woensdag 1 juni 2011

De breedpoot-olievis

Jitse zit op voetbal, sinds er een nieuw trimester is begonnen. En hoewel ik er eerst niets in zag en allemaal bedenkingen had, moet ik toegeven dat het geweldig gaat: het is leuk, hij heeft er veel plezier in, en het is geweldig georganiseerd.

Om met dat laatste te beginnen: Hier in Nieuw Zeeland is een en ander echt veel beter georganiseerd dan in Nederland. In Nederland moet je in je vrije tijd op zoek gaan naar een particuliere sportclub, en daar een aardige contributie voor betalen. Hier gaat het allemaal via de school.
Elke school heeft een sportveld naast de deur gelegen. De sportactiviteiten zelf worden georganiseerd en begeleid door de ouders, maar de school faciliteert. Dat laatste gaat door inschrijvingen te verzamelen, het te promoten, er wekelijks over te berichten in de nieuwsbrief, en de sportvelden ter beschikking te stellen.

Dus elke dinsdag zit Jitse in de middagpauze van de school op hockey; dat wordt begeleid door Anna, de moeder van vriendje Michael. Elke woensdag heeft hij na school voetbaltraining. Dat wordt gedaan door Nigel, de vader van vriendje Jack, samen met nog twee of drie ouders.
Daarnaast kunnen kinderen nog kiezen voor tennis (er is ook een tennisbaan naast de school), voor netball (volgens mij is dat korfbal), en voor nog een paar andere sporten die me even niet te binnen willen schieten.

Het grote voordeel van dit systeem is dat het veel laagdrempeliger is: meer dan de halve school doet er aan mee, en als al je vriendjes mee doen moet je wel een echte hark zijn wil je aan de zijlijn willen blijven staan. Je zit dus ook in een team met kinderen die je al van school kent, hetgeen het ook veel laagdrempeliger maakt. En ook een voordeel is dat je meteen na school het trainingsveld op kunt rennen.

Het leuke is dat dit kennelijk zo gaat bij alle scholen - alhoewel ik wel vermoed het bij onze school heel goed loopt, want er zijn minstens vijf verschillende teams.
Er is een uitgebreide competitie opgesteld waarbij de teams van de verschillende scholen elkaar op zaterdagochtend in wedstrijden ontmoeten. Jitse zit in het team "Oakura Total Oil Marlins", ofte wel de zwaardvissen van Total Oil. Hoe een zwaardvis kan voetballen is een raadsel wat nog door de biologen opgelost moet worden. En wat die Total Oil er mee te maken heeft is me ook duister; het zal wel zijn dat ze de shirts of de ballen gesponsord hebben.

Ze hebben nu drie zaterdagen achter elkaar gewonnen, en zijn nog ongeslagen in de competitie. Da's maar goed ook, want ik vertel Jitse altijd van te voren dat hij de hele zaterdag voor straf naar bed moet als ze verliezen (geintje...).

Jitse is beslist niet de sterspeler; hij staat meestal in het achterveld, en heeft minder dan anderen de neiging als een wildeman achter de bal aan te rennen. Maar hij doet wel goed z'n best, en bij de training heeft hij aardig wat tegengoals weten te voorkomen. Wat het belangrijkste is: hij vindt het leuk.

Ik moet trouwens zeggen dat er goed gespeeld is. Onlangs keek ik even naar een wedstrijd van een vriendinnetje van Ibrich (Holly) op het veld; dus kinderen die 2 jaar jonger dan Jitse zijn. Dat was grappig om te zien:
een kluwen kinderen op het midden van het veld. Bal schiet uit de kluwen te voorschijn. Kluwen kinderen ontwart zich en sjeest als een razende achter de bal aan. Vervolgens vormt zich een nieuwe kluwen kinderen op een nieuwe plek op het veld. Tot daar de bal weer uit te voorschijn floept, zodat ze weer allemaal op een kluit daar achteraan hobbelen.

Bij Jitses team kun je zien dat twee jaar leeftijdsverschil dan toch heel veel uitmaakt. Er wordt samen gespeeld, ze snappen dat je niet allemaal op een kluit op de bal moet zitten, en als ze de bal ergens naar toe schoppen dan is dat niet zomaar in het wilde weg in de richting van het doel van de tegenstander. Ook Jitse zelf doet dat al heel goed.

2 opmerkingen:

Arjen zei

Interessant: ik zit hier altijd te verkondigen dat het belachelijk is dat sport via school wordt geregeld. School is er om dingen te leren, niet om georganiseerde competitie spelletjes te spelen. Ik zie wel het voordeel van wat je zegt, maar het nadeel is dat natuurlijk het voortgezet onderwijs en de universiteiten ook hun eigen sport teams hebben. En voor de universiteiten is dat ronduit walgelijk. Neem nou de universiteit in Eugene, waar Abigail werkt. Nike is daar ooit begonnen en de baas van Nike geeft elk jaar gigantische bedragen aan de universiteit, maar alleen aan de sports afdeling. Dus alle academische vakken hebben grote problemen met het budget, terwijl de sportafdeling in gigantische luxe leeft. Ze hebben vorig jaar net een heel duur nieuw gebouw geopend dat alleen voor de sportafdeling is en dit jaar hebben ze een gigantisch nieuw stadium geopend. De prioriteiten zijn absurd. En toen er eens een studenten aktie groepje de uitbuiting van Nike aan het licht wilde brengen, werden ze meteen in de mond gesnoerd omdat de grote baas van Nike alle financiele steun aan de universiteit dreigde in te trekken. Geef mij maar de particuliere sport clubs!

Rinke zei

In de eerste plaats: ik denk dat alles, welk aardig principe dan ook, om zeep geholpen wordt zodra het grote geld zich er mee gaat bemoeien.

Daarnaast is het zo dat de sport hier vooral door de ouders zelf geregeld wordt, en die kiezen een bestaand netwerk daarvoor.