Na een zeer nat weekend bleek het maandagochtend opgehouden met regenen, maar omdat het nog steeds loeihard waaide, besloten we nog maar een extra dag en nacht in Praia Azul te blijven.
De volgende dag, dik 200 km verder, kwamen we in Garopaba, een stadje dat erg toeristisch is in het hoofdseizoen, maar waar nu vrijwel alles dicht was. Aan het strand was het erg fris vanwege de nog steeds stevige wind, maar de duinen waren erg hoog, en iemand was zo goed geweest om een erg bovenmaatse schommel te bouwen, waar we dankbaar gebruik van maakten.
Die avond hebben we voor het eerst "wild" gekampeerd in onze bus. De verbouw van bus tot bed was toch nog wel wat gedoe, maar uiteindelijk ging het allemaal prima. We stonden op een plek die door de mensen van de toeristeninformatie en door wat omwonenden aangeduid was als "jungle camping", hetgeen dus betekent dat je er niks betaalt, dat er alleen een veldje is met een oprit, en verder noch hek, noch omheining, noch toezicht, noch kranen, noch toiletten, en noch campinggasten.
Alhoewel, dat laatste is niet helemaal waar, want de volgende ochtend bleek dat er aan de andere kant van het duin toch een rudimentair toiletgebouwtje was, met een kraan aangesloten op een regenwatertank, en 3 wc's met het verzoek die netter achter te laten dan je die aantrof. En, zowaar, er bleek ook een visser in een tent te huizen, die meer een permanent bewoner leek dan een vakantieganger, maar die verder geen enkele aanstalten maakte om zich met ons te gaan bemoeien (hetgeen wederzijds was).
Ondanks alle verhalen hebben we die nacht van boeven en struikrovers niets gemerkt. Hoewel zo'n plek die toch aardig in de verlatenheid ligt wel aantrekkelijk kan zijn voor gespuis, leek de omgeving erg rijk, en had niemand ook de moeite genomen om ons te waarschuwen voor deze plek, terwijl het in dit land toch een beetje de gewoonte is om een diepgewortelde angst voor nachtelijke rovers te laten blijken - dus meenden we dat het wel zou kunnen. De plek lag aan een rivierachtige lagune, en bij een onverharde weg die over een brug voerde.
De volgende ochtend bleek het behoorlijk rijk aan allerlei wild en gevogelte. De boom waar we onder stonden werd regelmatig gebruikt als uitvalsbasis voor baltsvluchten van Fork-tailed Flycatchers, vogeltjes ter grote van een pimpelmees maar met een gevorkte staart met twee absurd lange uiteinden eraan - langer dan het hele beestje zelf. Daarnaast Tropical Parula, veel verschillende soorten zwaluwen, en wat soorten lijsters. Bovenop de electriciteitspaal langs de weg (heel Brazilië is vergeven van de laagspanningsleidingen op palen) werden we de gehele periode dat we ons busbed weer omtoverden tot een normale bus om in te rijden, gadegeslagen door een zwarte gier - en dat is best lang, gezien het feit dat dit de eerste keer was dat we dit toverkunstje uithaalden, en bepaald nog niet geoefend waren.
Vervolgens ging die zwarte gier mij ook nog uitdagen, door provocerend met z'n vleugels gespreid boven op die paal te gaan zitten. Dit kon ik natuurlijk niet over m'n kant laten gaan, en even later stond ik langs de kant van de weg met m'n camera en telelens. Maar er kwam een jongen voorbij op een mountainbike, die wat gek naar me omkeek, toen de brug overfietste, en ineens enthousiast begon te wenken. In de rivier bleken drie otters te zwemmen; ik heb er twee gezien, en het meest wat ik van ze gezien heb was het bellenspoor, maar toch!! Ik heb die twee zelf ook heel even gezien.
Net toen we na een mooie tocht door de duinen een duik in de zee wilden nemen (althans, ik misschien, want het was toch erg fris; en Ibi heeft de hele terugweg zitten te brullen omdat ze de zee niet in mocht), kwam een een zeer zure bezwangerde lucht aanzetten van over zee. Al snel begon het te miezeren.
En dat is bepaald niet beter geworden. 's middags leek het nog even op te knappen, maar toen we opnieuw een poging deden tot wandeltocht, en we net de bus gingen uitladen, begon het opnieuw te miezeren, en stond me er toch een poolwind, dat we allebei zoiets hadden van "WEGWEZEN!".
En nu zitten we dan 100 km verder, in Florianópolis, en die regen is alleen maar harder en harder geworden. We zitten in een goedkope poussada in één van de uitlopers van de stad, aan een lagune, op het eiland "Santa Catharina". Florianópolis is de hoofdstad van de deelstaat "Santa Catharina" (heet dus - al dan niet toevallig - net zo als dat eiland, maar is natuurlijk heel wat groter), en de stad ligt voor het grootste deel op dat eiland, waarmee het via een brug verbonden is met het vaste land. Het is de rijkste stad van Brazilië, met een levensstandaard die ongekend hoog is voor het land. Het is er vergeven van de toeristenvoorzieningen, al krijg ik de indruk dat dat voornamelijk Braziliaanse toeristen zijn plus zo nu en dan een enkele Amerikaan of Argentijn, want de meeste Europeaanse toeristen gaan naar het Noorden van het land. Hoewel het nu laagste-van-het-laagste-laagseizoen is was het verkeer al aardig druk, dus mijn verwachting is dat het hier hartje zomer vooral vakantievieren in de file is.
Nou schijnt het eiland ook erg mooi te zijn, met meer dan 100 verschillende stranden en strandjes, druk of rustig, beschut of wijds, afgelegen of vlakbij; en daarnaast hoge duinen, mooie lagune's en ook nog relatief veel bos en zelfs verlaten stukken. Maar ja, of we er wat van zullen zien is maar de vraag. Al die regendruppels op je autoruit bevorderen het uitzicht niet, en om nou de bus uit te gaan met dat weer is ook niet heel aanlokkelijk. Volgens het weerbericht wat we vanmiddag in het internet-café opgezocht hadden, zou het vandaag buiig zijn, en morgen de hele dag regen - en daarna ZONNIG. Maar aangezien we vandaag eigenlijk al het grootste deel van de dag gewoon regen gehad hebben, in plaats van buien, kan dat twee dingen betekenen: óf het wordt morgen nog veeeeeel erger, óf alles is een beetje al te overijverig in naar beneden vallen, en alle ellende van vandaag was eigenlijk bedoeld voor morgen, zodag die zonnige dag misschien ook wel te vroeg komt. IJdele hoop???
Als het morgen ook de hele dag plenst, houden we Florianópolis voor gezien, en maken we gebruik van het slechte weer voor de lange zit dwars overstekend naar de Argentijnse grens. De ellende is alleen dat er hier in dit land nauwelijks kaarten van wegen te vinden zijn - en gek genoeg op benzinestations langs de weg al helemaal niet. Het is me al vaker opgevallen dat in grote delen van de wereld mensen helemaal niets met een kaart kunnen; hier is dat blijkbaar dus niet anders.
donderdag 27 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten