zaterdag 22 januari 2011

Weka-pad

We zijn vertrokken naar het Zuid-eiland, samen met Paula. Heel Nieuw Zeeland heeft momenteel vakantie en wij dus ook.

We zijn op zich wat huiverig voor het Zuid-eiland. De voorstelling die ik had was een beetje zoals Schotland: mooi, maar altijd regen en koud. En in onze opinie ga je niet naar zulk soort oorden als je Nederland zelf eigenlijk al te koud vindt. Maar misschien valt het mee. We zullen zien.

De eerste week op het Zuid-eiland zijn we niet heel ver gekomen. Helemaal bovenin, in het NoordOosten, waar de boot aankomt, liggen de Marlborough sounds. Een gebied dat half land half zee is, omdat het bestaat uit een stelsel van rivierdalen dat door daling van het land voor meer dan de helft ondergelopen is.
In dit gebied zijn de afstanden enorm, zeker omdat alles of per boot moet, of per verschrikkelijk kronkelige bergwegen waar je blij bent als je op een lang recht stuk eens met 40 km per uur kunt gaan scheuren.
Dwars door het gebied loopt de queen charlotte track, en wandelroute waar je geacht wordt drie tot vijf dagen over te doen, en die 49 km lang is.
Onze kindjes echter hebben weinig tot geen wandelervaring, dus het hele stuk leek ons te veel. Desalniettemin leek ons dit een uitstekende gelegenheid om geharde wandelaars van ze te maken, omdat de track zeker voor de verste helft niet veel stijgt of daalt, en genoeg afleiding heeft. Qua conditie kunnen kinderen zulk soort afstanden vaak best lopen; het probleem is meestal de aandacht en de motivatie.

We besloten dus de track voor de verst afgelegen helft te lopen. Zo'n 25 kilometer, te doen in twee dagen en een beetje.
Ik zei al dat afleiding hierbij belangrijk was. Dat hebben we geweten: het lopen met ze ging werkelijk uitstekend, maar de prijs was wel een continue stroom van woorden zodat onze oren er bijkans af vielen. We hadden bedacht dat we ze vooral af moesten leiden, en dat ging door verhaaltjes te verzinnen, hetgeen zo goed aansloeg dat we er niet meer af kwamen. Na mijn hele historie als ruimtepiloot uittentreure uitgespit te hebben, en nadat de verhalen steeds bizarder werden, waren vooral wij volwassenen uiteindelijk blij dat we het eindpunt bereikten.

Een heel belangrijke afleiding waren ook de Weka's.
Dit is een groot soort ral, verwant aan onze eigen waterral dus, die die endemisch is voor Nieuw Zeeland (dat wil dus zeggen dat hij enkel hier voor komt). Ze komen maar in een zeer beperkt aantal gebieden voor, en als je ze tegen komt is volstrekt duidelijk waarom: ze zijn vreselijk nieuwsgierig, ontzettend tam en kunnen niet vliegen. Uitstekende prooi dus voor maori's, blanke kolonisten, katten, honden of alle andere ongerechtigdheid dat de Nieuw Zeelandse eilanden gekoloniseerd heeft maar er niet thuis hoort.
Maar voor kinderen is het wel heel erg leuk. Ze komen op je af, trekken aan de touwtjes van je rugzak, eten uit je hand, en met een beetje mazzel kruist zelfs een hele familie je pad. Op een zeker moment waren we onderzocht door papa Weka, mama weka en twee kleine zwarte kuikentjes.

Na twee en een halve dag lopen kwamen we uit bij Ship Cove, de historische plek waar James Cook, de ontdekkingsreiziger die voor het eerst Nieuw Zeeland echt verkende (na Abel Tasman, die er 100 jaar eerder alleen maar langs voer), voor het eerst aan land kwam.
En omdat we maar op'e dolle roes waren vertrokken, hadden we dus geen schip geregeld om ons daar weer vandaan te halen. Gelukkig kregen we redelijk snel een lift van een schip dat daar twee mensen oppikte, en die brachten ons terug naar halverwege de track, waar de auto stond.

Foto's volgen later, aangezien we deze nu niet kunnen inlezen/verwerken.

Geen opmerkingen: