Maar ja, hoe kom je er dan? Het toeristenbureau van Ilhéus ligt zeer centraal, maar van de zo'n veertig keer dat we er nu langs gekomen zijn, hebben we het welgeteld één maal geopend aangetroffen. Kaarten kunnen Brazilianen blijkbaar niet lezen; na veel moeite is het me gelukt een kaart van de stad Ilhéus te bestellen; kaarten van de regio zijn er gewoon niet. En er bestaan wel internetsites met prachtige foto's en beschrijvingen van de mooiste gebieden in de omgeving, maar een uitleg hoe er te komen volstaat meestal met "boek een tour bij Joao".
Omdat we na al dat gezoek op websites naar routebeschrijvingen naar "Het eiland van de wensen" of "Het betoverde Meer" nou ook wel eens wilden weten hoe het er in het echt uitziet, probeerden we informatie in te winnen op de manier zoals dat blijkbaar gaat in een land als dit: via contacten, en heel veel vragen onderweg.
Zo kwamen we na twee keer er langs rijden uiteindelijk aan bij "Het eiland van de wensen", een stukje kust dat door twee armen van een rivier omgetoverd was tot een eiland, en waar je met een veerpontje naar toe kon. Best grappig, maar persoonlijk vond ik het minder indrukwekkend dan de naam deed vermoeden.
Zo gezegd zo gedaan; en zowaar stond er zelfs een bord bij de afslag; daar bleek het nog 6 km hotsen over een verschrikkelijke piste, hetgeen uiteindelijk net zo lang duurde als die 50 km over asfalt die we daarvoor hadden afgelegd om hier te komen. Aangekomen in het park hing er een mooi bord over de weg dat ons welkom heette, en ook als snel vonden we een mooi ingericht bezoekerscentrum met informatiepanelen, en - vrij uniek voor Braziliaanse begrippen - goed onderhouden! Maar niemand in de wijde omtrek te zien. We vroegen ons nog af of we wel goed zaten, want aan het begin van het hotspad was een splitsing geweest: links naar het bioreservaat van Una, rechts naar het Ecopark van Una, en het kan maar zo zijn dat je als leek en eenvoudig toerist een ecopark met een bioreservaat verwart. Maar omdat niemand zin had om terug te gaan hobbelen, met het risico om vervolgens tot de ontdekking te komen dat dat niet had gehoeven, besloten we dan maar op eigen houtje het ecopark in te gaan - die gids hadden we toch al niet veel zin in gehad, en het scheelde ook nog in de entreegelden (hoewel we best hadden willen betalen voor het onderhoud van het mooie gebied, maar ja, er was gewoon niemand).
Zo gezegd zo gedaan, en eerst togen we een stukje langs de rivier langs een smal pad, waarbij het oerwoud er omheen verwoede pogingen deed om het pad terug te eisen. Hetgeen vooral dankzij het gras wat er op stond goed lukte: dit gras had naar beneden staande, erg scherpe minescule haartjes, zodat wanneer je er met blote huid langs streek je net-wel-net-niet je huid er aan open haalde. Overdaad schaadt, en tegen zoveel natuur waren we niet opgewassen, zodat we besloten om het andere pad dat ik gezien had uit te proberen.
Dit pad voerde ook door het oerwoud, en was meer een succes: het bleek het officiële
En het moet gezegd: het pad bleek een prachtig, goed beloopbaar pad, goed onderhouden, met af en toe wat informatieve bordjes (maar niet te veel), en wat ook belangrijk was: het gras bleef braaf buiten de gebaande paden op z'n plek staan zonder ons in onze voortgang te hinderen. Er bleek een watervalletje langs te liggen waarin we konden poedelen, maar de hoofdattraktie was toch wel het "boomkronenpad". Ons eigen Drenthe kent ook zo iets, en hoewel dat dichter bij onze woonplaats in Nederland ligt dan Una van ons huis in Ilhéus ligt, moet ik tot mijn schande bekennen daar nooit geweest te zijn.
Het boomkronenpad van Ilhéus was hoog en slingerig, en bestond uit een met netten omspannen smal plankenpad dat van woudreus naar woudreus voerde, enkele tientallen meters boven de grond. Hoogtevrees moest je er niet voor hebben, en het slingerde behoorlijk als je er over liep, maar het was beslist veilig, goed onderhouden en knap uitgevoerd. Alleen de term "boomkronenpad" is misleidend, want in zo'n oerwoud zijn de bomen dermate hoog dat dit pad, hoewel behoorlijk hoogtevreesopwekkend, nog niet eens tot halverwege de woudreuzen komt. Vooral Jitse vond het prachtig, en wilde er eigenlijk niet weg.

Al met al was Una een geslaagde trip, ondanks (of dankzij?) het niet op komen dagen van de gids op de gemaakte afspraak. Maar daardoor hebben we ons wellicht des te meer vermaakt.
Verder zijn we nog bij het "Betoverde Meer" ("Lagoa Encantada") geweest, aan de andere kant van Ilhéus - maar dat is weer een ander verhaal; daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten