maandag 18 november 2024

fladderende puurwaters



Een paar dagen terug waren we bij Cape Conran, op de Banksia Bluff campground. Daar kun je over het strand lopen van de camping tot aan de monding van de rivier, een paar km verderop. Er is verder helemaal niks daar, alleen duinen, strand, en zee. 

Het strand lag bezaaid met dode Shearwaters. Voor de vogelkenners onder ons: dat zijn die beesten die helemaal voorin het vogelboek staan, op die pagina's die je altijd overslaat omdat je er helemaal niks mee kunt. Met heel veel mazzel zie je in Nederland een bruin stipje ergens ver op zee vliegen, en dat is dan misschien wel een shearwater als het niet per ongeluk een jonge meeuw is. De omstandigheden zijn altijd te ongunstig (slecht licht, storm, te ver weg, etc etc) om er verder iets van te kunnen bakken. 

Shearwaters (in het Nederlands: pijlstormvogels) zijn van die beesten die ongeveer op de golven geboren worden, en die hun hele leven doorbrengen in twijfel of ze nou een vis of een vogel zijn. Nou ja, niet echt natuurlijk, want ze broeden wel degelijk op het land, soms op verlaten rotseilanden, dan weer in holen in de duinen. Ze komen over de wereld voor, zo lang het maar zout is en er heel veel uitgestrekte watervlaktes zijn. Het zijn echte zeevogels. Een meeuw in Nederland een "zeemeeuw" noemen moet voor een Shearwater zoiets zijn als je bejaarde oma uit Huize Avondroest een atleet noemen. 

Hebben we in West Europa in het vogelboek al een paar van die vervelende altijd overgeslagen pagina's vol met zulk soort beesten, hier in Australie zijn er tientallen soorten die ook nog eens enkel uit elkaar te houden zijn als je ze als lijk in je hand hebt en hun snavel op kunt meten. 

En dat was nou net precies wat we hier konden doen. Waarmee de Shearwaters ineens een hele leuke puzzel werden waar Ibi en ik ons enthousiast op wierpen. Uiteindelijk bleek dat het hier om de meest algemene Shearwater van Australie gaat, de short-tailed Shearwater. Even later zag ik er zelfs een paar levende vliegen - althans, ik ben er maar vanuit gegaan dat het om dezelfde soort ging.

Dit dier is de meest algemene zeevogel van Australie, en werd al gezien en getekend door de bemanning van Captain Cook, die 200 jaar geleden voor het eerst deze kusten afschuimde. Het beest heet ook wel schapenvogel (muttonbird). Een naam die eerst voor een andere stormvogel gebruikt werd, maar nadat die compleet uitgeroeid werd door zeevaarders, werd de naam gebruikt voor deze Shearwater. De beesten worden zelfs nog "geoogst" op Tasmanie, een activiteit van Aboriginals een beetje in dezelfde sfeer als het traditionale Friese eierzoeken. Gelukkig zijn er naar schatting nog zo'n 23 miljoen exemplaren. Ze broeden in zelf gegraven holen in de duinen.

Op het strand 150 km zuidelijker, een uitgestrekte schoorwal van 90 mijl lang, die heel toepassend ninety mile beach heet, was het weer raak. Ditmaal lag het strand niet bezaaid met die beesten, maar vond ik er toch nog eentje die alleen met een vleugelpunt boven het zand uitkwam. Deze was beduidend kleiner. Het boek er weer bij, meten en vergelijken, en het bleek een Fluttering Shearwater - alleen fladderen deed hij niet meer, zijnde dood als een pier. Dit is een wat kleinere soort die in Nieuw Zeeland broedt, maar hier buiten het broedseizoen rondhangt. 

Verder heeft Ibi nog een dode common diving-petrel gevonden: een nog kleiner bruin stormvogeltje. Helemaal zeker wist ik het niet, want het beest was vrij ver heen. We hebben hem in een zakje gestopt en meegenomen, en nu ligt hij hier in de vriezer. Ik ben van plan een ornithologisch instituut op te zoeken om het beest even te laten zien. 

Geen opmerkingen: