevige paal staat, de "bamboo house", voor een heel schappelijke prijs van zo'n 20 euro per nacht. 

Dat rijden door Thailand is een vak apart. Allereerst omdat ze hier links rijden, dus dat is heel erg wennen. Als je niet oppast steek je de spookrijdersbaan in na een stoplicht of een bocht. Gelukkig was het onderweg naar Khao Sok erg rustig op de weg. 

Daarnaast is het lastig omdat veel borden enkel in het Thaise schrift zijn, en daar is helemaal NIETS van te snappen. Je waant je dus een complete anafalbeet, en dat is best lastig voor zo'n omhooggevallen intellectueel als ik. Gelukkig hebben ze bij veel verkeersborden een onderschrift in het engels in normale letters toegevoegd, maar naarmate je meer in de rimboe komt, wordt het gehalte aan engels onder de borden steeds minder. 

woensdag 23 oktober 2024

Thailand



We zitten nu al een aantal dagen in Phuket, Thailand, bij B. en F. in huis. B. is een Canadees, F. is Chinese. Ze zijn een net gepensioneerd stel die jarenlang overal op de wereld voor een internationale organisatie gewerkt hebben.  

Thailand komt bijna buitenaards over op mij. Het is een land waar eens in de paar jaar een staatsgreep plaatsvindt, en waar ze dan net doen of ze democratisch zijn, maar waar eigenlijk toch steeds de militairen de echte lakens uitdelen. Het is een koninkrijk waar de koning zelf een soort van heiligenstatus heeft, en ik zal daar verder niet veel over zeggen want kritiek op de koning is een misdrijf wat je jaren de bak in kan doen draaien.  

Voor de Tweede Wereldoorlog heette het land nog Siam. Het is een van de weinige niet-westerse landen op de wereld die nooit gekoloniseerd zijn geweest. Toch is de invloed van het Westen de laatste eeuwen erg groot. Eerst dankzij veel bloeiende handel en een slim tegen elkaar uitspelen van wereldmachten; na de Tweede Wereldoorlog vooral vanwege toerisme. De massaal aangehangen religie is Boedhisme, wat betekent dat Thai uiterst tolerant staan tegenover allerlei buitenlandse strapatsen die met die toeristen meekomen. 

Phuket is een hypertoeristisch gebied waar B. en F. wonen. Wat vooral opvalt is de chaotische mix tussen westerse invloeden en toerisme enerzijds, en traditionele Boedhistische en Chinese invloeden anderzijds. Het straatbeeld is ook erg chaotisch, ook al omdat er nauwelijks rechte straten lijken te bestaan. In landen als Mexico heb je toch vaak een rechthoekig netwerk van haaks op elkaar staande rechte straten; hier is dat totaal niet het geval want elke straat of weg is heel bochtig, waardoor je binnen de kortste keren je orientatievermogen flink kwijt bent. Of dat typisch is voor het eiland Phuket of voor heel Thailand weet ik niet. 

Het is hier behoorlijk warm met een zeer krachtige zon, maar te warm is het nou ook weer niet. Zo rond de 30 graden meestal. Wel hoge luchtvochtigheid. Het afgelopen weekend heel veel zware regen, daarna zonnig. De plantengroei is uitbundig en tropisch, hoewel er hier op het eiland Phuket op zeeniveau nauwelijks een uithoek te vinden is die nog in natuurlijke staat verkeerd - op wat mangroves in het oosten van het eiland na. Toch hebben ze het wel goed georganiseerd, want boven de 62 meter boven zeeniveau is bouwen verboden, waardoor de vele heuvels wel bebost blijven. Verder is het hier vooral veel stranden, terwijl de zee tussen eiland Phuket en het vaste land zich kenmerkt door bizar gevormde kalksteenrotsen en pilaren die recht oprijzen uit een knallend blauwe zee. Dat gebied gaan we later nog naar toe - het is wereldberoemd maar ook heel erg toeristisch. 

We zijn hier zo'n twee weken; daarna gaan we door naar eindbestemming Australie. 

zaterdag 19 oktober 2024

Oerwoud, apen en rose passen in Malaysia



 Eerst maar even een infodump: We zitten nu in Malaysia (Maleisie), Port Dickson. We zouden Jitse en vriendin Ene bezoeken die een jaar in Australie zitten, maar door onvoorziene omstandigheden kwam Jitse eerder terug naar Nederland, terwijl wij alles al geboekt hadden. We hebben hem vijf dagen kunnen zien thuis, voordat we vertrokken naar de leemte die hij had achtergelaten in Australie. 

Omdat de eerste overstappen in Malaysia was  had Ingeborg gedacht om daar een aantal dagen bij te komen van de jetlag. Echter, met een warrig hoofd gaat niet alles van een leien dakje, dus ging er een en ander mis op de reis. We bleken een paspoort nodig te hebben dat minstens een half jaar geldig was voor Malaysia, en Ibrich had dat niet; dus mochten we het vliegtuig niet in op Schiphol. We hebben toen in allerijl een noodpaspoort aangeschaft voor Ibrich: een knalrose papiertje dat een jaar geldig is. 

In Malaysia zelf waren ze daar iets minder gecharmeerd van, want "eigenlijk mag dit niet, een noodpaspoort is bedoel om snel mee naar huis te gaan, niet om een land binnen te komen dat niet je thuis is en dat niet een doorreisland op weg naar huis is", zo liet de grenscontrole in Kuala Lumpur ons weten. Maar na wat gedoe en lief glimlachen trokken ze toch de stempel en mochten we toch naar binnen. Toen had ik, Rinke, nog gedoe, omdat er op het vliegticket Rinke X stond, en op het paspoort Rinke C. X. dus dat was iemand anders. Opnieuw lief glimlachen en gedoe, en gelukkig werd opnieuw met de hand over het hart gestreken, en kreeg ik ook een pracht stempel in het paspoort en mocht ik er in. 

En nu zitten we dus twee dagen in dit land, in een hotel aan de kust in Port Dickson. Malaysia is een land dat heel groen oogt, maar op de 80 km tussen Kuala Lumpur en Port Dickson is al dat groen eigenlijk één enorm palmolieplantage, waar al dat mooie groen keurig in rijtjes staat. 

Maar er is ook echt groen: vanochtend hadden we vier uur over voor we weer voor vertrek wegmoesten, dus gingen we naar Cape Rachado: een punt die de straat van Malakka insteekt, en waar een vuurtoren staat temidden van een oerwoud met wandelpaden er doorheen. 

Erg steile paden af en toe, echt oerwoud, apen die heel belangstellend toesnelden zodra ik een banaantje pelde, en een klein strandje waar Ibrich en ik belanden na een zeer steile afdaling. Malaysia is continu dertig graden bij een hoge luchtvochtigheid, dus het warme zeewater was desondanks bijna verkoelend. 

Ondertussen had Ingeborg haar eigen rondje gelopen en werd door diverse passerende groepjes wandelaars op de hoogte gehouden dat ze haar familie daar en daar hadden gezien. We vielen ook wel op want in onze twee dagen daar geen enkele andere europeaan gezien. 

Ingeborg had daar ook een  benauwd moment. Toen toen ze haar telefoon uit haar tasje wilde pakken sprong een van de apen (zo groot als een flinke kat op dubbel zo lange poten en met een twee keer zo lange staart) op een intimiderende manier vlak voor haar op het tafeltje om de tas af te pakken. Alleen met veel gesis kon ze ze weer verjagen. 

Malaysia ligt aan de straat van Malakka, een nauwe zeedoorgang tussen Sumatra (Indonesie) en Malaysia. Mensen zijn erg vriendelijk, en de jongere helft spreekt wel enigszins engels. Het Maleis is verwant aan de taal die in Indonesie gesproken wordt, dus ondanks dat het heel vreemd en ver verwijderd is van onze eigen taal, herkennen we af en toe nog een woord of term vanuit ons koloniale verleden hier. 

Nu zijn we weer op weg naar de volgende bestemming: Phuket, Thailand. Daarover later meer.