We rijden dan sinds gistermiddag door Thailand, na een verblijf van een dag of vijf bij B. en F. in huis. B. wist nog een adresje waar we goedkoop een auto konden huren dus zo gezegd zo gedaan. Op naar Khao Sok.
Dat is een nationaal park zo'n 120 km noordelijker, waar in een oerwoud een enorm stuwmeer ligt met grillige rotswanden als oevers. Of we bij dat meer komen weet ik niet; je kunt daar voor een vermogen een drijvende lodge op het water huren, maar het kost je alleen al twee uur om daar te komen, en bovendien - wat moet je dan als je daar op het water in een huisje drijft? Zeker gezien het weer: elke dag redelijk zwaar bewolkt, af en toe zon, maar ook dagelijks vooral in de middag stevige plensbuien.
Dus wij zitten nu aan de Khao Sok rivier ten zuiden van het nationaal park. Dat is ook weer een zeer toeristisch dorp, met allemaal veganistische restaurants, toeristenwinkels en massagesalons. En natuurlijk op elke straathoek een soort van hotel, en tussen die straathoeken in natuurlijk ook nog. Wij zitten wat van het centrum af in een flinke hut die op een stevige paal staat, de "bamboo house", voor een heel schappelijke prijs van zo'n 20 euro per nacht.
Dat rijden door Thailand is een vak apart. Allereerst omdat ze hier links rijden, dus dat is heel erg wennen. Als je niet oppast steek je de spookrijdersbaan in na een stoplicht of een bocht. Gelukkig was het onderweg naar Khao Sok erg rustig op de weg.
Daarnaast is het lastig omdat veel borden enkel in het Thaise schrift zijn, en daar is helemaal NIETS van te snappen. Je waant je dus een complete anafalbeet, en dat is best lastig voor zo'n omhooggevallen intellectueel als ik. Gelukkig hebben ze bij veel verkeersborden een onderschrift in het engels in normale letters toegevoegd, maar naarmate je meer in de rimboe komt, wordt het gehalte aan engels onder de borden steeds minder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten