Nadat we eindelijk onze auto geregeld hadden, konden we plannen maken voor onze trip. Globale idee: van Cairns in bijna het puntje van de Noordoostkust van Australie, naar Melbourne helemaal in het zuidoostelijke puntje aan de kust. 2500 km.
Gedetailleerde ideeen: geen. Want met alle gedoe rond vertrek uit Nieuw Zeeland en aankomst in Australie hadden we geen tijd gehad om ook maar iets voor te bereiden.
Gelukkig zaten we in een jeugdherberg, want die hebben altijd als grote voordeel dat er aankomers EN vertrekkers zijn. Mensen die hun laatste dagen op het continent hier doorbrengen alvorens naar huis te vliegen dumpen hun spullen in de “community shelf”, en da's handig. Want we aten al vier dagen gratis van de overgebleven half aangebroken etenswaren op die shelf, maar helemaal mooi was dat er ook nog een “rough guide East coast Australia” lag. Handig dus.
En wat doe je als je enkele duizenden kilometers naar het zuiden moet rijden? Juist, je gaat dan eerst naar het Noorden. In dit geval betekent dat: de tropische regenwouden in de richting van Papua Nieuw Guinea. Het oudste tropische regenwoud ter wereld (200 miljoen jaar, zegt men) staat hier aan de noordoostelijke kust van Australie: de Daintree forest. De weg werd steeds smaller, en op zeker moment moesten we met een veerpond een brede rivier over, waar het naar zeggen optilde van de krokodillen, maar wij hebben er natuurlijk geen gezien. Vervolgens door naar Cape Tribulation, het meest noordelijke punt waar je kunt komen over asfalt. Vanaf daar is de resterende 500 km naar de noordpunt over onverharde wegen. Wij probeerden dat natuurlijk met onze net gekochte Ford, maar na 12 kilometer hield dat al op, waar de weg de eerste rivier letterlijk doorkruiste.
Onze indruk van het regenwoud: overweldigend, spannend, erg nat, heet. Een erg boeiend gebied waar ik zelf wel wat langer zou willen blijven. Het heeft wel de nodige nadelen. Zo konden we de eerste nacht in ons tentje nauwelijks slapen omdat we onze tent zowat uitdreven van de hitte. De tent openzetten voor wat doorluchting kon echter ook niet vanwege de stortregens – het lawaai daarvan hielp ook niet echt om in slaap te komen. Het was dus kiezen: of nat van het zweet, of nat van de regen.
Ondanks die stortregens hebben we erg geluk met het weer hier – dat mag ook wel na de pech met het weer in Nieuw Zeeland. Normaal is in deze tijd van het jaar het regenseizoen echt al begonnen. Nu is het voornamelijk zwaar plenzen in de nacht, en soms overdag. Bijna elke dag regent het wel (en gewoon regenen doet het hier niet, meestal is dat dus stortregen), maar ook grote stukken van de dag zijn droog en zonnig. En dat is mazzel en uitzonderlijk, want normaal is het dus dag in dag uit plenzen in deze tijd van het jaar.
Een ander nadeel van de omgeving hier is dat je nergens lekker kan zwemmen – heel onaangenaam met de hitte. De rivieren zijn vergeven van de krokodillen, en de zee is al helemaal geen optie vanwege de kwallen. “Mietje, wie trekt zich nou wat aan van een paar kwalletjes”, hoor ik daar lezers denken. Het gaat dus om de box-jellyfish, met tentakels van een meter of drie lang, die naar zeggen binnen drie minuten dodelijk is, en een kleinere variant met een klok van nauwelijks een vingernagel groot, en die weliswaar meestal niet dodelijk is, maar die je wel voor twee dagen op de intensive care van het ziekenhuis doet belanden met verschrikkelijke pijnen. Er zwemt hier dus niemand in zee.
Maar naast nadelen zijn er natuurlijk ook voordelen: de prachtige uitbundige plantengroei, de vele dieren die we tegen komen, … uitbundig gekleurde reuzenvlinders, enorme hagedissen, wallibies (dwergkangoeroes), kakatoes, kookaburra's (schaterende reuzenijsvogels), kalkoenen die zowat uit je hand eten, enorme spinnen in webben van bijna een meter diameter, grote bidsprinkhanen, etc etc.
Helaas geen cassowaries. Deze grote loopvogels staan hier overal aangekondigd op elk tweede verkeersbord, en iedere toerist ziet ze, maar wij dus niet. Misschien komt dat nog. Nou ja. Een bos-steenwulp is ook mooi....
1 opmerking:
lieve allevier !.
Wat zien jullie een hoop beestjes en vaak ook nog hele enge.Pas maar op daar in het oerwoud !
Het lijkt me toch wel wat griezelig daar.
Liefs en kusjes van Tette
Een reactie posten