Dat het zonovergoten was is echt opvallend, want het had weken achtereen geregend. Dat moest dus buiten gevierd worden. En in plaats van opnieuw het halve eiland over te crossen besloten we het deze keer dichter bij huis te houden, namelijk de White Cliffs walkway, een wandelpad waar je een dag over doet.
maandag 27 juni 2011
White Cliffs
Het laatste weekend voordat Jitse z'n been brak... Ah, wat was het leven toen nog mooi en zorgeloos. Vrolijk en zorgeloos huppelden we door een zonovergoten landschap, en er was niets wat ons leventje kon verstoren. Oh hoe argeloos en onschuldig we toen waren.
Dat het zonovergoten was is echt opvallend, want het had weken achtereen geregend. Dat moest dus buiten gevierd worden. En in plaats van opnieuw het halve eiland over te crossen besloten we het deze keer dichter bij huis te houden, namelijk de White Cliffs walkway, een wandelpad waar je een dag over doet.
Ibrich op weg naar de eerste pas in de walkway. Hier loopt het pad nog door boerenland. Verderop zou het de rimboe in gaan.
Als het tij gunstig is kun je het pad over de kliffen en door het binnenland volgen, en dan via een beekbedding op het strand komen om vervolgens langs het strand onderaan de kliffen terug te gaan. Dit kan alleen op twee uur voor of na laag water.
Een van de witte kliffen.
Onderaan de white cliffs.
Door de branding uitgeslepen grotje. Ibi vindt het prachtig.
Jitse liep speciaal een eind om om hier een foto van deze klif te maken. Het is heel aandoenlijk om te zien hoe enthousiast hij bezig is met foto's maken.
Het staat hier overal vol met pampasgras. Allemaal import dus, zoals minstens de helft van de planten en dieren hier. Er is ook een inheemse variant, die toetoe heet; die is wat valer van kleur, en zoals dat hoort laat die zich flink verdrukken door de exoot. Hier gefotografeerd met fel tegenlicht van de lage winterzon. Tegen de zon in fotograferen kan toch de mooiste plaatjes opleveren.
Nog een keer pampasgras.
Dat het zonovergoten was is echt opvallend, want het had weken achtereen geregend. Dat moest dus buiten gevierd worden. En in plaats van opnieuw het halve eiland over te crossen besloten we het deze keer dichter bij huis te houden, namelijk de White Cliffs walkway, een wandelpad waar je een dag over doet.
zaterdag 25 juni 2011
Uitzicht op ons dorp
Recentelijk rijden we nogal eens op bizarre tijdstippen van en naar het ziekenhuis.
Af en toe ga je dan tegen zonsondergang naar huis vanuit de stad. Nu, met net midwinter achter de rug, is dat tegen zessen. En ook dankzij die midwinter levert dat nogal eens zulk soort taferelen op.
De winters zijn hier niet zozeer koud, maar wel verschrikkelijk nat. Vrijwel elke dag regent het, en als we dan regenen zeggen dan bedoelen we dus niet een beetje gemiezer.
Op deze foto begon het tegen zonsondergang net wat op te klaren na een natte dag. De grondmist trekt in de verte weg uit de dalen. Tussen al die grondmist, bomen en dalen ligt ons dorpje, Oakura, achter de bomen midden op de foto.
(zoals altijd op deze blog: klik op de foto voor een grote versie)
vrijdag 24 juni 2011
Laatste foto's paasvakantie
Hier nog de laatste foto's van onze paasvakantietrip naar Waitomo.
Waitomo staat vooral bekend om de grotten. Er schijnen er honderden te zijn, maar waar de meesten zitten is niet geheel duidelijk; voornamelijk op prive-boerenland, waarschijnlijk. Er zijn er ook zat commerciele, waar je dus in kunt na betaling en onder begeleiding van een gids - wat ikzelf dus een stuk minder leuk vind. Dit grotje troffen we aan boven een riviertje langs een wandelpad - en hier kon je dus wel zo in. Ibrich vond het ook erg leuk, maar Jitse durfde eerst niet.
Een van de bekendste grotten is Ruakuri. Het is een heel netwerk van onderaardse rivierlopen, sommigen nog met rivier, anderen drooggevallen. De oude ingang is afgesloten uit respect voor de Maori's, omdat Maori's hun doden in grotten plachten te "begraven". Daarom is er een nieuwe ingang geboord vanuit de bovengrond naar een van de grote zalen. Een spiraaltrap leidt je naar beneden. De foto toont de nieuwe ingang.
De grotten waren mooi, maar Ingeborg zelf wat vooral onder de indruk van het bezoekerscentrum. Een bijzonder gebouw, bestaande uit een luchtig aandoende overkapping.
In het bezoekerscentrum ook deze Maori-"totempaal" met typerende Maori-kunst: hier een Moa en een kiwi.
En een pukeko, de plaatselijke endemische purperkoet.
In het grotje waar Ibi hierboven op de foto staat, stikte het ook van de Cave-weta's, een soort grottenkrekel.
woensdag 22 juni 2011
Krak
Hier het gebroken beentje van Jitse.
De foto links is van afgelopen vrijdag. De breuk is al weer aardig tegen elkaar aangegroeid. Volgens de behandelend arts gaat het bij kinderen twee keer zo snel als bij volwassenen. De witte stangen is het metaal van het staketsel waar zijn been in hangt.
De foto rechts is gemaakt meteen bij aankomst in het ziekenhuis, op de dag van de breuk. Het is hoe dan ook een breuk met een groot oppervlak, dus er is lekker veel oppervlak om weer stevig aan elkaar te groeien.
Ik krijg zelf spontaan pijn in mijn eigen been bij het kijken naar de rechter foto.
maandag 20 juni 2011
Ritueel hypocriet
In Nederland is de politiek tot op het bot verdeeld over een initiatiefvoorstel van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren: moet er een verbod komen op onverdoofd slachten van dieren? Moslims en Joden lopen te hoop hiertegen, omdat het hen zou beroven van de vrijheid om ritueel te slachten. Het woord "godsdienstdiscriminatie" valt al veelvuldig in de discussie.
Gezien de huidige atmosfeer in Nederland waar moslimpje-pesten zo'n beetje de nationale volkssport aan het worden is, kun je dus wel zeggen dat het een heikel onderwerp is. Met mijn achtergrond als anti-bioindustrieaktivist (destijds oprichter van de werkgroep "Vlees noch Vis" bij Milieudefensie Groningen) meen ik dat ik er ook best wat over zeggen mag.
Vooropgesteld: de situatie waarin iets niet mag tenzij je een godsdienst aanhangt, vind ik te zot voor woorden. Er mag in Nederland bij wet niet zonder verdoving geslacht worden, dus mag dat niet, punt uit. Het woord "godsdienstdiscriminatie" wat nu zo makkelijk door zowel Joden als Moslims gebruikt wordt vind ik dan ook de omgekeerde wereld: het zou juist van discrimnatie getuigen als gelovigen iets mogen wat ongelovigen niet mogen (namelijk onverdoofd slachten). Straks komt er een koppensnellersstam uit de rimboe van Papua Nieuw-Guinea zich vestigen in Nederland, en mogen zij dan ook kannibalistische praktijken uitoefenen met een beroep op vrijheid van Godsdienst?
Maar van hieruit geamuseerd neerkijkend op het gedoe roept de hele discussie bij mij toch vooral ook weerzin op. Want het land dat letterlijk wereldkampioen is in het varkens, kippen en koeien over de kling jagen nadat ze een gruwelijk bestaan achter de rug hebben in de bioindustrie, meent nu gelovigen de morele les te kunnen lezen over de laatste 7 seconden van het leven van een stuks vee?? Als je een en ander in perspectief ziet dan wordt dit wel een heel bizar stukje wetgeving. De Nederlandse politiek staat op een enorme berg aan varkenspestlijken, Q-koorts-geitenkadavers en dode gekke koeien, en kijkt geringschattend neer op Moslims en Joden die daar in de diepte aan de voet van de lijkenberg een schaap te lijf willen gaan: "Dat mag niet hoor, barbaren!".
Al met al zou dit volstrekt onzinnige, rituele wetgeving worden. Het is dan ook spijtig dat de discussie vooral gaat over die godsdiensten, en niet zozeer over de onzinnigheid van deze wetgeving zelf.
Gezien de huidige atmosfeer in Nederland waar moslimpje-pesten zo'n beetje de nationale volkssport aan het worden is, kun je dus wel zeggen dat het een heikel onderwerp is. Met mijn achtergrond als anti-bioindustrieaktivist (destijds oprichter van de werkgroep "Vlees noch Vis" bij Milieudefensie Groningen) meen ik dat ik er ook best wat over zeggen mag.
Vooropgesteld: de situatie waarin iets niet mag tenzij je een godsdienst aanhangt, vind ik te zot voor woorden. Er mag in Nederland bij wet niet zonder verdoving geslacht worden, dus mag dat niet, punt uit. Het woord "godsdienstdiscriminatie" wat nu zo makkelijk door zowel Joden als Moslims gebruikt wordt vind ik dan ook de omgekeerde wereld: het zou juist van discrimnatie getuigen als gelovigen iets mogen wat ongelovigen niet mogen (namelijk onverdoofd slachten). Straks komt er een koppensnellersstam uit de rimboe van Papua Nieuw-Guinea zich vestigen in Nederland, en mogen zij dan ook kannibalistische praktijken uitoefenen met een beroep op vrijheid van Godsdienst?
Maar van hieruit geamuseerd neerkijkend op het gedoe roept de hele discussie bij mij toch vooral ook weerzin op. Want het land dat letterlijk wereldkampioen is in het varkens, kippen en koeien over de kling jagen nadat ze een gruwelijk bestaan achter de rug hebben in de bioindustrie, meent nu gelovigen de morele les te kunnen lezen over de laatste 7 seconden van het leven van een stuks vee?? Als je een en ander in perspectief ziet dan wordt dit wel een heel bizar stukje wetgeving. De Nederlandse politiek staat op een enorme berg aan varkenspestlijken, Q-koorts-geitenkadavers en dode gekke koeien, en kijkt geringschattend neer op Moslims en Joden die daar in de diepte aan de voet van de lijkenberg een schaap te lijf willen gaan: "Dat mag niet hoor, barbaren!".
Al met al zou dit volstrekt onzinnige, rituele wetgeving worden. Het is dan ook spijtig dat de discussie vooral gaat over die godsdiensten, en niet zozeer over de onzinnigheid van deze wetgeving zelf.
vrijdag 17 juni 2011
Post uit Nederland
Vandaag is de avond van 15 juni. Dat betekent dat Jitse er al weer 12 dagen in het ziekenhuis op heeft zitten.
Hoe staat het er voor?
De ergste pijn is gelukkig over. Hij heeft alleen nog paracetamol 4 x per dag en als hij snachts wakker wordt van de pijn (gemiddeld een keer) nog wat morfine.
Zijn been hangt de hele dag in dat staketsel, een Thomas traction genaamd, naar de methode waarmee de gewichten en touwen bevestigd zijn.
Zijn hele bed en frame zijn mooi versierd. Er is hier een knutseldame die elke weekdag even bij hem langs komt, en die zijn bed met flikkerende kerstlampjes versierd heeft. Vandaag trof ik hem stenen vervend aan in bed. Zijn lakens zijn nu dus groen en blauw. Ook heeft hij een paar van zijn eigen knuffelbeesten in bed en zijn eigen fleece dekentje van thuis. En de hele muur bezaaid met tekeneningen en de kaarten die hij gekregen heeft.
Inmiddels begint hij dus aardig gewend te raken aan het ziekenhuis, en wij krijgen ook een soort van routine. We slapen nog steeds om de beurt bij hem in het ziekenhuis en zijn er ook overdag veel. Maar het blijven gebroken nachten, dus als de dag erna thuis is het bijslapen.
Met Ibi gaat het ook goed. Ze vindt het heerlijk snachts bij mama en papa in het grote bed te kunnen slapen, en ook gaat ze regelmatig ergens spelen. Als ik werk lever ik haar 10 voor acht af bij Nienke of Jeanine, die haar dan om half negen tegelijk met hun eigen dochters bij school afleveren. Jeanine is de moeder van Sylvia een vriendinnetje uit haar klas, en Nienke hebben we het al vaker over gehad.
De steun en attentie die wij en Jitse krijgen zijn werkelijk fenomenaal. Afgelopen zaterdag, waren er maar liefst 13 vriendjes die langskwamen, en op zondag 7. Ook gedurende de week komt er na school af en toe een langs. En dan van iedereen een kadootje of iets om te knabbelen. Het was echt heel gezellig. Het leek wel een verjaardagsfeestje.
Jitse houd een lijst bij wie er allemaal geweest zijn. En verheugd zich nu al op de grote feesten die hij wil geven. Een voor iedereen die geweest is, en nog een superparty voor de meest frequente bezoekers.
En gisteren kwam de post uit Nederland en bracht kaarten van het thuisfront. Anneke en haar 3 jongens,Opa en Oma, Pa en Tette, tante Ilse. En van buurvrouw Aukje regelmatig een dikke email met grappige verhalen over het dagelijkse leven in onze oude woonplaats in NL. Hartstikke bedankt allemaal!
Toevallig was ook dat op de dag dat hij viel, een dikke brief van zijn school in Nederland in de brievenbus lag, en dat Ibi daar mee stond te zwaaien toen hij in de Ambulance ging.
Die brief zat vol leuke verhaaltjes en tekeningen over de lente bij jullie. En fotos van zijn klasgenootjes. Dus die hangt ook boven zijn bed.
Toch heeft hij het af en toe ook wel moeilijk. Dan zucht hij dat hij de tijd weer terug wil zetten, dat het niet gebeurt was. Of dat hij net als de andere kindjes weer naar huis kon.
Balen is het ook dat hij het voetbal wel kan vergeten. Net als Hockey, en de eerste 4 maanden ook Capoeira. Het plan is 6 weken tractie, 6 weken met weinig belasting bewegen, (lopen mag wel), en pas na 4 maanden weer wat ruwer. Ws duurt het 7 maanden tot zijn been weer sterk is. En daarna nog af en toe controle voor de stand van het been, en de beenlengte etc. Dus we beginnen straks maar eerst eens met wat zwemmen.
Hier in het ziekenhuis is het ook best. Het is wel gek natuurlijk om het op deze manier mee te maken. Ik als werknemer, Jitse als patient. En het is ook lastig dat je geen invloed hebt op het beleid. Dat een pijnstiller bijvoorbeeld geen half uurtje eerder gegeven mag worden, dan het protocol aangeeft. En je moet je verder ook overgeven want je weet er niet genoeg van, en kan met zo'n been natuurlijk ook geen kant op. Tractie is natuurlijk een beproefde eeuwenoude methode, maar als je dan op internet gaat zoeken lees je er eigenlijk weinig over. Wel over externe fixatie en de voor en nadelen daarvan. Nou ja, de orthopeed werkt hier al minstens 20 jaar, zijn vader werkte hier voor hem, en ook zijn broer werkte hier. Als orthopeden als ik het niet mis heb.
Naast elk bed is er een soort uitklapbare stoel waar ouders op kunnen blijven slapen. En elke dag krijgen we een bon voor een warme maaltijd in het restaurant. Elke werkdag komt er ook een juf bij hem om samen met hem wat schoolwerk te doen. De dietiste kwam langs om te kijken wat hij lekker vindt (valt niet mee, al het eten is natuurlijk anders, en hij is vegetarier...) En de sociaal werkster van het ziekenhuis kwam ook inventariseren of we hulp bij het een of ander nodig hadden. Met mijn baas heb ik geregeld dat ik deze week 2 dagen vrij heb zodat ik de nachten ervoor bij Jitse kan slapen. Dat geeft een hoop lucht, alhoewel de werklast op de tussenliggende dagen natuurlijk weer hoger is omdat een collega van een andere afdeling mijn werk er exta bij krijgt.
dinsdag 14 juni 2011
Het superfeest
De aanloop in het ziekenhuis is behoorlijk. Afgelopen zaterdag was een record-dag: er zijn toen in totaal 13 kinderen op bezoek geweest. Op de foto hiernaast, ook van die dag, zien we Jitse een partijtje pesten (het kaartspel) met (van links naar rechts) Louis, Jack, George, Fletcher en Zach (die tegenover ons woont). De moeder van tweeling Louis en George geeft ze instructies.
Deze middag dus alleen maar jochies, maar in de ochtend waren er juist enkel meisjes op bezoek, en ook weer vijf tegelijk. Dus over belangstelling niet te klagen.
Jitse houdt een lijstje bij: als hij uit het ziekenhuis ontslagen wordt komt er een groot feest, en alle kinderen die in het ziekenhuis geweest zijn mogen komen. Jitse heeft ook nog een super-lijst, en dat is voor een super-feest waar alleen de kinderen mogen komen die het vaakst langs geweest zijn. Of er in werklijkheid twee feesten komen moeten we nog maar even zien...
Ook met de post gaat het goed. Vandaag lagen er vijf brieven voor hem in de bus (ik ga ze openen als ik bij hem in het ziekenhuis ben). Vorige week kregen we een grote enveloppe met allemaal tekeningen en brieven van de kinderen van Jitses klas uit Nederland; van Tijl Uylenspieghel dus. Toen die verzonden werden had Jitse nog geen gebroken been, maar het kwam wel heel goed uit dat hij toen hij net in het ziekenhuis lag zo'n mooie grote verzameling tekeningen en brieven kreeg. Heel erg bedankt daarvoor.
Van z'n klas hier in Nieuw Zeeland is er intussen ook zo'n enveloppe gekomen, ook met tekeningen en brieven.
En hij krijgt van iedereen natuurlijk ook veel kadootjes. Soms denkt hij er over om - als hij weg moet uit het ziekenhuis - nog maar weer even een been te breken, zodat hij nog meer bezoek en kadootjes krijgt.
Maar in de nacht verdampt deze grootspraak en was het de afgelopen week veel huilen van de pijn. Maar gelukkig lijkt het ergste wat dat betreft nu over, en gaat het langzaamaan beter. We denken er over om hem deze week voor het eerst eens een nacht alleen te laten in het ziekenhuis. Tot nu toe bleven we om de beurt bij hem slapen 's nachts. Dat was wel nodig, met die pijnaanvallen, en soms paniekaanvallen tussendoor.
zondag 12 juni 2011
In Nederland was het nog meer gebroken pootjes geweest...
Ibrich zag haar kans schoon, gister. Ze zag Ingeborgs autosleutel liggen, spurtte naar de auto, stak de sleutel in het contact, en startte de auto. Ingeborg was voor de auto bezig toen het gebeurde.
In Nederland was dit wellicht op een drama uitgelopen: het komt daar regelmatig voor dat een kind een contactsleutel van de auto omdraait, met als gevolg dat de auto dan hikkend een paar meter vooruit schiet voordat de motor weer afslaat. Het is wel voorgekomen dat een kleuter op zo'n manier z'n eigen oma dood reed.
Hier is dat pertinent onmogelijk. Dat komt omdat de auto's moderner en beter zijn. Hier zijn ze namelijk allemaal uitgerust met een automaat. Ik begrijp dan ook niet waarom Nederland massaal aan de schakelbakken is, terwijl automaten zo veel makkelijker en zo veel veiliger zijn.
De auto hier heeft een P-stand: je kunt hem alleen starten als hij daarin staat; anders werkt het gewoon niet. Maar in de P(ark)-stand staat hij dus wel UIT de versnelling. Starten in de versnelling en hikkend vooruit schieten is per definitie dus onmogelijk.
Wil je daarna de auto echt laten rijden, dan is dat nog steeds onmogelijk voor een kind van 5. Je moet namelijk de rem intrappen om hem uit de P-stand te zetten en in de versnelling te krijgen. Trap je de rem niet in, dan zit er geen enkele beweging in de pook.
In Nederland was ik alleen maar handgeschakelde auto's gewend, maar hier in Nieuw Zeeland heeft niemand die. En terecht. Niet alleen is het rijden veel rustiger en gemakkelijker, maar daardoor is het natuurlijk ook veiliger. Je hoeft als chauffeur nou eenmaal minder handelingen te verrichten, dus kun je je aandacht beter bij het verkeer houden. Daarnaast slaat de motor nooit af als het stoplicht net op groen staat.
En ondanks het feit dat het verhaal wil dat automaten minder zuinig in gebruik zijn, geloof ik daar werkelijk geen biet van. Een automaat schijnt wat zwaarder te zijn, waardoor de auto wat zwaarder is en daardoor meer brandstof zou gebruiken. Dit lijkt me een miniem effect. Maar mocht het al uitmaken, dan zal alleen een ideale chauffeur die altijd optimaal schakelt in een handgeschakelde auto echt wat zuiniger kunnen rijden. Het gros van de chauffeurs echter rijdt lang niet altijd in de optimale versnelling, waardoor een automaat zuiniger zal uitvallen.
Dus wat mij betreft komt er onmiddellijk een verbod op handgeschakelde auto's.
In Nederland was dit wellicht op een drama uitgelopen: het komt daar regelmatig voor dat een kind een contactsleutel van de auto omdraait, met als gevolg dat de auto dan hikkend een paar meter vooruit schiet voordat de motor weer afslaat. Het is wel voorgekomen dat een kleuter op zo'n manier z'n eigen oma dood reed.
Hier is dat pertinent onmogelijk. Dat komt omdat de auto's moderner en beter zijn. Hier zijn ze namelijk allemaal uitgerust met een automaat. Ik begrijp dan ook niet waarom Nederland massaal aan de schakelbakken is, terwijl automaten zo veel makkelijker en zo veel veiliger zijn.
De auto hier heeft een P-stand: je kunt hem alleen starten als hij daarin staat; anders werkt het gewoon niet. Maar in de P(ark)-stand staat hij dus wel UIT de versnelling. Starten in de versnelling en hikkend vooruit schieten is per definitie dus onmogelijk.
Wil je daarna de auto echt laten rijden, dan is dat nog steeds onmogelijk voor een kind van 5. Je moet namelijk de rem intrappen om hem uit de P-stand te zetten en in de versnelling te krijgen. Trap je de rem niet in, dan zit er geen enkele beweging in de pook.
In Nederland was ik alleen maar handgeschakelde auto's gewend, maar hier in Nieuw Zeeland heeft niemand die. En terecht. Niet alleen is het rijden veel rustiger en gemakkelijker, maar daardoor is het natuurlijk ook veiliger. Je hoeft als chauffeur nou eenmaal minder handelingen te verrichten, dus kun je je aandacht beter bij het verkeer houden. Daarnaast slaat de motor nooit af als het stoplicht net op groen staat.
En ondanks het feit dat het verhaal wil dat automaten minder zuinig in gebruik zijn, geloof ik daar werkelijk geen biet van. Een automaat schijnt wat zwaarder te zijn, waardoor de auto wat zwaarder is en daardoor meer brandstof zou gebruiken. Dit lijkt me een miniem effect. Maar mocht het al uitmaken, dan zal alleen een ideale chauffeur die altijd optimaal schakelt in een handgeschakelde auto echt wat zuiniger kunnen rijden. Het gros van de chauffeurs echter rijdt lang niet altijd in de optimale versnelling, waardoor een automaat zuiniger zal uitvallen.
Dus wat mij betreft komt er onmiddellijk een verbod op handgeschakelde auto's.
zondag 5 juni 2011
zaterdag 4 juni 2011
exit voetbal, exit capoeira, exit school, ...
Jitse zit dus niet meer op voetbal. En niet meer op capoeira. En niet meer op school. Rampspoed heeft gister toegeslagen.
Gister had hij vriendje Jack mee naar huis om mee te spelen, en heel opgetogen sjeesden ze samen op hun stepjes naar huis. Precies toen hij onze oprit op wilde draaien ging het mis: hij viel, en lag luid gillend op de stoep.
"Mijn been is gebroken, mijn been is gebroken!"
Nou is onze school de laatste drie weken de bottenkrakersschool, want verschillende jochies hebben er recentelijk armen gebroken. Dus ik dacht dat hij "ook wat gehoord had", en dat het allemaal wel mee viel. Maar toen ik 'm overeind hees hing dat beentje er akelig bizar slap bij, onder een hoek die erg niet deugde.
Een lang verhaal - het gebeurde om kwart over drie, en tegen tienen 's avonds lag hij pas op z'n plek op de kinderafdeling -, maar om dat kort te maken: hij moet 6 weken in het ziekenhuis liggen met z'n been in een takelconstructie. Herstel gaat minstens 3 maanden duren.
Ik moet bekennen dat de tranen mij in de ogen sprongen om dat lieve lieve jochie met zoveel pijn te zien. Dus geen voetbal meer voor hem, terwijl hij het zo leuk vond. Geen capoeira meer, waar hij echt heel erg van genoot. We zouden de komende week een kabelbaan gaan maken voor de boomhut, en hadden net alle materiaal daarvoor in huis, maar ook dat wordt niks meer. Geen school meer, zelfs.
Echt heel verschrikkelijk.
Gister had hij vriendje Jack mee naar huis om mee te spelen, en heel opgetogen sjeesden ze samen op hun stepjes naar huis. Precies toen hij onze oprit op wilde draaien ging het mis: hij viel, en lag luid gillend op de stoep.
"Mijn been is gebroken, mijn been is gebroken!"
Nou is onze school de laatste drie weken de bottenkrakersschool, want verschillende jochies hebben er recentelijk armen gebroken. Dus ik dacht dat hij "ook wat gehoord had", en dat het allemaal wel mee viel. Maar toen ik 'm overeind hees hing dat beentje er akelig bizar slap bij, onder een hoek die erg niet deugde.
Een lang verhaal - het gebeurde om kwart over drie, en tegen tienen 's avonds lag hij pas op z'n plek op de kinderafdeling -, maar om dat kort te maken: hij moet 6 weken in het ziekenhuis liggen met z'n been in een takelconstructie. Herstel gaat minstens 3 maanden duren.
