Een van de bijzonderste plekken van onze weektrip met Saskia was naar White Island. Dit is een vulkaaneiland zo'n 50 km uit de kust van Tauranga, in de Bay of Plenty. Inderdaad, die baai waar het schip Rena de witte kusten zwart van de olie dreigt te maken, maar waar wij dus niets van gemerkt hebben.
Het is Nieuw Zeelands enige actieve zeevulkaan, en je mag er alleen onder begeleiding naar toe. Nou kan ik hier een heel verhaal over de interessante historie gaan overtypen, maar het aardige van internet is dat je daar ook naar kunt linken, dus dat doe ik dan maar, want dat scheelt een hoop typewerk.
's Ochtends om 9 uur moesten we aantreden voor de excursie, en werden we in een bootje geladen - samen met een stuk of 25 andere excursiegangers. Kinderen enthousiast, iedereen vol verwachting, het was ook nog best zonnig, al stond er een stevige bries. Ik had al eerder geschreven dan deze novembermaand hier gekenmerkt werd doordat we met het hele land in een soort van windtunnel zaten die continu hele of halve stormen over alles en iedereen heen joeg. Deze dag naar White Island was gelukkig een dag met een dip in de windkracht - slechts windkracht 6.
Vijftig kilometer over zee met windkracht zes op een bootje van 8 meter lang - dat hebben we dus geweten. Zodra we uit de beschutting van de kleine rotseilanden voor de kust waren, ging het loos. Ik had eerst nog met Jitse leuk voorop de boot gezeten, uitkijkend over het water. Dat was er nu niet meer bij: je kon je nauwelijks staande houden, moest je heel goed vasthouden omdat je anders alle kanten opgeslingerd werd, en als je aan de verkeerde kant van de boot zat of voorop kreeg je regelmatig een fikse plens spatwater over je heen. Dus maar naar binnen.
Maar binnen zitten met zo'n zee is ook geen pretje, dat merkten we al snel aan onze magen. De arme Ibi was er het ergst aan toe; maar met mij ging het ook niet zo heel best, en ook Ingeborg voelde zich niet heel fris. Jitse en Saskia leken het minst aangedaan.
We snappen nog steeds niet hoe het kan dat die verdomde Rena nou nog niet doorgebroken is, als deze golfslag het gevolg was van een relatief rustige dag.
Maar goed, aan alles komt een eind, en na anderhalf uur varen lagen we in de beschutting van White Island, en iedereen had wonder boven wonder z'n maaginhoud binnen kunnen houden. Ik zat me daar nog steeds ernstig op te concentreren (binnenhouden van maaginhoud), me ondertussen vertwijfeld afvragend waar we aan begonnen waren, terwijl iedereen in groepjes met een rubberboot naar het eiland gebracht werd.
Van eindelijk stevige grond onder de voeten knapte iedereen snel op, dus konden we met frisse moed aan de excursie beginnen. Echter, wel met de juiste uitrustig: dichte schoenen, een helm en een gasmasker zijn verplicht op het eiland. Die dichte schoenen was voor mij nog wel een probleem; ik draag al maanden maar heel af en toe eens schoenen, en dan altijd teva's; dichte schoenen heb ik hier niet eens. Dus we hadden speciaal van Huub (van Nienke) bergschoenen geleend - welke helaas net een maatje te klein waren.
Jitse was trouwens ook bepaald niet blij met het gasmasker, maar hij was wel degene die het het meest op had, want met de zwaveldampen was hij nog minder blij. Het werd er volgens de kinderen ineens een heel stuk leuker op toen er snoepjes uitgedeeld werden tegen door zwaveldamp geinduceerde keelpijn - en iedereen mocht zo veel en zo vaak snoepjes pakken als hij wilde - dus zo werd het ook voor de kinderen toch nog een fijn tripje.
Morgen een hele reeks foto's van het eiland zelf; die spreken meer dan woorden.
De terugreis over de golven was voor mij eigenlijk meer bizar dan dramatisch. Ik weet niet hoe het komt - misschien omdat ik me er op ingesteld had? Misschien de juiste mentale houding gevonden? Ik ben achterop het schip gaan zitten op een bank, in de frisse lucht, net uit het spatwater, en heb gewoon het verstand op nul gezet en afgewacht tot we er waren. En... geen enkel probleem!
Kotszakjes werden af- en aangedragen door het personeel, Ibrich kotste nog over de handen van een behulpzame excursieleider, en ik schat in dat de helft van de aanwezigen een flinke duit in het kotszakje heeft gedaan. De arme Ibrich zat op mijn schoot en hing daar meer dood dan levend, maar we hebben het gehaald.
De volgende keer de fotoreportage.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten