zondag 5 december 2010
Schande
Dit jonge zeehondje trof ik aan op het verlaten strand tussen New Plymouth en Oakura (het dorp waar we wonen). Het strand is alleen bereikbaar bij laag water langs de rotsen, of via prive-terrein.
Het beestje is pas geboren, en dat is te zien aan de placenta die er nog bij ligt. Het is een New Zealand Fur Seal, ofte wel een Nieuw Zeelandse bont-zeehond. Ze komen voor op de kusten van Nieuw Zeeland en Zuid Australie.
Rond 1700, dus tegen de tijd dat de Europeanen aankwamen, waren ze allen al vrijwel uitgeroeid; nog een voorbeeld van hoe de maori's in harmonie met de natuur leefden (zoals ik al eerder betoogde).
De Europeanen wilden hier natuurlijk niet voor onderdoen, en maakten het karwijtje nog even af, en ook dit dier was bijna op de lijst van uitgestorven soorten terecht gekomen. Maar nu schijnt het gelukkig een stuk beter te gaan met deze dieren - maar dat is pas sinds de laatste tientallen jaren.
In oktober en november (nu dus) komen ze naar de kusten om jongen voort te brengen. Ze krijgen één jong per jaar, en volgens sommige bronnen is dit pas in januari. Maar dit pas geboren beestje is dus overduidelijk in november geboren.
De eerste twaalf dagen schijnt de moeder bij de pup te blijven, daarna worden ze steeds langer alleen gelaten omdat er ook voedsel gehaald moet worden.
Tussen New Plymouth en Oakura ligt een 10 km lang, moeilijk bereikbaar stuk kust, en daar schijnen ze wel vaker jongen te werpen.
Dit type zeehond behoort tot de geoorde zeehonden: ze hebben, zoals op de foto te zien is, een klein oorschelpje. Dit in tegenstelling tot de echte zeehonden, die dat niet hebben.
Het beestje op de foto was stervende. Een schande volgens de moderne Nederlander; dood hoort immers niet in de natuur thuis. Ik had dat beest minstens uit z'n lijden moeten verlossen door een geweerschot. En oh ja, ik had het moeten bijvoeren om te voorkomen dat het zover zou komen.
Bruut die ik ben, heb ik dat niet gedaan. Ik ben naar huis gegaan, en vier uur later nog eens wezen kijken, gewapend met camera in plaats van geweer. Toen was het helemaal bijna gedaan. Eerst deed hij z'n oogjes nog wel eens open en piepte hij af en toe; nu kon je nog net de adem zien, maar kijken was er niet meer bij, en vliegen van z'n oogleden of bekje wegbewegen was ook al te veel inspanning.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten