Er is even een korte mediastilte van onze kant geweest, zoals jullie wel gemerkt hebben. Dat komt omdat de in Brazilie aangeschafte Nootsjeboekie onlangs op onbenullige wijze virtueel overleden is.
Voor iedereen zich doodschrikt: nee, er is niemand echt dood. Maar de computer die we hadden ging kaduuk, niet omdat er echt iets mis is, maar simpel en onbenullig omdat het busje waar de electriciteit in moet geen contact meer maakt. En zoiets onnozels kost in de moderne wereld van nu natuurlijk doodleuk $350 om te repareren. Slik.
Nou had ik het al nooit zo begrepen op laptops, want ze zijn twee a drie keer zo duur als een even snelle/goede 'gewone' computer, je hebt nauwelijks uitbreidingsmogelijkheden, en ze gaan ook nog eens drie keer zo kort mee. En bepaald ergonomisch verantwoord is het meestal ook al niet. Kortom: nooit een laptop aanschaffen als het niet echt strikt noodzakelijk is.
Vandaar dat hier nu een nieuwe 'desktop' staat (een gewone computer dus), razendsnel, en zo modern als we nooit geweest zijn, speciaal naar wens samengesteld door een heel geschikt klein computerwinkeltje, en allemaal ook nog eens in elkaar gezet en geleverd 2 dagen voor de kerst. Het enige wat nog problemen opleverde (dankzij de kerst = alles dicht) was de oude data op de nieuwe PC krijgen, maar dat is nu net gelukt.
En.... ik ben OVER!! Ja ja, er draait Linux Ubuntu op. Jaren terug al voor het eerst linux geprobeerd, herhaaldelijk met een nieuwe installatie er tegen aan zitten te hikken, maar nooit doorgebroken omdat er in het verleden altijd wel iets was. Maar nu... Fantastisch. Eindelijk VEEL BETER dan windows. Geen gedoe meer met irritante virusscanners - want die zijn simpelweg niet nodig in linux - , alles vanzelf veel beter geordend en georganiseerd in plaats van dat rommelige gedoe met het bureaublad en startmenu van windows waar alles maar als een grote brij ingeplempt wordt, en natuurlijk inherent veel veiliger. En niet in de laatste plaats: je geld gaat ook nog eens niet naar dhr Gates toe (die heeft toch wel genoeg), want het is helemaal gratis en voor niks.
En was het vroeger meer gedoe; tegenwoordig is het zelfs op punten makkelijker dan windows. Voor windows moest ik nog een installatie-cd voor de printer draaien en zulk soort gedoe; in Linux deed hij het gewoon meteen perfect enkel en alleen door de printer aan te zetten en het snoertje in de PC te steken.
Kortom, ik kan het iedereen aanraden. Linux heeft windows wat mij betreft definitief ingehaald.
Maar goed, na al dit technische gezeur dat totaal niet interessant is voor niet-nerds:
Ook de komende tijd even geen bericht van ons, want Paula is in Nieuw Zeeland aangekomen, en morgenavond vertrekken we opnieuw naar Rotorua, voor een vierdaagse trip samen met haar. Nu met heel wat meer voorbereiding, want ik heb een uitgebreide lijst met 'wilde' hotsprings vooraf uitgeprint. Dus we komen straks lekker terug met zwaveldamp in onze haren en week gestoomde huidjes.
donderdag 30 december 2010
vrijdag 24 december 2010
Omhoog spuitende lava
Nee, de vulkaan is niet uitgebarsten...
Desalniettemin is Nieuw Zeeland wat sommige aspecten betreft een uiterst gevaarlijk land.
Ik liep vanochtend met Jitse en Ibrich naar het winkeltje in het dorp. We moesten erg oppassen met lopen; elke misplaatste stap kon onmiddelijk een wisse dood tot gevolg hebben.
Jitse vertelde dat je niet op de 'streepjes' tussen de betonplaten van het voetpad kon gaan staan, want dan zou daar lava uit omhoog spuiten en zou je verbranden. Ook moest je niet zo frivool zijn om het te wagen een voet op de blaadjes te zetten die hier en daar op het beton waren gevallen; het gif in deze blaadjes was zo sterk, dat het dwars door je schoenen zou trekken (als ik die aan zou hebben gehad), waardoor er ook een snelle gruwelijke dood zou volgen. Ook in dit geval zou er dan nog lava omhoog gaan spuiten, maar het mechanisme daarachter is me nog steeds niet echt duidelijk.
Het gras naast het voetpad was ook geen veilige optie, want dat was ook zwaar giftig. Dit gif zou er voor zorgen dat je eerst helemaal groen werd en daarna ter plekke dood neer zou storten. Ibi voegde daar nog aan toe dat als je daar op stond, je eerst ging kotsen, dan ziek werd, en dan dood neer zou vallen. En voor vogelpoep op de stoep moest je ook oppassen; dit veroorzaakt dat je eerst helemaal uitbleekt, en dan levenloos ter aarde stort.
De stoep lag ook bezaaid met rode draden van de bloemen van de christmas tree. Ook deze waren in eerste instantie dodelijk giftig, maar dat was toch echt geen doen om die allemaal te ontwijken, zoveel dat er lagen. Gelukkig bleek al snel dat we immuun waren voor dat gif - dus dat was weer een zorg minder.
We hebben het er levend afgebracht, heen en terug naar de winkel.
Wel een schande trouwens. Ik snap niet dat de autoriteiten hier niets aan deze levensgevaarlijke situatie doen. Het is toch te gek voor woorden dat je alleen met gevaar voor eigen leven naar de buurtwinkel kan?
Of zou het aan de morbide inslag van onze lieve kindjes liggen?
Desalniettemin is Nieuw Zeeland wat sommige aspecten betreft een uiterst gevaarlijk land.
Ik liep vanochtend met Jitse en Ibrich naar het winkeltje in het dorp. We moesten erg oppassen met lopen; elke misplaatste stap kon onmiddelijk een wisse dood tot gevolg hebben.
Jitse vertelde dat je niet op de 'streepjes' tussen de betonplaten van het voetpad kon gaan staan, want dan zou daar lava uit omhoog spuiten en zou je verbranden. Ook moest je niet zo frivool zijn om het te wagen een voet op de blaadjes te zetten die hier en daar op het beton waren gevallen; het gif in deze blaadjes was zo sterk, dat het dwars door je schoenen zou trekken (als ik die aan zou hebben gehad), waardoor er ook een snelle gruwelijke dood zou volgen. Ook in dit geval zou er dan nog lava omhoog gaan spuiten, maar het mechanisme daarachter is me nog steeds niet echt duidelijk.
