woensdag 31 augustus 2011
Slachting onder de breedbekprionen
Laatst kwamen we voor het eerst sinds tijden weer eens op een strand. Jitse was naar een feestje van een vriendje, dus hadden wij vrij spel. Jitse zelf mag niet naar het strand, want dan kan er allemaal zand tussen z'n gipsbeen komen.
Meteen bij de standopgang, tussen de miezerige hoopjes zand die hier voor duinen door moeten gaan, was het raak. Een lijk. En even verderop nog een. En nog een. En nog tien... twintig. Breedbekprionen. Normaal alleen te vinden op onherbergzame van God en alles verlaten uitsteeksels aan de onderzijde van het Zuideiland, nu hier bij bosjes op het strand. Dood.
Verderop lag Oakura, ons dorp. De andere kant op stak een scheepswrak boven de branding uit. Her en der aangespoelde boomstammen. En hier dus het strand bezaaid met kadavers. Ibrich vond het wel spannend. Ze rende van het ene kadaver naar het andere. "Papa, hier nog een, en nog een, hoi hoi."
Wat deze slachting onder breedbekprionen veroorzaakt heeft weten we niet. Er lagen er inderdaad minstens 80. Eens de elementen trotserend, nu miezerige karkasjes. Storm? Ziekte?
We hebben het strandje spontaan omgedoopt in "Creutzfeldt-Jakobstrand".
"She wipes away her sand moustache, on the beach that will turn her brain into a sponge..."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten