zondag 30 december 2007

Spiderman vs Dr Octopus

Jitse is natuurlijk helemaal weg van Spiderman, zoals dat gebruikelijk is voor jochies van zijn leeftijd. Hij heeft zelf spidermanslippers uitgezocht, en natuurlijk heeft hij ook een spidermanbroek en een spidermanshirt. Ooit moesten we voor hem een spidermanfilm huren bij de DVD-verhuur in Porto Alegre, maar dat was minder een succes: na 15 minuten kwam er een beverig stemmetje: "Ik vind het niet jeuk...". Hetgeen echter zijn verdere enthousiasme voor spiderman niet mocht drukken.

Dat deed ons ook denken aan die keer toen Jitses vriendje Jason (nog in Nederland was dat) met z'n favoriete DVD aan kwam zetten om die bij Jitse te bekijken: Predator, een enge aktie/vechtfilm van het genre waarbij de spanning je als een bloedzuiger de film inzuigt zolang het duurt, maar wat je achteraf met een leeg gevoel achterlaat wegens een tamelijk gebrek aan inhoud. Zover liet Jitse het niet komen: na dik vijf minuten klonk het ook al beverig "Ik vind het eng, ik vind het niet jeuk..." en werd de film stopgezet.
Daarna ging Jitses favoriete film er in: dat was, en is nog steeds "de Serengeti", een natuurfilm door Jitse steevast aangeduid als "De Jeeuwefilm" (Leeuwefilm). Nu zat Jitse te genieten, maar vriendje Jason wendde zich na drie minuten al zwaar verveeld af en ging zitten tekenen, en vond het verder niet de moeite waard om zo'n saaie film nog een blik waardig te gunnen.

Sinds kort heeft Jitse de computerspelletjes op internet ontdekt. Hij speelt eigenlijk alles wat los en vast zit, als het maar beweegt en reageert op geklik. Een van z'n favoriten op dit moment is LaserBeanz, een soort puzzel waarbij je met spiegels een andere attributen een laserstraal moet richten om ruimteschroot op te ruimen. Best ingewikkeld, maar hij doet het verrassend redelijk voor een kind van 4.

De vreugde was gister groot toen hij een lekker volslagen fout computerspel op internet ontdekte, waarbij je als Doc Ock (een van de tegenspelers van Spiderman) gebouwen in elkaar kunt slaan een politiehelikopters uit de lucht kunt meppen. Hij komt natuurlijk nooit voorbij het tweede level, maar dat je ergens op kunt klikken en er gebeurt iets, dat is al prachtig.

Naar aanleiding van dit spel ontwikkelde zich de volgende conversatie.

Jitse: Pappa, Doc Ock is een schurk!
Rinke: Ik vind Doc Ock een held en Spiderman een naar vervelend dwarsliggertje. En die politie ook, net als Doc Ock weer lekker een paar gebouwen kapot ramt, komen ze weer dwarsliggen.
Jitse: NEEEEE, Doc Ock is een schurk en spiderman is een held.
Even stil...
Jitse: Maar Pappa, Doc Ock bestaat niet echt hè?
Rinke: Nee, die bestaat niet echt, het is allemaal nep. Allemaal verzonnen.
Jitse: En Spiderman bestaat ook niet echt hè?
Rinke: Nee, die bestaat ook niet echt.
Jitse: Maar Spiderman bestaat nu niet, maar later bestaat hij wel.
Rinke: Huh? Hoezo dat?
Jitse: Nou, omdat ik later, als ik groot ben, Spiderman word!

zaterdag 29 december 2007

sinterklaas uit Nederland

Een paar dagen geleden bracht de post ons een grote verassing. Een doos vol met pakjes en lekkere dingen uit Nederland, van onze buurtjes daar. De kinderen hebben genoten, en waren in alle staten en wij waren diep geroerd. Op zo'n moment voel je hoe ver weg je bent, maar toch ook dichtbij.
Na deze poetisch filosofische overwegingen lieten wij ons, vergezeld van onze braziliaanse buren, de speculaas en schuimpjes goed smaken...
Dank je wel sinterklaasjes!



vrijdag 28 december 2007

Kwijl, wat bonen en een oktopus

Laatst had ik het al over de krant - die je beter niet kunt lezen omdat je er meestal bepaald niet vrolijker van wordt. Een voorbeeld van zo'n somber stemmend stuk las ik laatst: Mariah Carey verdringt Wham! van de eerste plaats in de kerstplaten top 50- en dat niet in één top, maar in twee verschillende. Diepe zucht.
Ik vraag me dan echt af wat zulk soort mensen die op dit soort banale benepen braafburgerlijke kitsch stemmen nou zouden opvoeren als hun favoriete boeken. Op 1 de speciale dubbeluitgave uit de serie doctersromans nummer 724, met welliefst twee romans in één, getiteld "Hartstocht aan de operatietafel / De prins in de witte jas"?? Welke "Suske en Wiske en de kakelende kerstkalkoen" net van de eerste plaats in die top verdreven heeft? En het mooiste schilderij ooit gemaakt vinden ze dan zo'n plaatje van een zigeunermeisje met grote donkere oogjes en een spoor van traantjes op het linkerwangetje? Gevolgd door een coca-cola-poster van een gul lachende kerstman?
Ik vond die top 2000 die elk jaar om deze tijd uitgezonden wordt - met eeuwig en altijd dezelfde uitgekauwde stukken er in - al een excercitie in braafburgelijkheid, maar het bleek dus nog veel en veel erger te kunnen.

Hier in Brazilië hoor je gelukkig niet veel van zulk soort uitgekauwd gedoe - hier kauwt men anders. Omdat elke derde auto hier een megaset boxen heeft welke de hele achterbak vullen en die zo een heel festivalterrein zouden kunnen bedienen, en omdat bepaalde Brazilianen niet doorhebben dat een volumeknop ook kan dienen om muziek zachter te zetten, krijg je aardig mee wat men mooi vindt hier. "Westerse popmuziek", in de betekenis van anglo-saksisch georienteerd overbekend hitparadespul, dat hoor je hier niet zo veel, maar toch weer wel - namelijk in een gesambade of gebossanovade versie vertolkt in het Braziliaans-portugees. Het klinkt feestelijker dan het gekwijl van Wham!, maar het zou toch echt te ver gaan om net te gaan doen of dit nou wel uitmunt in creativiteit en originaliteit.
(Helemaal hilarisch werd het trouwens vanmiddag, toen een hele familie de auto moest duwstarten, omdat die grote boxen in de achterbak de accu helemaal leeggezogen hadden...)

Natuurlijk moet er in Brazilië ook goede muziek gemaakt worden, alleen ik kom het eerder in Nederland tegen dan hier - maar dat zal wel aan mijn kanalen liggen. Mijn lijfblad Gonzo is lyrisch over de Braziliaanse post-punk - ik niet, als er een genre is dat ik haat dan is dat wel de punk die doorgaans gemaakt lijkt volgens het principe "we willen een band oprichten. Oh, niemand kan zingen of een instrument bespelen? Nou dan wordt het dus punk.". Verder zijn er natuurlijk oudgedienden als Cetaeno Veloso, Chico Buarque en de hele familie Gilberto. Onbekendere artiesten lijken in eigen land net zo onbekend als daarbuiten (Nana Vasconcelos, Orixa dreams, Uakti, etc).

Als ultieme wraak op Mariah Carey en Wham!, bij wijze van uitzondering maar eens erg grappige muziek besproken die niet stijf staat van de kitsch. Het heeft niets met Brazilië te maken, behalve dan mijn asociaties, en dat ik het hier in Brazilië gedownload heb van internet via soulseek - ja, dat is illegaal, en ja ik zou meneer Vert best willen steunen, maar vertel mij maar eens waar de dichtstbijzijnde plantenwinkel hier is waar dat te krijgen is. Bovendien wordt die heisa om praterij van de platenindustrie wel erg relatief als je ziet dat ze hier op elke tweede straathoek open en bloot illegaal gekopieerde cd's en DVD's verkopen. Ongetwijfeld zijn er hier ook wetten tegen, maar, zoals al eerder in deze blog al genoemd, het begrip handhaving kennen ze niet in Brazilië.

VERT - SOME BEANS AND AN OCTOPUS



Vert is Adam Butler, en deze plaat begon met een muzikanten-nachtmerrie: Op een kwade dag werd er in z'n opnamestudio ingebroken, waarbij de boel totaal leeggehaald werd - inclusief alle computers, opnames en backups van de muziek die hij tot nu toe gemaakt had. Hij had helemaal niets meer, en kon van voren af aan beginnen. Maar, om met een filosofisch voetballer te spreken: elk nadeel hep se foordeel, en Vert besloot zichzelf compleet opnieuw uit te vinden en het daarbij helemaal over een andere boeg te gooien - juist omdat hij door dit voorval minder afhankelijk van de computer wilde zijn bij het muziek maken.

Zijn eerdere platen vond ik al uitermate boeiend (het prachtig getitelde Nine types of ambiguity bij voorbeeld), hoewel deze aan de doorsnee burger niet besteed zullen zijn (experimenteel electronisch instrumentaal gefreak).

De nieuwe plaat, "Some beans and an octopus", is echter compleet anders dan wat we van Vert gewend zijn; en trouwens ook helemaal anders dan enige andere plaat uitgebracht: een bizarre, humoristische smeltkroes van stijlen, ragtime piano, potten-en-pannen-en-keukenvaatwerk-percussie, flarden bigband, jazz-saxofonen en af en toe een schaduw van z'n oude electronische werk die naar boven komt borrelen.
Van de 1001 stijlen is Ragtime wel de meest prominent aanwezige - maar wel zo dat het soms nauwelijks als zodanig herkenbaar is vanwege de hilarische wendingen die Vert er aan geeft. Het knappe is dus dat Vert - behalve zichzelf helemaal opnieuw uitvinden, wat al een verdienste op zich is - in staat is om je te laten boeien door stijlen en genres waarvan je dacht dat je er nooit naar zou luisteren.

In oktober veel op de mp3-speler gehad tijdens de lange ritten onderweg naar hier - eindeloze lange wegen door een leeg land, met het heel melancholische nummer "octobre" in je oren... En het ligt niet (alleen) aan de mooie titel van de cd (voor wie het niet wist: oktopus is mijn maanpad). Voor mij blijft die muziek altijd de associatie houden van onze trip naar Ilhéus.

donderdag 27 december 2007

5 x 10 = ??

Martin (12) is een hele pientere jongen, maar gaat zoals al gezegd niet naar school. Het antwoord op de vraag waarom dat zo is ontwijkt hij, evenals zijn grote geheim dat ons gaanderweg toch steeds meer op ging vallen. Martin kan namelijk nauwelijks lezen, en nog minder schrijven. Ook rekenen gaat hem slecht af. Dit viel op in het internetcafé waar ik hem mee naar toegenomen had om hem te leren e-mailen. Voor een gratis hotmail account moet je 18 zijn, en toen ik hem vroeg een geboortedatum te bedenken die hem 18 jaar zou maken, moest hij mij het antwoord schuldig blijven. Zijn geboortejaar wist hij ook niet te noemen, maar dat komt hier wel vaker voor. Onze buurvrouw in Porto Alegre had bijvoorbeeld de zelfde geboortedatum als haar zus, terwijl zij toch ongeveer een jaar in leeftijd verschilden. Maar moeder was vergeten wie van de twee het eerste gekomen was, en ook de dag wist ze niet met zekerheid te zeggen. Toen ze zich op een gegeven moment gingen registreren voor een identiteitsbewijs had de ambtenaar derhalve maar een datum geprikt.

Martin is een meester geworden in het verbloemen van zijn analfabetisme. Hij schaamt zich ervoor want als hij het aan zijn vriendjes vertelt lachen ze hem keihard uit. Dus heeft hij het er liever niet over.
Rinkes vader maakte zich er al boos over. Van die jongen komt niets terecht, zei hij. Wat voor kansen heeft dat kind nou, als hij niet naar school gaat? Wij probeerden hem daarin een beetje bij te sturen. School is echt niet zaligmakend, er wordt een boel tijd verdaan op school, en veel enthousiasme en leergierigheid in de kiem gesmoord. Als een kind maar kan lezen, schrijven en rekenen, en pienter en leergierig is, kan het zijn eigen weg wel vinden. En er is altijd nog tweede kans onderwijs, toch?

Maar als je niet kunt lezen en rekenen zoals Martin? Dan is er niet veel redelijk betaald werk dat je kunt doen. Zelfs om bediende in een van de talrijke kleine winkeltjes te worden, moet je dat toch kunnen.

Of niet? Het niveau van het winkelpersoneel is vaak ook bedroevend laag. Zo ontving ik een zeer uilige blik van het meisje in de winkel waar ik vandaag 10 balpoints a 50 cent wilde betalen met 5 reaal. Vervolgens ging ze met de rekenmachine controleren dat het totaalbedrag inderdaad 5 reaal was.

woensdag 26 december 2007

Kleine praktijk aan zee

Nu de zomervakantie begonnen is, is Ilhéus plots een druk en bruisend stadje geworden. Overal lopen toeristen, en het strand en de pousadas zijn goed gevuld. Dit vertaald zich natuurlijk ook in een toegenomen aantal kleine ongelukjes, en andere plotseling ontstane kwalen. Gister en vandaag had ik nog best een paar ehbo klusjes te doen. Een jongetje van een jaar of 4 die plotseling gillend van pijn de zee uitrende. Op zijn kleine handje een paar rode strepen waarop zich snel kleine bultjes begonnen te vormen. Mijn conclusie was een kwallesteek. Je ziet hier regelmatig kleine "Portugees Oorlogsschip" die zijn aangespoeld. Meteen in de azijn, en vervolgens een verbandje erom, een lollie en een paracetamol. Een half uur in de azijn, daarna bakpoeder erop, dat erafschrapen met een scherp mes en weer in de azijn ( Merck manual) was wat teveel gevraagd met een volkomen overstuur brullend kind, en ongeveer 10 zich ermee bemoeiende familieleden. Iemand in een bekertje laten plassen en dat erover heen gooien schijnt ook een optie te zijn, maar niets helpt toch erg goed, en de azijn vond ik wat eleganter.

Vervolgens nog twee diepe sneden door kapotte tegeltjes in het zwembad. Twee kinderen met chloorogen (uren in het zwembad geravot, en met de ogen open onder water gezwommen), Rinke met een verstopt oor (het cerumen door de oorproppen in Salvador lekker aangestampt, en vervolgens door het zeewater opgezwollen), een stekende moedervlek, een ontsteking onder een kies (bij mezelf), welke plotseling doorzet (nét met de feestdagen natuurlijk).
Het kerstfeest (hier met gebed, en een diner van kalkoen en druiven gevierd om twaalf uur 's nachts, waarvoor wij ook waren uitgenodigd) werd feestelijk afgesloten met een "baby die in het zwembad was gevallen". Aangezien er ondanks het late uur nog steeds veel kinderen rondliepen rende ik naar het zwembad, en dook ik voordat ik het wist het donkere water in om het heftig spartelend wezentje te redden. Een baby was het wel, maar hij was bijzonder harig en had even later een hevig kwispelend staartje.

De volgende dag werden mijn heldendaden van de kerst weer even goed in perspectief gezet door Jitse.
Jitse: Mama. Ik heb zo'n pijn aan mijn beentje.
I: Helaas lieverd, ik kan er niets aan doen.
Jitse: Maar mama, jij bent toch dókter? die kan toch álles?
I: Ja, maar sommige dingen kan ik niet.
Jitse: Maar een échte dokter dan?
I: Maar ik ben toch een échte dokter..
jitse: Ja, maar een echte goede dokter dan???

dinsdag 25 december 2007

De krant

Zo af en toe lees ik de Nederlandse krant op internet, om zo "in den vreemde" nog enige voeling te houden met wat er speelt in Nederland. Het aardige is dat veel kranten op internet tegenwoordig ook de mogelijkheid hebben om op berichten te reageren en commentaar te leveren, hetgeen ik dan soms ook niet nalaten kan. Vaak zijn het niet eens zozeer de nieuwsberichten zelf die de moeite waard zijn (ik ben van mening dat een behoorlijke krant regelmatig zou moeten besluiten om die dag maar niet te verschijnen, gewoon omdat er geen "nieuws" is) - vooral de reacties van andere lezers zijn interessant en geven een uitstekend beeld van wat er leeft in Nederland.

Echter, zo "aardig" is het allemaal niet met dat beeld dat je krijgt van Nederland: het lijkt behoorlijk afgegleden tot een ranzig intolerant land, waar zat idioten enerzijds helemaal op tilt slaan zodra het woord "moslim" ergens in een artikel staat, en soms zelfs letterlijk laten blijken dat ze zo bereid zijn om de knuppels en hakmessen uit de kast te halen om achter de eerste de beste volksmenner aan te rennen in een volgende kristalnacht - en waar anderzijds diezelfde idioten bij een ander artikel zitten te roepen om barbaarse straffen die rechtstreeks uit de Sharia gekopieerd zijn. Vanuit Brazilië, waar de mensen sowieso heel vriendelijk zijn, en waar je als buitenlander helemaal positieve belangstelling geniet in plaats van uitschot te zijn, klinkt dat allemaal erg opgefokt en onaangenaam.
Helemaal als je al het gezanik leest: de ontevredenheid, het gekanker dat het land ten onder gaat aan dit of dat, terwijl Nederland het meest geordende, minst corrupte, meest veilige en op 7 na rijkste land ter wereld is. Ik krijg niet de indruk dat men hier zo zanikt, of het moet aan m'n nog te gebrekkige portugees liggen.

Die veiligheid en georganiseerdheid van Nederland heeft wel z'n prijs, en dat zie je vooral als je naar de chaos hier kijkt. Natuurlijk heeft het nadelen als een auto op de weg ongeveer uit elkaar dondert van ellende; natuurlijk heeft het nadelen als iedereen per definitie minstens 20 km/h bij de maximum snelheid optelt, en natuurlijk heeft het nadelen dat er hier geen fietser is die bij donker een licht op z'n fiets heeft, en dat er geen politieman is die zich daarvoor interesseert. Maar als je leest dat de Nederlandse politie akties houdt, en tot de kerst besluit om maar niet twaalfjarige jochies die voetballen op straat een boete te geven (of een dubbele boete, want een ID tonen kunnen die schurkjes natuurlijk ook niet) dan zie je ineens het mooie in van de chaos van een land als Brazilië.

maandag 24 december 2007

Guarana.........

Ik zal even een echte opwekkende bomba Bahiana voor jullie maken zei ik, en mixte banaan, guarana poeder, kaneel, honing door elkaar in de blender. Guarana is een braziliaanse bes, met een hoog gehalte aan caffeine. Dit was om half zeven 's-avonds voor we naar de kermis gingen. Nodeloos te zeggen dat Rinke er helemaal niets van gemerkt heeft, maar dat ik zelf snachts om twee uur maar uit bed gegaan ben omdat ik toch niet kon slapen... Het effect was pas de volgende dag om vier uur uitgewerkt.
Tsja, je bent gevoelig voor caffeine of je bent het niet...

zaterdag 22 december 2007

Gelukkig nieuwjaar

Hier is het natuurlijk geen nieuwjaar, dat hebben we een half jaar geleden al gevierd. Hier is het midzomer. Maar omdat het nu in Nederland wel nieuwjaar is toch even een gelukkig nieuwjaar gewenst voor iedereen die dit leest.

Een tikje bizar is het wel dat ook heel Ilhéus in een soort opgewonden kerstbui is. De winkels zijn tot diep in de avond open zodat mensen kerstinkopen kunnen doen; etalages zijn - bij 30 graden overdag - ingericht met nepsneeuw, kerstmannen met arresleeën, en versierde kerstbomen, en er is een complete kermis met botsauto's, een reuzenrad en verscheidene draaimolens.

Gister zijn we tot groot genoegen van Jitse op die kermis geweest met 5 kinderen op sleeptouw: Jitse en Ibrich natuurlijk, en daarnaast buurjongen Matheus (10), en vriendjes Martin (12) en Lotus (6). Een waar feest; elk kind mocht drie keer ergens in, en afsluitend nog een keer op de Pula-pula van Thomas de Zwitser.

Martin & Lotus zijn twee semi-straatkinderen waarmee we het goed kunnen vinden. Hun moeder (46) is een uitzonderlijk vage, op het voorhoofd getatoeerde hippy die armbanden en andere snuisterijen op straat verkoopt, en die best aardig is, maar er mijns inziens wel een tamelijk raar wereldbeeld er op na houdt - bij elkaar hangend van "spirituele" bijgeloven zoals wel vaker voorkomt in die kringen. Elk van haar zes kinderen heeft uiteraard een andere vader, van wie er geen enkele op enige wijze in beeld is. Drie van de kinderen wonen nog bij haar, 2 zijn al groot en een is heel jong overleden.

Vorige week zouden ze nog met z'n allen op de fiets vertrekken naar de andere kant van Brazilië, maar dat ging ineens niet door. Misschien wegens het feit dat Martins fiets gejat was en er geen geld voor een nieuwe was. Toch zijn ze toen verhuisd omdat ze de huur van 150 reaal (inclusief) per maand niet meer konden opbrengen - dat is 60 euro per maand. Nu wonen ze ergens gratis - wat waarschijnlijk neerkomt op kamperen op een gekraakt terrein.

Tot grote ergernis van mijn vader gaan beiden niet naar school; hier in Brazilië is weliswaar leerplicht, maar volgens goed Braziliaans gebruik is er wel goede wetgeving, maar handhaving heeft men nog nooit van gehoord - ook iets dat je hier in het verkeer dagelijks ziet - dus er is geen haan die daar naar kraait. Desalniettemin is Martin een slim en leergierig joch die altijd open staat om iets nieuws te leren, en Lotus is echt een vriendje van Jitse, en een heel erg lief, zorgzaam jongetje.

Gister waren ze hier op bezoek, opgehaald door Ingeborg met de bus, en lekker met z'n allen wezen ravotten in het zwembad, vervolgens lekker zelf gebakken broodjes gegeten met z'n allen, om af te sluiten met kermisbezoek in de stad. We zijn van plan ze veel vaker uit te nodigen.

dinsdag 18 december 2007

Kattengejank

Onze buurjongen van de pousada in Salvador stapte in zijn auto terwijl ik de bus aan het inladen was. Hij startte de auto, en een vreselijk bizar geluid kwam uit de motorkap, alsof er een krolse kat met een stuk piepschuim aan het vechten was.

Nou komt het hier wel vaker voor dat een motor in dergelijke staat is dat hij bizarre geluiden voortbrengt, maar hier was toch meer aan de hand. Dat van die kat bleek namelijk aardig te kloppen, toen er even later een jong katje onder de motorkap vandaan kwam kruipen, en zich snel uit de voeten maakte. De buurjongen keek erg verbouwereerd, en de buurvrouw en ik moesten erg lachen.

Dat katten hier blijkbaar wel vaker de schrik van chauffeurs vormen, bleek wel uit het opschrift achter op een vrachtwagen waar we een stuk achter reden op weg van Salvador terug naar ons huis in Ilhéus. Meestal staan hier nogal religieuze teksten, maar deze vrachtwagen had het volgende opschrift: "livrame de tudo mau" - bevrijd me van al het gemiauw. ;-)

maandag 17 december 2007

Afscheid

We zijn weer met z'n vieren. Gister (zaterdag) Patette naar het vliegveld gebracht. Ibi moest helemaal huilen bij het afscheid; ze had heel goed door dat PaTette weg gingen. Jitse zei op de terugweg in de auto: "Nu hoef ik niet te huilen, maar als we thuis komen ga ik huilen".

zaterdag 15 december 2007

De stad die nooit slaapt

Vanaf het begin was het doel om in deze stad aan te landen, en nu is het dan gelukt: Salvador, ooit de hoofdstad, nu de derde stad van Brazilië, en volgens sommigen de meest bruisende. We zijn hier gekomen op Patette naar het vliegveld te brengen. Het is één uur 's nachts, en we zitten in de Cidade Alta, welke gelegen is op een bergrug die honderd meter boven de lage stad en de haven uittorend. En precies aan de voet van die helling bevind zicht een kloosterachtig gebouw met een ruime binnenplaats, waarom een man of duizend samengeschoold zijn om de kunsten van een locale band aan te horen. De herrie van dit concert schalt heerlijk omhoog en dendert onze kamer binnen alsof we ter plekke tussen het publiek zitten. En dat is luid, zeker als je slapen wilt en het muziek is die je bepaald niet boeit.

We waren gewaarschuwd: in de zomermaanden is het in Salvador in het historisch centrum nooit stil. Dus dachten we slim te zijn, en vlak buiten het historisch centrum in de cidade alta te gaan zitten, in Carmo. Op nog geen 100 meter van de historische geselplaats van slaven, Largo Pelhourinho, hetgeen uiteraard het middelpunt van alles is, want slaven geselen dat is natuurlijk iets wat centraal diende te gebeuren, duidelijk zichtbaar voor iedereen als goed voorbeeld.






De historische binnenstad, de Pelhourinho, is behalve dat het op de Unesco wereld-erfgoedlijst staat, ook nog een gekkenhuis. Smalle steil omhoog gaande kinderkopjeswegen, omzoomd door kleurige, vaak in meer of mindere staat van verval verkerende koloniale gevels. Elk tweede huis is een artisenaria waar ze schilderijen, souvenirs, of muziekinstrumenten verkopen, en elk derde huis is een restaurant, eettent of bar. Elke tien meter wordt je aangeklampt door iemand die je hetzij in een restaurant wil lozen, hetzij ruitenwissers voor je auto probeert te verkopen (of tassen geheel bestaand uit rits, of chocolade, of... of...), hetzij zit te bedelen, hetzij en ga zo maar door. Vanaf elke straathoek tettert muziek op je af, of via de speakers van een platenwinkel, of door een Bahiaanse drumband die menen de acoustiek van de historische gevels te moeten gebruiken voor hun oefensessies op straat.




WC-papier is handig spul. Twee velletjes opgerold tot een kokertje, en door midden gebroken, levert een stel uitstekende oorproppen op. Het schijnt dat het concert tot drie uur in de nacht voortgeduurd heeft, maar dank zijn deze oorproppen heb ik uiteindelijk toch nog goed geslapen.

En de bruisende levendigheid van zo'n miljoenenstad is best leuk - maar twee dagen is meer dan genoeg voor ons provinciaaltjes; daarna werkt de chaos & de herrie ons op de zenuwen, en verlangen we weer terug naar onze ingeslapen provinciestadjes. Zoals Ilhéus, daar aan het strand, in onze Cabana Paraiso Tropical, waar je 's nachts alleen de branding hoort brullen, en de wind die de palmbladen doet klapperen.


Gestrand

We hadden al zo'n 300 km gereden, maar Salvador zouden we net niet halen zonder pech: ineens was er een zachte, doffe bonk te horen, en schoot het acculampje aan op het dashboard. Als simpele ziel ben je geneigd te denken "ach, een lampje, wat zou dat zijn", maar omdat de auto nog gewoon rijdt, denk je er verder niet bij na en ga je over tot de orde van de dag, namelijk doorrijden. Niet doen dus bij zo'n oud model VW, want lampjes die spontaan aangaan is iets wat alle alarmbellen moet doen afgaan. Ingeborg commandeerde mij dan ook onmiddelijk de berm in, en naar bleek maar goed ook. Het pullywiel bleek afgebroken: dit wiel is nodig voor de koeling en voor de dynamo - doorrijden levert het risico op verbrande zuigers op. Verder rijden kon dus niet, op 10 km voor de boot naar Salvador.

Gelukkig stonden we op nog geen 100 meter van een monteursbedrijf, en op nog geen 100 meter van een eetgelegenheid. Daar het toch zo ongeveer eetpauze was, togen Patette met de kinders aan het eten, en wisselden Rinke en Ingeborg elkaar af bij de monteur.

Gelukkig is zo'n wiel redelijk makkelijk te demonteren en te vervangen, al kostte het enige moeite om de juiste maat te vinden. Zodat we toch nog zonder al te veel tijdsverlies de veerboot naar Salvador op konden rijden.

Van PaTette had Jitse bij hun aankomst een pakket met autootjes van de ANWB gekregen: een reddingshelikopter, een sleepwagen, en een ambulance. Die avond zat hij in ons gehuurde appartement in Salvador daar heerlijk mee op de vloer te spelen: "OOOh, het pullywiel is er af. Waar is het pullywiel. Er moet een nieuwe op. Heb jij al een nieuw pullywiel gevonden? Nee nog niet, ik ga het ophalen."

donderdag 13 december 2007

Onbegrijpelijke toeristen

PaTette moesten naar het vliegveld in Salvador, want hun bezoek kwam ten einde. Dus besloten we er een trip van te maken: met z'n allen in de bus, 400 km, en onderweg nog een tussenstop op een plek die beviel.

Die plek werd Camamu: een havenstadje aan rivier die ter plekke uitliep in een delta-labyrinth van eilanden en brede rivierarmen. Bij laag water vielen de boten droog, en kwam de H2S-walm vanuit de mangrovewouden de stad en de hotelkamers in drijven; bij hoogwater was er een levendig verkeer van boten.

Na enig zoeken en onderhandelen hadden we iemand gevonden die ons op een trip door het labyrinth mee wilde nemen in z'n boot. Een mooie trip, die echter wel alleen over de brede rivierarmen voerde, en die niet echt de nauwe labyrinthkanaaltjes midden tussen de mangrove
in dook. Van de beloofde vogels hebben we evenmin veel gezien. Desalniettemin genoot Jitse, want hij mocht flinke stukken aan het roer staan, en voelde zich daardoor een hele kerel.

Dus de volgende dag wilden we dan echt het labyrinth in. Opnieuw iemand gevonden die ons wel mee wilde nemen. Het bootje leek ons wat te veel diepgang hebben maar de man verzekerde ons dat het wel ging.
Helaas, de hele trip zaten we in afwachting: wanneer zouden we nou die nauwe kanaaltjes ingaan. Nog maar eens een keer gevraagd. We zouden dan nu een andere rivier opvaren die wel echt smal werd.

Uiteindelijk werd het best een aardige trip, maar niet wat we wilden: opnieuw alleen maar over de brede rivierarmen, en langs de stranden. De man zei uiteindelijk dat hij het verkeerd begrepen had. Alle smalle kanaaltjes waren hier te ondiep; daarvoor hadden we meteen bij het verlaten van de haven de andere kant op gemoeten, en dat had alleen vanmiddag bij hoogwater gekund. Dus vroegen we hem maar om rechtsomkeerd te maken; we hadden al anderhalf uur gevaren, en nu moesten we nog anderhalf uur terug.

Die lastige toeristen ook: toeristen willen gewoon per definitie langs de stranden varen, en daar kom je via de brede rivierarmen. Dat ze dat stinkende moeras inwillen past blijkbaar zo erg niet in het plaatje, dat de boodschap gewoon niet over komt.

woensdag 12 december 2007

Het betoverde meer

Op een mooie zondagochtend togen we naar het betoverde meer (Lagoa Encantada). Waar het was was ons lang behoorlijk duister, maar na enig vragen waren we er achter gekomen dat het langs de weg naar Itacaré zou moeten liggen. Vervolgens vond ik zowaar een routebeschrijving op internet, waar precies uitgelegd werd waar de afslag Lagoa Encantada dan precies was op deze weg: bij kilometerpaal 14, tegenover de ingang van Condominio Sabor Atlantico.

Daar aangekomen stond er zowaar zelfs een bordje: het bleek nog 14 km over een piste te zijn, die verrassend goed was hier en daar. We kwamen aan bij een dorp bij de oever van een meer tussen de heuvels: Lagoa Encantada. We stopten bij een huisje waar een oude man Mango's verkocht, maar voor we die de weg hadden kunnen vragen kwam er al iemand op ons af die zich aanbood als gids. Omdat we voor de echt mooie plekken ook naar de overkant moesten, en het toch wel een gezoek kan zijn naar de routes, besloten we voor deze keer maar eens wel een gids te nemen. Jairio heette hij, en hij bleek z'n vak goed te verstaan: niet te veel opdringen, prettig in de omgang, enthousiast maar niet overdreven.

Met een bootje togen we op weg over het meer. Ibi wilde natuurlijk niet stil zitten, en heeft de hele overtocht van een half uur zitten worstelen om los te komen - met als ultime doel om op kamikaze-achtige wijze ver over de rand van de boot te kunnen gaan hangen - , dit alles tot zichtbare verontrusting van Jairio, die al voor zich zag dat hij een wild spartelend kind uit het water zou moeten gaan redden.

Na de tocht over het wijdse meer voeren we een stuk op een door dichte begroeiing omgeving rivier, omgeven door spiegelglad water. Veel ijsvogels hier, en natuurlijk de nodige zwaluwen. De rivier liep uit tot een brede poel waar twee watervallen in uit kwamen: één hoge smalle, en een brede vrij lage.

Bij deze laatste kon je zwemmen, en Jairio deed dat eerst voor: over de stenen glibberend, naar het diepe stuk, en daar kon je achter de waterval gaan zitten. Jitse vond dat natuurlijk heel eng, maar toch wel zo spannend, dat hij dat ook wilde, dus daarom dan maar met pappa er op af. Zo spannend was het dat hij me half verzoop zo klemde hij zich aan me vast, waardoor het me ook niet lukte om tegen de stroom van het water in te komen om bij de onderkant van de waterval te komen. Maar na een nieuwe poging, waarbij Jitse verstaan was gegeven dat hij alleen maar mijn hand vast mocht houden, lukte het wel.





Uiteindelijk is Jitse drie keer achter die waterval geweest, één keer met mij en twee keer met Ingeborg, en iedere keer ging het makkelijker. De laatste keer zwom hij er helemaal zelf naar toe, met z'n kikkerslag die hij thuis in het zwembad geleerd had.


dinsdag 11 december 2007

uitstapjes

Nu het dan eindelijk mooi weer is hebben we verschillende uitstapjes gemaakt in de buurt. Het eiland van de dromen waar de tijd leek stil te staan, het ecopark Una (met oa een heus "boomkronenpad" bleek te zijn, en "het betoverde meer". Bij het betoverde meer hebben we lekker in een rivier gezwommen, en konden we een kijkje nemen achter een van de watervallen.

En vanmorgen hebben Rinke en ik " lekker even zonder kinderen", gekanood op een van de rivieren die Ilheus rijk is. Achteraf gezien hadden we de kinderen best mee kunnen nemen want erg diep was het water niet. Regelmatig zaten we met de peddels aan de grond, tussen de uitgestrekte mangroven bossen. Het was een heel bijzonder gezicht. Aan de wortels en luchtwortels hingen vaak grote klompen mossels, en op de modder ertussen krioelde het van de krabbetjes. Het waren er letterlijk miljoenen die daar lekker en tevreden rondscharrelden en dingetjes uit de modder aten.
Terwijl Rinke zich tot zijn buik in de blubber liet zakken om het bos van dichtbij te exploreren zat ik lekker in het zonnetje de beestjes te bestuderen. Er waren ieg een drietal soorten, aan de ene oever 2 soorten, en aan de overkant een andere. Sommigen hadden kleine witte scharen, die oplichtten als een soort boxhandschoentjes, anderen een reusachtige rode klauw, die ze een beetje doelloos meesleepten terwijl ze met kleine armpjes onder aan hun bek (volgens Rinke zijn het geen armpjes) van alles naar binnen propten. Ook waren er krabbetjes met rode harige poten. En wist je dat krabben ook gewoon vooruit kunnen lopen? alleen als het snel moet schieten ze ineens opzij en duiken in hun modderholletjes.

Zoals het jullie niet zal verbazen blijft er weinig tijd over om te internetten of aan de weblog te werken. Maar om het een beetje goed te maken hier een paar fotootjes.



zondag 9 december 2007

Het eiland van de wensen, Het betoverde meer, en het strand der wonderen

Tripjes maken in Brazilië is lastig, zeker als je zelfstandig aangelegd bent en niet je lot in handen van een tour-organisatie wilt leggen, en geen zin hebt in braaf achter een ongeinspireerde gids aan te hobbelen die voor de zevenduizendste keer in z'n leven weet te vertellen dat dat rotsblok daar de vorm heeft van een op z'n rug liggende olifant.
Maar ja, hoe kom je er dan? Het toeristenbureau van Ilhéus ligt zeer centraal, maar van de zo'n veertig keer dat we er nu langs gekomen zijn, hebben we het welgeteld één maal geopend aangetroffen. Kaarten kunnen Brazilianen blijkbaar niet lezen; na veel moeite is het me gelukt een kaart van de stad Ilhéus te bestellen; kaarten van de regio zijn er gewoon niet. En er bestaan wel internetsites met prachtige foto's en beschrijvingen van de mooiste gebieden in de omgeving, maar een uitleg hoe er te komen volstaat meestal met "boek een tour bij Joao".

Omdat we na al dat gezoek op websites naar routebeschrijvingen naar "Het eiland van de wensen" of "Het betoverde Meer" nou ook wel eens wilden weten hoe het er in het echt uitziet, probeerden we informatie in te winnen op de manier zoals dat blijkbaar gaat in een land als dit: via contacten, en heel veel vragen onderweg.

Zo kwamen we na twee keer er langs rijden uiteindelijk aan bij "Het eiland van de wensen", een stukje kust dat door twee armen van een rivier omgetoverd was tot een eiland, en waar je met een veerpontje naar toe kon. Best grappig, maar persoonlijk vond ik het minder indrukwekkend dan de naam deed vermoeden.

Ook hadden we het "ecopark van Una" uitgezocht via internet. Op de website stond dat je er alleen met gids in kon, en van te voren een afspraak moest maken, dus als dat dan echt niet anders kon moest dat dan maar. Volgens de website was het alle dagen van het jaar geopend behalve 's maandags, maar zo eenvoudig ligt dat natuurlijk niet in Brazilië, want de persoon aan de telefoon verzekerde ons dat het alleen op vrijdag en zaterdag open was. De afspraak werd gemaakt voor half negen 's ochtends de eerste de beste vrijdag.

Zo gezegd zo gedaan; en zowaar stond er zelfs een bord bij de afslag; daar bleek het nog 6 km hotsen over een verschrikkelijke piste, hetgeen uiteindelijk net zo lang duurde als die 50 km over asfalt die we daarvoor hadden afgelegd om hier te komen. Aangekomen in het park hing er een mooi bord over de weg dat ons welkom heette, en ook als snel vonden we een mooi ingericht bezoekerscentrum met informatiepanelen, en - vrij uniek voor Braziliaanse begrippen - goed onderhouden! Maar niemand in de wijde omtrek te zien. We vroegen ons nog af of we wel goed zaten, want aan het begin van het hotspad was een splitsing geweest: links naar het bioreservaat van Una, rechts naar het Ecopark van Una, en het kan maar zo zijn dat je als leek en eenvoudig toerist een ecopark met een bioreservaat verwart. Maar omdat niemand zin had om terug te gaan hobbelen, met het risico om vervolgens tot de ontdekking te komen dat dat niet had gehoeven, besloten we dan maar op eigen houtje het ecopark in te gaan - die gids hadden we toch al niet veel zin in gehad, en het scheelde ook nog in de entreegelden (hoewel we best hadden willen betalen voor het onderhoud van het mooie gebied, maar ja, er was gewoon niemand).

Zo gezegd zo gedaan, en eerst togen we een stukje langs de rivier langs een smal pad, waarbij het oerwoud er omheen verwoede pogingen deed om het pad terug te eisen. Hetgeen vooral dankzij het gras wat er op stond goed lukte: dit gras had naar beneden staande, erg scherpe minescule haartjes, zodat wanneer je er met blote huid langs streek je net-wel-net-niet je huid er aan open haalde. Overdaad schaadt, en tegen zoveel natuur waren we niet opgewassen, zodat we besloten om het andere pad dat ik gezien had uit te proberen.

Dit pad voerde ook door het oerwoud, en was meer een succes: het bleek het officiële excursiepad te zijn wat we dus alleen met gids af mochten lopen. We zaten dus toch goed: het ecopark was dus geen bioreservaat.

En het moet gezegd: het pad bleek een prachtig, goed beloopbaar pad, goed onderhouden, met af en toe wat informatieve bordjes (maar niet te veel), en wat ook belangrijk was: het gras bleef braaf buiten de gebaande paden op z'n plek staan zonder ons in onze voortgang te hinderen. Er bleek een watervalletje langs te liggen waarin we konden poedelen, maar de hoofdattraktie was toch wel het "boomkronenpad". Ons eigen Drenthe kent ook zo iets, en hoewel dat dichter bij onze woonplaats in Nederland ligt dan Una van ons huis in Ilhéus ligt, moet ik tot mijn schande bekennen daar nooit geweest te zijn.

Het boomkronenpad van Ilhéus was hoog en slingerig, en bestond uit een met netten omspannen smal plankenpad dat van woudreus naar woudreus voerde, enkele tientallen meters boven de grond. Hoogtevrees moest je er niet voor hebben, en het slingerde behoorlijk als je er over liep, maar het was beslist veilig, goed onderhouden en knap uitgevoerd. Alleen de term "boomkronenpad" is misleidend, want in zo'n oerwoud zijn de bomen dermate hoog dat dit pad, hoewel behoorlijk hoogtevreesopwekkend, nog niet eens tot halverwege de woudreuzen komt. Vooral Jitse vond het prachtig, en wilde er eigenlijk niet weg.

Het oerwoud waar het hier om gaat is echt oerwoud, maar niet het alom bekende tropisch regenwoud. Aan de kust is het oerwoud hier van het type "atlantisch woud", of "Mate Atlantica" op z'n Braziliaans. Het belangrijkste verschil is dat het een stuk droger is; in de Amazone regent het veel en veel meer dan hier in de droge regionen van Brazilië. Het regenwoud ken ik niet, dus ik kan niet vergelijken, maar de bomen in het Atlantisch woud waren indrukwekkend genoeg.

Al met al was Una een geslaagde trip, ondanks (of dankzij?) het niet op komen dagen van de gids op de gemaakte afspraak. Maar daardoor hebben we ons wellicht des te meer vermaakt.

Verder zijn we nog bij het "Betoverde Meer" ("Lagoa Encantada") geweest, aan de andere kant van Ilhéus - maar dat is weer een ander verhaal; daarover later meer.

dinsdag 4 december 2007

Slagveld

Wij naieve dwazen dachten dat als het hier al eens regende, het dan weliswaar een stortbui kon zijn, maar dat het dan normaliter ook een uurtje of twee later wel weer zonneschijn zou zijn. Nou dat hebben we geweten.

Was het twee weken terug nog een week lang donker en miezerig weer, de afgelopen week zijn we getracteerd op dusdanige stortregens dat we ernstige gevoelens van "déjà-vu" begonnen te krijgen - ook al omdat we toen we destijds in Frankrijk in Goudargues wegspoelden bij een overstromingsramp ook samen met mijn ouders waren. Saillant detail is dat het slechtere weer precies begon op de avond dat ze aankwamen. Het water stond nog maar twee centimeter onder de bovenrand van het zwembad; was het nog hoger gekomen dan was het waarschijnlijk linea-recta onder onze deur doorgestroomd en hadden we de onderverdieping moeten ontruimen.

En dan is het nu ineens sinds twee dagen weer stralend weer, en kruipen wij uit onze muf ruikende holen, verdwaasd met onze oogjes tegen het felle zonlicht knipperend. Gisteren alles gewassen, want dat kon niet de afgelopen twee weken, omdat als het water binnenshuis al van de muren druipt vanwege het overdadige vocht, je niets nog droog kunt krijgen.

Maar ons "lijden" is niets vergeleken bij dat van die arme Brazilianen die de strandtenten hier beheren. In Ilhéus zelf komen namelijk vier aardig grote rivieren bij elkaar om daar uit te monden in de zee, en verder zijn er ook nog wat kleinere rivieren die hier en daar aan deze kust in zee uitmonden. Vanwege de overvloedige regenval is het waterniveau aardig gestegen, en zijn er gigantische hoeveelheden moerasplanten losgespoeld. Al dat spul ligt nu kilometers lang in grote hopen op het strand, en zal waarschijnlijk de komende dagen aardig beginnen te rotten. Ook op zee zie je nog steeds in de verte grote tapijten met water- en moerasplantend drijven. Sinds het weer weer redelijk is, zijn de Brazilianen overal langs het strand volop in de weer met kruiwagens, rieken en scheppen om het strand weer een beetje toonbaar te maken, voor als binnenkort de grote drommen toeristen komen om van hun kerstdagen te genieten. Een enkeling doet dappere pogingen om de enorme hoeveelheden plantaardig materiaal in een container te proppen, en anderen heb ik diepe kuilen in het strand zien graven om daar de rommel in te dumpen.