Het gras naast het voetpad was ook geen veilige optie, want dat was ook zwaar giftig. Dit gif zou er voor zorgen dat je eerst helemaal groen werd en daarna ter plekke dood neer zou storten. Ibi voegde daar nog aan toe dat als je daar op stond, je eerst ging kotsen, dan ziek werd, en dan dood neer zou vallen. En voor vogelpoep op de stoep moest je ook oppassen; dit veroorzaakt dat je eerst helemaal uitbleekt, en dan levenloos ter aarde stort.
De stoep lag ook bezaaid met rode draden van de bloemen van de christmas tree. Ook deze waren in eerste instantie dodelijk giftig, maar dat was toch echt geen doen om die allemaal te ontwijken, zoveel dat er lagen. Gelukkig bleek al snel dat we immuun waren voor dat gif - dus dat was weer een zorg minder.
We hebben het er levend afgebracht, heen en terug naar de winkel.
Wel een schande trouwens. Ik snap niet dat de autoriteiten hier niets aan deze levensgevaarlijke situatie doen. Het is toch te gek voor woorden dat je alleen met gevaar voor eigen leven naar de buurtwinkel kan?
Of zou het aan de morbide inslag van onze lieve kindjes liggen?
donderdag 23 december 2010
Turbo-katteogen, spiraalkoppoten en de lantaarn van Aristoteles
We kregen geen goede inzendingen op de prijsvraag van vorige keer, dus de hoofdprijs van 7 miljoen blijft in de pot.
De oplossing was als volgt:
1. Operculum van Turbo smaragdus
De ronde, afgeplatte knoopjes met een spiraaltekening op de platte zijde zijn geen slakkenhuisjes, want ze zijn helemaal massief, en er kan dus met geen mogelijkheid een dier ingezeten hebben. Het zijn opercula. Een operculum is het klepje waarmee slakken hun slakkenhuis afsluiten. De meeste slakken hebben zo'n klepje. Met name bij litorale slakkensoorten is het operculum stevig ontwikkeld, omdat het er voor zorgt dat het huis goed afgesloten wordt als de slak bij laag water droog valt. Op deze manier voorkomt het dier uitdroging.
Turbo smaragdus heeft een schelp die stevig is en die meestal een paar centimeter groot is. Ze komen hier algemeen voor op rotsen in de getijdenzone. Deze soort is endemisch voor Nieuw Zeeland, wat wil zeggen dat ze alleen hier in Nieuw Zeeland voorkomen. Maar wereldwijd zijn er vele Turbo-soorten, en allemaal maken ze soortgelijke klepjes.
De klepjes van deze soorten worden vaak als sierraad gebruikt in hangertjes en dergelijke. Ze heten dan katteogen.
2. Inwendige schelp van Spirula spirula, een inktvissensoort
Het mooie fijne spiraalschelpje is de inwendige schelp van een inktvissensoort, Spirula spirula ofte wel de posthoorninktvis. Dit is een heel algemene diepzeeinktvis, die zeer zelden levend gevonden wordt. De schelpjes echter spoelen heel vaak aan, en dat komt natuurlijk omdat ze - integenstelling tot de meeste andere schelpen - drijven.
Het zijn bijzondere schelpjes die wel wat aan de schelp van fossiele ammonieten doen denken, of aan de schelp van het levend fossiel de Nautilus. De overeenkomst is dat het schelpje bestaat uit verschillende van elkaar gescheiden luchtkamers. Het verschil is dat ammonieten en nautilussen uitwendige schelpen zijn, en dit schelpje is inwendig.
Het schelpje dient dan ook niet ter bescherming van het dier, maar heeft dezelfde functie als een zwemblaas bij vissen: evenwicht en uitbalancering. Door de lucht in de kamertjes kan het dier er voor zorgen dat zijn lichaam even zwaar is als het omliggende water, en dat hij met de kop omlaag blijft zweven - wat de bedoeling is.
Het dier zelf is een centimeter of 4 groot, en heeft 10 tentakels op z'n kop zitten. Het is een vrij uniek beestje, in die zin dat het geen naaste verwanten meer heeft. Het is nog het meest verwant aan belemnieten, uitgestorven inktvisjes waarvan de langwerpige, sigaarvormige schelp heel veel gevonden wordt.
De soort is tropisch, maar de schelpjes kunnen in principe overal aanspoelen. Men schat dat de schelpjes soms jaren op zee kunnen drijven voordat ze ergens aanspoelen. En zo komen ze dus ook massaal op de stranden hier terecht, want Nieuw Zeeland is natuurlijk verre van tropisch.
3. Lantaarn van Aristoteles.
Het laatste object is een lantaarn van Aristoteles, oftewel het kauwapparaat wat in de mond van een zeeegel zit. Dit exemplaar is nog helemaal gaaf en intact, en dat is vrij zeldzaam. Het is een ingewikkelde constructie bestaande uit vijf kalkplaten.
De oplossing was als volgt:
1. Operculum van Turbo smaragdus
De ronde, afgeplatte knoopjes met een spiraaltekening op de platte zijde zijn geen slakkenhuisjes, want ze zijn helemaal massief, en er kan dus met geen mogelijkheid een dier ingezeten hebben. Het zijn opercula. Een operculum is het klepje waarmee slakken hun slakkenhuis afsluiten. De meeste slakken hebben zo'n klepje. Met name bij litorale slakkensoorten is het operculum stevig ontwikkeld, omdat het er voor zorgt dat het huis goed afgesloten wordt als de slak bij laag water droog valt. Op deze manier voorkomt het dier uitdroging.
Turbo smaragdus heeft een schelp die stevig is en die meestal een paar centimeter groot is. Ze komen hier algemeen voor op rotsen in de getijdenzone. Deze soort is endemisch voor Nieuw Zeeland, wat wil zeggen dat ze alleen hier in Nieuw Zeeland voorkomen. Maar wereldwijd zijn er vele Turbo-soorten, en allemaal maken ze soortgelijke klepjes.
De klepjes van deze soorten worden vaak als sierraad gebruikt in hangertjes en dergelijke. Ze heten dan katteogen.
2. Inwendige schelp van Spirula spirula, een inktvissensoort
Het mooie fijne spiraalschelpje is de inwendige schelp van een inktvissensoort, Spirula spirula ofte wel de posthoorninktvis. Dit is een heel algemene diepzeeinktvis, die zeer zelden levend gevonden wordt. De schelpjes echter spoelen heel vaak aan, en dat komt natuurlijk omdat ze - integenstelling tot de meeste andere schelpen - drijven.
Het zijn bijzondere schelpjes die wel wat aan de schelp van fossiele ammonieten doen denken, of aan de schelp van het levend fossiel de Nautilus. De overeenkomst is dat het schelpje bestaat uit verschillende van elkaar gescheiden luchtkamers. Het verschil is dat ammonieten en nautilussen uitwendige schelpen zijn, en dit schelpje is inwendig.
Het schelpje dient dan ook niet ter bescherming van het dier, maar heeft dezelfde functie als een zwemblaas bij vissen: evenwicht en uitbalancering. Door de lucht in de kamertjes kan het dier er voor zorgen dat zijn lichaam even zwaar is als het omliggende water, en dat hij met de kop omlaag blijft zweven - wat de bedoeling is.
Het dier zelf is een centimeter of 4 groot, en heeft 10 tentakels op z'n kop zitten. Het is een vrij uniek beestje, in die zin dat het geen naaste verwanten meer heeft. Het is nog het meest verwant aan belemnieten, uitgestorven inktvisjes waarvan de langwerpige, sigaarvormige schelp heel veel gevonden wordt.
De soort is tropisch, maar de schelpjes kunnen in principe overal aanspoelen. Men schat dat de schelpjes soms jaren op zee kunnen drijven voordat ze ergens aanspoelen. En zo komen ze dus ook massaal op de stranden hier terecht, want Nieuw Zeeland is natuurlijk verre van tropisch.
3. Lantaarn van Aristoteles.
Het laatste object is een lantaarn van Aristoteles, oftewel het kauwapparaat wat in de mond van een zeeegel zit. Dit exemplaar is nog helemaal gaaf en intact, en dat is vrij zeldzaam. Het is een ingewikkelde constructie bestaande uit vijf kalkplaten.
dinsdag 21 december 2010
zondag 19 december 2010
Watervallenstrandje
Normaal breng ik Ibrich 's ochtends naar het kinderdagverblijf in de stad, zo'n 12 kilometer verderop. Op de terugweg ga ik dan even mijn ochtendbad nemen op mijn eigen privé-strandje.
Het strandje ligt in een reservaat tussen Omata en New Plymouth, aan een kust die moeilijk bereikbaar is vanwege de steile kliffen en het gebrek aan wegen die er naar toe leiden.
Hieronder een fotoverslagje van de trip naar het strandje.
Het pad voert eerst door een duinachtig gebied met veel begroeiing, ...
... dan langs de rand van de klif met uitzicht op het strand.
In de verte kun je dan de al eerder genoemde Sugarloaf islands zien liggen, oeroude resten van een vulkaankegel.
Uiteindelijk een stukje door een weiland om dan via een klein watervalletje af te dalen tot op het strandje.
Het aardige van het strandje is dat er twee riviertjes op uitkomen, die allebei eindigen in een watervalletje. Op het strand zelf vloeien deze twee rivieren samen tot één.
Het bijzondere is dat bij vloed het zeewater soms zelfs tot aan de watervallen komt, waarbij dus de hele loop van de rivier weggevaagd wordt. Als de vloed weer wegtrekt moet de rivier zijn bedding dus weer helemaal opnieuw uitslijpen in het strand. Elke dag loopt het riviertje dus weer ergens anders. Bij dood tij verplaatst het riviertje zijn loop niet heel veel, maar bij springtij kan het riviertje tientallen meters verschoven zijn ten opzichte van voorgaande dagen.
Bij de grootste waterval staat een bank die iemand van drijfhout in elkaar geknutseld heeft.
Op een dag had iemand deze in de waterval neergezet. Echt lekker uitrusten kon je er niet...
Het strandje ligt in een reservaat tussen Omata en New Plymouth, aan een kust die moeilijk bereikbaar is vanwege de steile kliffen en het gebrek aan wegen die er naar toe leiden.
Hieronder een fotoverslagje van de trip naar het strandje.
Het aardige van het strandje is dat er twee riviertjes op uitkomen, die allebei eindigen in een watervalletje. Op het strand zelf vloeien deze twee rivieren samen tot één.
Het bijzondere is dat bij vloed het zeewater soms zelfs tot aan de watervallen komt, waarbij dus de hele loop van de rivier weggevaagd wordt. Als de vloed weer wegtrekt moet de rivier zijn bedding dus weer helemaal opnieuw uitslijpen in het strand. Elke dag loopt het riviertje dus weer ergens anders. Bij dood tij verplaatst het riviertje zijn loop niet heel veel, maar bij springtij kan het riviertje tientallen meters verschoven zijn ten opzichte van voorgaande dagen.
Bij de grootste waterval staat een bank die iemand van drijfhout in elkaar geknutseld heeft.
Op een dag had iemand deze in de waterval neergezet. Echt lekker uitrusten kon je er niet...
vrijdag 17 december 2010
Raadsel: Mysterieuze vondsten
Omdat we natuurlijk niet allerlei kerstprullaria hadden meegenomen hier naartoe, en omdat we het ook onzin vonden om die voor twee maal kerst aan te gaan schaffen, moesten we dus iets anders bedenken. Geen kerstboom was natuurlijk geen optie met relatief kleine kinderen, dus hadden we bedacht dat we naar het strand zouden gaan om daar dingen te zoeken om in de kerstboom te hangen. Een geschikt strand leek mij een uitgestrekt breed en verlaten surfstrand bij Okato, dat helemaal vol ligt met drijfhout in de meest bizarre vormen.
Zo gezegd zo gedaan, en het was een succes. Naast bizar gevormde takjes drijfhout, krabbescharen, de poten van een enorme kreeft, laminaria-voetjes en natuurlijk vele schelpjes, vonden we nog drie bijzonder mysterieuze voorwerpen.
Voorwerp 1: bolle zijde
Voorwerp 1: platte zijde
Jitse heeft honderden kleine ronde eenzijdig afgeplatte kalkknoopjes uit het zand opgevist. Niet geschikt om op te hangen want te hard om te doorboren, en verder op geen enkele manier aan een touwtje te krijgen, maar wel heel mooi, vooral omdat er op de platte zijde een mooi spiraaltje te zien was. Jitse was er dan ook erg verguld mee.
Maar wat het nou waren??? We hadden geen flauw benul.
Voorwerp 2
Verder waren er veel kleine, zeer tenger gebouwde spiraalachtige schelpjes te vinden, met luchtkamertjes nota bene. In dit geval had ik wel een vermoeden in welke hoek ik de oorsprong moest zoeken, en wat rondneuzen op internet bevestigde dat.
Tot slot nog een object wat in tegenstelling tot voorgaande minder makkelijk te vinden is. In dit geval wist ik meteen wat het was. Zie foto.
Voorwerp 3: bovenaanzicht
Voorwerp 3: zijaanzicht
Wie weet wat deze drie objecten zijn? Zet het antwoord maar in een reaktie op deze blog. Wie alle drie goed raad kan een prijs krijgen.
Zo gezegd zo gedaan, en het was een succes. Naast bizar gevormde takjes drijfhout, krabbescharen, de poten van een enorme kreeft, laminaria-voetjes en natuurlijk vele schelpjes, vonden we nog drie bijzonder mysterieuze voorwerpen.
Jitse heeft honderden kleine ronde eenzijdig afgeplatte kalkknoopjes uit het zand opgevist. Niet geschikt om op te hangen want te hard om te doorboren, en verder op geen enkele manier aan een touwtje te krijgen, maar wel heel mooi, vooral omdat er op de platte zijde een mooi spiraaltje te zien was. Jitse was er dan ook erg verguld mee.
Maar wat het nou waren??? We hadden geen flauw benul.
Verder waren er veel kleine, zeer tenger gebouwde spiraalachtige schelpjes te vinden, met luchtkamertjes nota bene. In dit geval had ik wel een vermoeden in welke hoek ik de oorsprong moest zoeken, en wat rondneuzen op internet bevestigde dat.
Tot slot nog een object wat in tegenstelling tot voorgaande minder makkelijk te vinden is. In dit geval wist ik meteen wat het was. Zie foto.
Wie weet wat deze drie objecten zijn? Zet het antwoord maar in een reaktie op deze blog. Wie alle drie goed raad kan een prijs krijgen.
woensdag 15 december 2010
worstjes en modeshows
Terwijl ons hoofd er nog niet bij kan dat het straks kerstmis is en de kinderen overmorgen voor de tweede keer dit jaar zomervakantie krijgen, rollen we hier van de ene festiviteit in de andere. Het begon met Halloween, daarna een sportdag van Jitse op een andere school, een estafette loop om de berg waar een vriendje van Jitse(Ben van 8) aan meedeed, en een fun run waarbij de kinderen in teams verkleed als popster, nerd, hippy of kabouter obstakels moesten omzeilen. Jitse was een popster.
Ook voor Ibi was er de een na de andere activiteit, een reisje naar de kinderboerderij, het pretpark. Morgen haar afscheid op het KDV en de dag erna nog een wielendag, dat alle kinderen daar hun stepjes en rolschaatsen en fietsjes meenemen.
Op het ziekenhuis is het inmiddels ook een dolle boel. Het begon met drie barbeques in een week, en er komen er nog minstens 2. Nog een kerstbarbeque met de patienten, en nog een bij een van de nurse educator thuis, volgens traditie.
Vervolgens nog een kerstbarbeque voor the hospital staff. Geen wonder dat nieuw zeeland een van de hoogste hart en vaatziekten cijfers heeft...
Maar creatief zijn ze ook. Een grote klapper op die kerstbarbeque was het wearable arts contest. Alle afdelingen hadden hun best gedaan om met materialen van hun afdeling een toepasselijke outfit te maken. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Zoveel creativiteit en craftmanship. Geweldig. Klappers vond ik de dame van het schoonmaakteam met een jurk van handendroogdoekjes, en een boeket van plumeau en pleeborstel die ze aan de jury overhandigde. De verpleegkundige van neonatal unit die een prachtige mantel had gemaakt van (ongebruikte) luiers. Met bijpassende UGH boots van luiers. De pompoenen daaraan waren gemaakt van kleine babyslofjes..
En de vampier van het laboratorium in haar stemmige rode mini jurk versierd met watjes (voor de kleine drupjes bloed, that sometimes spill...).
Hieronder de fotos die ik gejat heb van de officiele TDHB werknemers website. Hoop niet dat ik daardoor in de problemen kom.
Volgende week hebben we weer een barbeque met de patienten... ik denk dat ik het maar bij een slablaadje houd.
Ook voor Ibi was er de een na de andere activiteit, een reisje naar de kinderboerderij, het pretpark. Morgen haar afscheid op het KDV en de dag erna nog een wielendag, dat alle kinderen daar hun stepjes en rolschaatsen en fietsjes meenemen.
Op het ziekenhuis is het inmiddels ook een dolle boel. Het begon met drie barbeques in een week, en er komen er nog minstens 2. Nog een kerstbarbeque met de patienten, en nog een bij een van de nurse educator thuis, volgens traditie.
Vervolgens nog een kerstbarbeque voor the hospital staff. Geen wonder dat nieuw zeeland een van de hoogste hart en vaatziekten cijfers heeft...
Maar creatief zijn ze ook. Een grote klapper op die kerstbarbeque was het wearable arts contest. Alle afdelingen hadden hun best gedaan om met materialen van hun afdeling een toepasselijke outfit te maken. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Zoveel creativiteit en craftmanship. Geweldig. Klappers vond ik de dame van het schoonmaakteam met een jurk van handendroogdoekjes, en een boeket van plumeau en pleeborstel die ze aan de jury overhandigde. De verpleegkundige van neonatal unit die een prachtige mantel had gemaakt van (ongebruikte) luiers. Met bijpassende UGH boots van luiers. De pompoenen daaraan waren gemaakt van kleine babyslofjes..
En de vampier van het laboratorium in haar stemmige rode mini jurk versierd met watjes (voor de kleine drupjes bloed, that sometimes spill...).
Hieronder de fotos die ik gejat heb van de officiele TDHB werknemers website. Hoop niet dat ik daardoor in de problemen kom.
Volgende week hebben we weer een barbeque met de patienten... ik denk dat ik het maar bij een slablaadje houd.
maandag 13 december 2010
De berg op 2
Hier dan het nog toegezegde verhaal over onze tocht de berg op, als vervolg op de inleiding.
In Nederland viel de eerste sneeuw, dus leek het ons ook leuk de sneeuw eens op te zoeken, terwijl het hier de warmste dag tot nu toe was (24 graden). Bovendien was de lucht strak blauw, zelfs boven de berg.
Dus togen we naar Dawson Falls, een van de ingangen van het nationale park, en wel degene die precies aan de andere kant van Oakura ligt. We moesten dus helemaal om de berg heen rijden.
In het bezoekerscentrum vroegen we wat de beste strategie was om de sneeuw te bereiken. De aardige mevrouw daar dacht dat het niet haalbaar was met kinderen, omdat de sneeuw toch wel drie uur lopen was. We besloten het pad naar de top te volgen, en dan wel te zien hoe ver we zouden komen.
Het pad voerde eerste door het dichte woud dat de berg helemaal omgeeft: oude, dikke bomen, zwaar bemost, met soms bizarre vormen. Na een dik uur lopen met de kinderen hielden we rust onder een afdakje, de Hooker Shelter. De bomen waren hier intussen gedegradeerd tot struikjes. De stemming zat er nog steeds goed in, maar om die er ook in te houden verzon ik ondertussen al verder lopend maar een verhaal over de Boze Opossum en de zeven kleine Ibi's, en dat werkte heel goed.
Maar naarmate we hoger kwamen, geen schaduw van bomen meer hadden, en het nog steeds maar bleef stijgen en er geen sneeuw in zicht kwam, werden de kindjes toch wel moe. Conclusie: Ingeborg zou nog een klein stukje verder naar een berghut, en dan weer terug, en ik, Rinke, zou het pad volgen tot op de Fantham's piek, een "parasitaire" zij-uitgang van de vulkaan op bijna 2000 meter hoogte, 500 meter onder de top.
Zo gezegd zo gedaan. Mijn pad ging vanaf dat punt over in een soort trap van minstens duizend treden. Het hele pad van onder af tot aan de ashelling was trouwens omgebouwd tot een veredelde trap; ik vraag me af of Nieuw Zeelanders niet wat ver doorslaan in hun neiging om natuur om te vormen tot park, want ik kan me echt wel nuttiger bestedingen bedenken dan om de drie stappen een trede in een pad een berg op. Maar goed.
Hier op dit traject had de trap echt wel zijn nut, want hij voerde door een soort pampa-achtige hoge vegetatie, en was er naar het schijnt aangelegd om deze vegetatie te beschermen tegen platwalsen.
Bovenaan de trap vond ik de eerste sneeuwplekken, en daar begon de ellende ook: hier bestaat de helling uit losliggend puin en oude as, en het pad is gedegradeerd tot spoor wat hier zo goed en kwaad verschillende routes uit probeert. Het is steil en niet heel prettig lopen: twee passen vooruit, en een pas weer terugschuiven tot aan de enkels in het puin. Er groeit dan ook bar weinig. Zie foto hier rechts...
Desalniettemin kon je door een beetje intelligent je route uit te kiezen toch de ergste puinrommel behoorlijk vermijden. Zo goed en kwaad als het gaat kies je dan de grote rotsblokken en de hardere stukken, voor zover die voor handen zijn.
Dit gaat dan zo een paar honder meter omhoog, tot je ineens op de min of meer vlakke bovenzijde van de zij-piek staat, met vol uitzicht op grote sneeuwvelden en natuurlijk de grote piek zelf. Er was trouwens niet sprake van één zij-piek: er waren er een stuk of vier bij elkaar, gelegen in een kring rond een soort van kleine hoogvlakte met veel sneeuw. Omdat ik niet wist welke officieel Fantham's peak was, ben ik ze alle vier maar op geweest.
Terug was een stuk minder vermoeiend: half skiend, half zittend, half surfend laat je je naar beneden glijden door het puin. Het enige vervelende was dat mijn teva's daarbij met elke stap vol kwamen te zitten met tientallen steentjes, maar ook dat went. Altijd nog beter dan bergschoenen waar je voeten de hele dag in smoren en gaar sudderen.
Bij de onderste sneeuwplek heb ik een speciale plastic zak gevuld, en vervolgens ging het in rennend tempo de berg af, tot ik Ingeborg een klein stukje voor het bezoekerscentrum weer inhaalde. Ibrich trok verscheidene gekke bekken, en zulk een brutaliteit vroeg natuurlijk om een afstraffing met een sneeuwbal.
Een half uurtje later hebben we de meegenomen sneeuw opgemaakt in een volgend sneeuwballengevecht op de parkeerplaats.
Het was dus niet gelukt om met de kinderen de sneeuw te bereiken, maar toch hebben we ons sneeuwballengevecht gehad.
zaterdag 11 december 2010
Oerwoudexcursie
Jitse is filmster in deze documentaire. Hij geeft een rondleiding door de tuin van ons huis hier.
Gefilmd door Ingeborg, gemonteerd door Rinke.
Gefilmd door Ingeborg, gemonteerd door Rinke.
woensdag 8 december 2010
Oogus
Ibrich zit vijf dagen per week op het kinderdagverblijf, elke dag tot half drie.
Op een dag haalde ik haar op, en had ze een heel verhaal over een ander kindje dat daar zit, en daat Isis heet (Aaisis, op z'n engels uitgesproken).
Ibrich:
"In het Nederlands heet ze Oogus, he papa?"
Erg slim bedacht van Ibi, vind ik.
Op een dag haalde ik haar op, en had ze een heel verhaal over een ander kindje dat daar zit, en daat Isis heet (Aaisis, op z'n engels uitgesproken).
Ibrich:
"In het Nederlands heet ze Oogus, he papa?"
Erg slim bedacht van Ibi, vind ik.
maandag 6 december 2010
13 x 30 km en een zwarte kat
Veel mensen zijn benieuwd hoe het mij vergaat op mijn nieuwe werk. Tenslotte was dat ons ticket naar New Zealand, en de reden dat we in Taranaki zijn neergestreken. Nu moet je natuurlijk altijd voorzichtig zijn wat je op internet neerpent, dus daarom zal ik het houden bij algemene impressies.
Inmiddels ben ik 2,5 weken aan het werk als Senior House Surgeon op de Mental Health unit van het plaatselijke ziekenhuis. Het fietsen begint al te wennen. Ik heb er nu ruim 390 km opzitten, en ben niet meer zo buiten adem als ik boven op een heuvel aankom.
Het Taranaki Base Hospitalis het belangrijkste regionale ziekenhuis, maar als je aan het AZG en Martini gewend bent is het klein en gemoedelijk. Er werken rond de 500 mensen.
De Mental Health Unit draagt de mooie naam bron van helend water,in het Maori Te Puna Waiora. Het is een afdeling met 23 bedden voor meest acute patienten, want in New Zeeland zijn ongeveer 10 jaar geleden de psychiatrische ziekenhuizen afgeschaft. Patienten worden met kunst en vliegwerk in de community begeleid. Ook zijn er een aantal beschermde woonvormen en begeleide woonprojecten. Veel meer kan ik er helaas nog niet over vertellen want ik ben nog in de orientatie fase.
Wat ik wel kan vertellen is dat mijn collegas erg vriendelijk zijn, en hun best doen om mij wegwijs te maken op de afdeling. Ze zijn erg blij dat er eens een housesurgeon wat langer op de afdeling blijft dan 3 maanden. Wat ons verder als botte nederlanders opvalt is hoe beleefd en voorkomend de nieuw zeelanders zich uitdrukken. Dit was Jitse trouwens ook al opgevallen op school. Na 6 weken kent hij nog geen een scheldwoord! Je hoort gewoon veel minder gemopper, en als iemand je op een fout wijst klinkt het niet meteen als een standje. Het gaat gewoon met veel meer tact. Met mij hebben ze ook veel geduld want mijn verstrooidheid is berucht.
Mijn werk op de afdeling bestaat voornamelijk uit lichamelijk onderzoek van de nieuw opgenomen patienten, en behandelen van medische klachten die behandeling behoeven terwijl de patienten opgenomen zijn. Verder het schrijven van ontslagbrieven (ben bijna klaar met de achterstallige van de vorige house surgeon). Verder moet ik elke dag de patienten die op de gesloten afdeling of in isolatie verblijven spreken en zo nodig lichamelijk onderzoeken en een aanvraag invullen voor psychiatrisch onderzoek als een persoon tegen zijn of haar wil wordt opgenomen.
De streefperiode van een opname is niet langer dan 2 weken. Voor kinderen en adolescenten is het streven 48 uur. Dat is voor mij wel even wennen, want ik heb eigenlijk altijd gewerkt met chronische patienten.
Ik vindt het erg boeiend om de acute beelden te zien, en ook het effect van rust, regelmaat en medicatie op de patienten. Dus je kunt zeggen dat ik het wel naar mijn zin heb daar.
Een ander boeiend fenomeen is de huiskat. Een knuffelig zwart exemplaar waar geen enkele witte haar op te ontdekken valt. Dit vriendelijke beest huist in de stafkantine, tussen de broodrooster en de 2 liter pakken melk. (where would new zealanders be without Milo and toast'' Bella heeft een kattenluik naar buiten, en een keurig gat in de deur naar de afdeling. En zij zoekt elke nacht een lekker plekje bij een patient in bed om te overnachten. Iedereen vindt dit de gewoonste zaak van de wereld. In het TBH zijn tenminste drie katten. Een in de Hospice, een op MH. en nog een die ergens anders woont. Of dit ook in andere ziekenhuizen zo is heb ik nog niet kunnen achterhalen, maar hier is het al minstens 20 jaar zo. Voor Bella there was Goldie, en before Goldie there was...
Inmiddels ben ik 2,5 weken aan het werk als Senior House Surgeon op de Mental Health unit van het plaatselijke ziekenhuis. Het fietsen begint al te wennen. Ik heb er nu ruim 390 km opzitten, en ben niet meer zo buiten adem als ik boven op een heuvel aankom.
Het Taranaki Base Hospitalis het belangrijkste regionale ziekenhuis, maar als je aan het AZG en Martini gewend bent is het klein en gemoedelijk. Er werken rond de 500 mensen.
De Mental Health Unit draagt de mooie naam bron van helend water,in het Maori Te Puna Waiora. Het is een afdeling met 23 bedden voor meest acute patienten, want in New Zeeland zijn ongeveer 10 jaar geleden de psychiatrische ziekenhuizen afgeschaft. Patienten worden met kunst en vliegwerk in de community begeleid. Ook zijn er een aantal beschermde woonvormen en begeleide woonprojecten. Veel meer kan ik er helaas nog niet over vertellen want ik ben nog in de orientatie fase.
Wat ik wel kan vertellen is dat mijn collegas erg vriendelijk zijn, en hun best doen om mij wegwijs te maken op de afdeling. Ze zijn erg blij dat er eens een housesurgeon wat langer op de afdeling blijft dan 3 maanden. Wat ons verder als botte nederlanders opvalt is hoe beleefd en voorkomend de nieuw zeelanders zich uitdrukken. Dit was Jitse trouwens ook al opgevallen op school. Na 6 weken kent hij nog geen een scheldwoord! Je hoort gewoon veel minder gemopper, en als iemand je op een fout wijst klinkt het niet meteen als een standje. Het gaat gewoon met veel meer tact. Met mij hebben ze ook veel geduld want mijn verstrooidheid is berucht.
Mijn werk op de afdeling bestaat voornamelijk uit lichamelijk onderzoek van de nieuw opgenomen patienten, en behandelen van medische klachten die behandeling behoeven terwijl de patienten opgenomen zijn. Verder het schrijven van ontslagbrieven (ben bijna klaar met de achterstallige van de vorige house surgeon). Verder moet ik elke dag de patienten die op de gesloten afdeling of in isolatie verblijven spreken en zo nodig lichamelijk onderzoeken en een aanvraag invullen voor psychiatrisch onderzoek als een persoon tegen zijn of haar wil wordt opgenomen.
De streefperiode van een opname is niet langer dan 2 weken. Voor kinderen en adolescenten is het streven 48 uur. Dat is voor mij wel even wennen, want ik heb eigenlijk altijd gewerkt met chronische patienten.
Ik vindt het erg boeiend om de acute beelden te zien, en ook het effect van rust, regelmaat en medicatie op de patienten. Dus je kunt zeggen dat ik het wel naar mijn zin heb daar.
Een ander boeiend fenomeen is de huiskat. Een knuffelig zwart exemplaar waar geen enkele witte haar op te ontdekken valt. Dit vriendelijke beest huist in de stafkantine, tussen de broodrooster en de 2 liter pakken melk. (where would new zealanders be without Milo and toast'' Bella heeft een kattenluik naar buiten, en een keurig gat in de deur naar de afdeling. En zij zoekt elke nacht een lekker plekje bij een patient in bed om te overnachten. Iedereen vindt dit de gewoonste zaak van de wereld. In het TBH zijn tenminste drie katten. Een in de Hospice, een op MH. en nog een die ergens anders woont. Of dit ook in andere ziekenhuizen zo is heb ik nog niet kunnen achterhalen, maar hier is het al minstens 20 jaar zo. Voor Bella there was Goldie, en before Goldie there was...
zondag 5 december 2010
Schande
Dit jonge zeehondje trof ik aan op het verlaten strand tussen New Plymouth en Oakura (het dorp waar we wonen). Het strand is alleen bereikbaar bij laag water langs de rotsen, of via prive-terrein.
Het beestje is pas geboren, en dat is te zien aan de placenta die er nog bij ligt. Het is een New Zealand Fur Seal, ofte wel een Nieuw Zeelandse bont-zeehond. Ze komen voor op de kusten van Nieuw Zeeland en Zuid Australie.
Rond 1700, dus tegen de tijd dat de Europeanen aankwamen, waren ze allen al vrijwel uitgeroeid; nog een voorbeeld van hoe de maori's in harmonie met de natuur leefden (zoals ik al eerder betoogde).
De Europeanen wilden hier natuurlijk niet voor onderdoen, en maakten het karwijtje nog even af, en ook dit dier was bijna op de lijst van uitgestorven soorten terecht gekomen. Maar nu schijnt het gelukkig een stuk beter te gaan met deze dieren - maar dat is pas sinds de laatste tientallen jaren.
In oktober en november (nu dus) komen ze naar de kusten om jongen voort te brengen. Ze krijgen één jong per jaar, en volgens sommige bronnen is dit pas in januari. Maar dit pas geboren beestje is dus overduidelijk in november geboren.
De eerste twaalf dagen schijnt de moeder bij de pup te blijven, daarna worden ze steeds langer alleen gelaten omdat er ook voedsel gehaald moet worden.
Tussen New Plymouth en Oakura ligt een 10 km lang, moeilijk bereikbaar stuk kust, en daar schijnen ze wel vaker jongen te werpen.
Dit type zeehond behoort tot de geoorde zeehonden: ze hebben, zoals op de foto te zien is, een klein oorschelpje. Dit in tegenstelling tot de echte zeehonden, die dat niet hebben.
Het beestje op de foto was stervende. Een schande volgens de moderne Nederlander; dood hoort immers niet in de natuur thuis. Ik had dat beest minstens uit z'n lijden moeten verlossen door een geweerschot. En oh ja, ik had het moeten bijvoeren om te voorkomen dat het zover zou komen.
Bruut die ik ben, heb ik dat niet gedaan. Ik ben naar huis gegaan, en vier uur later nog eens wezen kijken, gewapend met camera in plaats van geweer. Toen was het helemaal bijna gedaan. Eerst deed hij z'n oogjes nog wel eens open en piepte hij af en toe; nu kon je nog net de adem zien, maar kijken was er niet meer bij, en vliegen van z'n oogleden of bekje wegbewegen was ook al te veel inspanning.
vrijdag 3 december 2010
In harmonie met de natuur
In mijn leven heb ik nogal eens vertoefd in kringen van eco-hippies. Over het algemeen zijn dat lieve, bevlogen en open mensen met wie het leuk omgaan is. Er zitten natuurlijk ook veel goede ideeen tussen. Een nadeel is wat mij betreft echter dat er nogal wat bizarre ideeen en bijgeloven rondgaan in die kringen. Zo is het geloof in kwakzalverij er zeer wijd verbreid, en menigeen gaat nog een stuk verder met geloof in magische rituelen als slingerende pendeltjes, Feng-shui (het levensgeluk vinden door het verschuiven van meubels) en het geloof in geesten en vage energieën.
Het bizarre is vaak dat gangbare wetenschap en geneeskunde uiterst kritisch benaderd worden (heel goed, altijd kritisch zijn), terwijl de meest bizarre alternatieve theorieen volstrekt kritiekloos aanvaard worden.
Om maar weer eens een eco-hippie-sprookje onderuit te halen, nu maar eens een verhaaltje over de oorspronkelijke bevolking die zo in harmonie leefde met de natuur.
De Maori kwamen hier ergens tussen de 1000 en 800 jaar geleden aan op Nieuw Zeeland, vanuit polynesische eilanden afkomstig. Zij waren de eerste mensen die hier op grote schaal aankwamen, en dat had desastreuse gevolgen voor de natuur.
Is de lijst met uitgestorven dieren sinds de aankomst van de europeanen al vrij lang, de lijst met uitgestorven dieren door de maori is welhaast twee maal zo lang. Nou hebben ze ook wat meer tijd gehad om dat te bewerkstelligen, maar desalniettemin laat dit zien dat het romantische idee van de "nobele wilde" die in harmonie leeft met de natuur toch echt een sprookje is. Om net zo veel of meer uit te roeien als 18, 19 of 20e eeuwse westerlingen moet je toch wel behoorlijk tekeer gaan dacht ik zo.
Natuurlijk wist iedereen die een beetje nadacht dit allang. Overal waar de mens in wat voor sociale vorm dan ook opdook heeft deze een grote impact gehad op de ecosystemen. Voor indianen in Noord en Zuid Amerika zijn net zulk soort verhalen op te hangen.
De condities in Nieuw Zeeland ten tijde van aankomst van de eerste mensen waren ook erg bijzonder, en vroegen er eigenlijk ook bijna om om kapot gemaakt te worden. Zoals ik al eerder schreef, zijn zoogdieren de grote afwezigen hier. Ze komen er gewoon niet voor, om de simpele reden dat Nieuw Zeeland al geisoleerd was van de rest van de wereld tegen de tijd dat zoogdieren ontstonden.
Nadat de dino's massaal het loodje legden, kwamen er overal op de wereld ecologische niches vrij die al heel snel ingenomen werden door de zoogdieren. Op Nieuw Zeeland werden deze, bij gebrek aan zoogdieren, vooral ingenomen door vogels.
Om een of andere reden waren daar nauwelijks predatoren bij. De meeste dieren waren dus gewoon niet gewend aan predatoren die ze opvraten - en de predatoren die er waren waren ook vogels, en kwamen dus uit de lucht en niet van de grond. Het aantal vogelsoorten dat het niet meer zo nodig vond om nog te kunnen vliegen is dan ook opvallen groot. Maar dat maakt je natuurlijk erg kwetsbaar als er dan een soort komt die en zelf jaagt, en een hele batterij aan grondpredatoren meeneemt zoals ratten, en in latere instantie katten, honden en egels.
Dat de evolutie hier een enorm gat had laten liggen, moest natuurlijk vroeg of laat eens een keer mis gaan. Was de mens er nooit aangekomen, dan was op zeker moment wel eens een andere soort in dit gat in de niches gedoken, en hadden al die onbevangen soorten de keuze gehad tussen of uitsterven, of mee-evolueren. Nadeel van de mens was dat het allemaal zo snel ging dat mee-evolueren geen optie was, dus restte er niets dan uitsterven.
Enkele van de uitgestorven soorten:
MOA
De bekendste is wel de moa. In werkelijkheid betrof dit een stuk of tien soorten. Het waren gigantische loopvogels, varieren van een centimeter of 40 in grootte tot meer dan 3 meter hoog. Ze werden zwaar bejaagd door de maori, en omdat ook hun habitat vaak platgebrand werd, was het binnen enkele tientallen jaren gedaan met deze vogels. Archeologen hebben in bepaalde vroege maori-nederzettingen de restanten van meer dan 4000 gedode moa gevonden.
Haast´s eagle
Dit was de grootste roofvogel ooit, groter dan de nu grootste californische condor. De vleugelspanwijdte was meer dan 3 meter, en hij woog 13 kilo. Hij leefde waarschijnlijk vooral door te jagen op moa. Vanwege het uitsterven van de grote prooidieren stierf deze vogel uiteindelijk ook snel na de komst van de maori uit.
Adzebill
Een bizar soort loopvogel die ook tot 80 cm groot kon worden, en 16 kilo zwaar kon worden. Hij was helemaal nergens aan verwant, al zag hij er een beetje uit als een enorm soort waterhoen. Ook dit dier is door de jacht van de maori´s uitgeroeid.
new zealand goose
een enorme niet-vliegende gans van 18 kilo zwaar. Ook een te makkelijke prooi voor de maori.
new zealand raven
Raven kwamen hier dus duidelijk toch voor. En ze konden ook vliegen. Maar ze waren stom genoeg om hun nesten op de grond te bouwen, hetgeen hun einde betekende toen de maori aankwamen. Niet zozeer omdat ze direct vervolgd werden door de maori, maar vanwege de polynesische rat die door de maori ingevoerd is.
Het lijstje is natuurlijk nog vele malen langer te maken. Om de beschuldiging van eenzijdige focus voor te zijn: later nog een verhaaltje over wat de Europeanen hier allemaal aangericht hebben.
Het bizarre is vaak dat gangbare wetenschap en geneeskunde uiterst kritisch benaderd worden (heel goed, altijd kritisch zijn), terwijl de meest bizarre alternatieve theorieen volstrekt kritiekloos aanvaard worden.
Om maar weer eens een eco-hippie-sprookje onderuit te halen, nu maar eens een verhaaltje over de oorspronkelijke bevolking die zo in harmonie leefde met de natuur.
De Maori kwamen hier ergens tussen de 1000 en 800 jaar geleden aan op Nieuw Zeeland, vanuit polynesische eilanden afkomstig. Zij waren de eerste mensen die hier op grote schaal aankwamen, en dat had desastreuse gevolgen voor de natuur.
Is de lijst met uitgestorven dieren sinds de aankomst van de europeanen al vrij lang, de lijst met uitgestorven dieren door de maori is welhaast twee maal zo lang. Nou hebben ze ook wat meer tijd gehad om dat te bewerkstelligen, maar desalniettemin laat dit zien dat het romantische idee van de "nobele wilde" die in harmonie leeft met de natuur toch echt een sprookje is. Om net zo veel of meer uit te roeien als 18, 19 of 20e eeuwse westerlingen moet je toch wel behoorlijk tekeer gaan dacht ik zo.
Natuurlijk wist iedereen die een beetje nadacht dit allang. Overal waar de mens in wat voor sociale vorm dan ook opdook heeft deze een grote impact gehad op de ecosystemen. Voor indianen in Noord en Zuid Amerika zijn net zulk soort verhalen op te hangen.
De condities in Nieuw Zeeland ten tijde van aankomst van de eerste mensen waren ook erg bijzonder, en vroegen er eigenlijk ook bijna om om kapot gemaakt te worden. Zoals ik al eerder schreef, zijn zoogdieren de grote afwezigen hier. Ze komen er gewoon niet voor, om de simpele reden dat Nieuw Zeeland al geisoleerd was van de rest van de wereld tegen de tijd dat zoogdieren ontstonden.
Nadat de dino's massaal het loodje legden, kwamen er overal op de wereld ecologische niches vrij die al heel snel ingenomen werden door de zoogdieren. Op Nieuw Zeeland werden deze, bij gebrek aan zoogdieren, vooral ingenomen door vogels.
Om een of andere reden waren daar nauwelijks predatoren bij. De meeste dieren waren dus gewoon niet gewend aan predatoren die ze opvraten - en de predatoren die er waren waren ook vogels, en kwamen dus uit de lucht en niet van de grond. Het aantal vogelsoorten dat het niet meer zo nodig vond om nog te kunnen vliegen is dan ook opvallen groot. Maar dat maakt je natuurlijk erg kwetsbaar als er dan een soort komt die en zelf jaagt, en een hele batterij aan grondpredatoren meeneemt zoals ratten, en in latere instantie katten, honden en egels.
Dat de evolutie hier een enorm gat had laten liggen, moest natuurlijk vroeg of laat eens een keer mis gaan. Was de mens er nooit aangekomen, dan was op zeker moment wel eens een andere soort in dit gat in de niches gedoken, en hadden al die onbevangen soorten de keuze gehad tussen of uitsterven, of mee-evolueren. Nadeel van de mens was dat het allemaal zo snel ging dat mee-evolueren geen optie was, dus restte er niets dan uitsterven.
Enkele van de uitgestorven soorten:
MOA
De bekendste is wel de moa. In werkelijkheid betrof dit een stuk of tien soorten. Het waren gigantische loopvogels, varieren van een centimeter of 40 in grootte tot meer dan 3 meter hoog. Ze werden zwaar bejaagd door de maori, en omdat ook hun habitat vaak platgebrand werd, was het binnen enkele tientallen jaren gedaan met deze vogels. Archeologen hebben in bepaalde vroege maori-nederzettingen de restanten van meer dan 4000 gedode moa gevonden.
Haast´s eagle
Dit was de grootste roofvogel ooit, groter dan de nu grootste californische condor. De vleugelspanwijdte was meer dan 3 meter, en hij woog 13 kilo. Hij leefde waarschijnlijk vooral door te jagen op moa. Vanwege het uitsterven van de grote prooidieren stierf deze vogel uiteindelijk ook snel na de komst van de maori uit.
Adzebill
Een bizar soort loopvogel die ook tot 80 cm groot kon worden, en 16 kilo zwaar kon worden. Hij was helemaal nergens aan verwant, al zag hij er een beetje uit als een enorm soort waterhoen. Ook dit dier is door de jacht van de maori´s uitgeroeid.
new zealand goose
een enorme niet-vliegende gans van 18 kilo zwaar. Ook een te makkelijke prooi voor de maori.
new zealand raven
Raven kwamen hier dus duidelijk toch voor. En ze konden ook vliegen. Maar ze waren stom genoeg om hun nesten op de grond te bouwen, hetgeen hun einde betekende toen de maori aankwamen. Niet zozeer omdat ze direct vervolgd werden door de maori, maar vanwege de polynesische rat die door de maori ingevoerd is.
Het lijstje is natuurlijk nog vele malen langer te maken. Om de beschuldiging van eenzijdige focus voor te zijn: later nog een verhaaltje over wat de Europeanen hier allemaal aangericht hebben.
woensdag 1 december 2010
creatieve explosies
Ibrich zit op het kinderdagverblijf hier. Dat is elke dag van 9 tot half 3. Meestal komt ze thuis met een enorme hoeveelheid tekeningen, die we dan ook stuk voor stuk moeten bekijken.
Gister kwam ze thuis met een stuk of 15 tegelijk.
Deze tekening had ze gemaakt in 1 minuutje op een kladje, terwijl ze op skype-verbinding met patette wachtte.
Abonneren op:
Posts (Atom)