Ik moet bekennen dat de tranen mij in de ogen sprongen om dat lieve lieve jochie met zoveel pijn te zien. Dus geen voetbal meer voor hem, terwijl hij het zo leuk vond. Geen capoeira meer, waar hij echt heel erg van genoot. We zouden de komende week een kabelbaan gaan maken voor de boomhut, en hadden net alle materiaal daarvoor in huis, maar ook dat wordt niks meer. Geen school meer, zelfs.
Echt heel verschrikkelijk.
woensdag 1 juni 2011
De breedpoot-olievis
Jitse zit op voetbal, sinds er een nieuw trimester is begonnen. En hoewel ik er eerst niets in zag en allemaal bedenkingen had, moet ik toegeven dat het geweldig gaat: het is leuk, hij heeft er veel plezier in, en het is geweldig georganiseerd.
Om met dat laatste te beginnen: Hier in Nieuw Zeeland is een en ander echt veel beter georganiseerd dan in Nederland. In Nederland moet je in je vrije tijd op zoek gaan naar een particuliere sportclub, en daar een aardige contributie voor betalen. Hier gaat het allemaal via de school.
Elke school heeft een sportveld naast de deur gelegen. De sportactiviteiten zelf worden georganiseerd en begeleid door de ouders, maar de school faciliteert. Dat laatste gaat door inschrijvingen te verzamelen, het te promoten, er wekelijks over te berichten in de nieuwsbrief, en de sportvelden ter beschikking te stellen.
Dus elke dinsdag zit Jitse in de middagpauze van de school op hockey; dat wordt begeleid door Anna, de moeder van vriendje Michael. Elke woensdag heeft hij na school voetbaltraining. Dat wordt gedaan door Nigel, de vader van vriendje Jack, samen met nog twee of drie ouders.
Daarnaast kunnen kinderen nog kiezen voor tennis (er is ook een tennisbaan naast de school), voor netball (volgens mij is dat korfbal), en voor nog een paar andere sporten die me even niet te binnen willen schieten.
Het grote voordeel van dit systeem is dat het veel laagdrempeliger is: meer dan de halve school doet er aan mee, en als al je vriendjes mee doen moet je wel een echte hark zijn wil je aan de zijlijn willen blijven staan. Je zit dus ook in een team met kinderen die je al van school kent, hetgeen het ook veel laagdrempeliger maakt. En ook een voordeel is dat je meteen na school het trainingsveld op kunt rennen.
Het leuke is dat dit kennelijk zo gaat bij alle scholen - alhoewel ik wel vermoed het bij onze school heel goed loopt, want er zijn minstens vijf verschillende teams.
Er is een uitgebreide competitie opgesteld waarbij de teams van de verschillende scholen elkaar op zaterdagochtend in wedstrijden ontmoeten. Jitse zit in het team "Oakura Total Oil Marlins", ofte wel de zwaardvissen van Total Oil. Hoe een zwaardvis kan voetballen is een raadsel wat nog door de biologen opgelost moet worden. En wat die Total Oil er mee te maken heeft is me ook duister; het zal wel zijn dat ze de shirts of de ballen gesponsord hebben.
Ze hebben nu drie zaterdagen achter elkaar gewonnen, en zijn nog ongeslagen in de competitie. Da's maar goed ook, want ik vertel Jitse altijd van te voren dat hij de hele zaterdag voor straf naar bed moet als ze verliezen (geintje...).
Jitse is beslist niet de sterspeler; hij staat meestal in het achterveld, en heeft minder dan anderen de neiging als een wildeman achter de bal aan te rennen. Maar hij doet wel goed z'n best, en bij de training heeft hij aardig wat tegengoals weten te voorkomen. Wat het belangrijkste is: hij vindt het leuk.
Ik moet trouwens zeggen dat er goed gespeeld is. Onlangs keek ik even naar een wedstrijd van een vriendinnetje van Ibrich (Holly) op het veld; dus kinderen die 2 jaar jonger dan Jitse zijn. Dat was grappig om te zien:
een kluwen kinderen op het midden van het veld. Bal schiet uit de kluwen te voorschijn. Kluwen kinderen ontwart zich en sjeest als een razende achter de bal aan. Vervolgens vormt zich een nieuwe kluwen kinderen op een nieuwe plek op het veld. Tot daar de bal weer uit te voorschijn floept, zodat ze weer allemaal op een kluit daar achteraan hobbelen.
Bij Jitses team kun je zien dat twee jaar leeftijdsverschil dan toch heel veel uitmaakt. Er wordt samen gespeeld, ze snappen dat je niet allemaal op een kluit op de bal moet zitten, en als ze de bal ergens naar toe schoppen dan is dat niet zomaar in het wilde weg in de richting van het doel van de tegenstander. Ook Jitse zelf doet dat al heel goed.
Om met dat laatste te beginnen: Hier in Nieuw Zeeland is een en ander echt veel beter georganiseerd dan in Nederland. In Nederland moet je in je vrije tijd op zoek gaan naar een particuliere sportclub, en daar een aardige contributie voor betalen. Hier gaat het allemaal via de school.
Elke school heeft een sportveld naast de deur gelegen. De sportactiviteiten zelf worden georganiseerd en begeleid door de ouders, maar de school faciliteert. Dat laatste gaat door inschrijvingen te verzamelen, het te promoten, er wekelijks over te berichten in de nieuwsbrief, en de sportvelden ter beschikking te stellen.
Dus elke dinsdag zit Jitse in de middagpauze van de school op hockey; dat wordt begeleid door Anna, de moeder van vriendje Michael. Elke woensdag heeft hij na school voetbaltraining. Dat wordt gedaan door Nigel, de vader van vriendje Jack, samen met nog twee of drie ouders.
Daarnaast kunnen kinderen nog kiezen voor tennis (er is ook een tennisbaan naast de school), voor netball (volgens mij is dat korfbal), en voor nog een paar andere sporten die me even niet te binnen willen schieten.
Het grote voordeel van dit systeem is dat het veel laagdrempeliger is: meer dan de halve school doet er aan mee, en als al je vriendjes mee doen moet je wel een echte hark zijn wil je aan de zijlijn willen blijven staan. Je zit dus ook in een team met kinderen die je al van school kent, hetgeen het ook veel laagdrempeliger maakt. En ook een voordeel is dat je meteen na school het trainingsveld op kunt rennen.
Het leuke is dat dit kennelijk zo gaat bij alle scholen - alhoewel ik wel vermoed het bij onze school heel goed loopt, want er zijn minstens vijf verschillende teams.
Er is een uitgebreide competitie opgesteld waarbij de teams van de verschillende scholen elkaar op zaterdagochtend in wedstrijden ontmoeten. Jitse zit in het team "Oakura Total Oil Marlins", ofte wel de zwaardvissen van Total Oil. Hoe een zwaardvis kan voetballen is een raadsel wat nog door de biologen opgelost moet worden. En wat die Total Oil er mee te maken heeft is me ook duister; het zal wel zijn dat ze de shirts of de ballen gesponsord hebben.
Ze hebben nu drie zaterdagen achter elkaar gewonnen, en zijn nog ongeslagen in de competitie. Da's maar goed ook, want ik vertel Jitse altijd van te voren dat hij de hele zaterdag voor straf naar bed moet als ze verliezen (geintje...).
Jitse is beslist niet de sterspeler; hij staat meestal in het achterveld, en heeft minder dan anderen de neiging als een wildeman achter de bal aan te rennen. Maar hij doet wel goed z'n best, en bij de training heeft hij aardig wat tegengoals weten te voorkomen. Wat het belangrijkste is: hij vindt het leuk.
Ik moet trouwens zeggen dat er goed gespeeld is. Onlangs keek ik even naar een wedstrijd van een vriendinnetje van Ibrich (Holly) op het veld; dus kinderen die 2 jaar jonger dan Jitse zijn. Dat was grappig om te zien:
een kluwen kinderen op het midden van het veld. Bal schiet uit de kluwen te voorschijn. Kluwen kinderen ontwart zich en sjeest als een razende achter de bal aan. Vervolgens vormt zich een nieuwe kluwen kinderen op een nieuwe plek op het veld. Tot daar de bal weer uit te voorschijn floept, zodat ze weer allemaal op een kluit daar achteraan hobbelen.
Bij Jitses team kun je zien dat twee jaar leeftijdsverschil dan toch heel veel uitmaakt. Er wordt samen gespeeld, ze snappen dat je niet allemaal op een kluit op de bal moet zitten, en als ze de bal ergens naar toe schoppen dan is dat niet zomaar in het wilde weg in de richting van het doel van de tegenstander. Ook Jitse zelf doet dat al heel goed.
Abonneren op:
Posts (Atom)