zondag 30 september 2007

Sitio do Pinhalzinho

Omdat het gisteren nogal laat geworden was met onze zoektocht naar een nieuw slot voor onze achterdeur, besloten we om vlak na Caçador al een overnachtingsplek te zoeken. Het was inmiddels redelijk lekker weer, dus toen we aan de kant van de weg een bordje zagen staan met Camping hoefden we hier geen twee keer over na te denken.

Een smal aarden weggetje leidde ons tussen de dennen en araucaria’s, meertjes en wat huizen naar een wit hek, met daarnaast de tekst Sitio Pinalzinho. Abierto (“Dennetjesplaats”, “open”). Ik was nogal onder de indruk van het hek, dat met een tweetal grote kogellagers, en een tuinslang op een zeer stevige en soepeldraaiende manier was uitgevoerd. Maar dat was niets vergeleken bij het paradijsje wat we daarna binnenreden. Tussen goed verzorgde grasveldjes, visvijvers en grote oude bomen (platanen en eucaliptus, araucaria’s en diverse soorten dennen zagen wij een prettig huis met daarbij een speeltuin. De eigenaresse dona Iraci, een struise vrouw van rond de zestig ontving ons zeer hartelijk, en wees ons een kampeerplek aan de overkant van een redelijk groot meer. Een prachtplek, met daarbij een klein overdekt barbequeplaatsje en een eigen toilet. Maar terwijl ik erheen reed en een begin maakte met het inrichten van de bus voor de nacht, liet Rinke zich half en half door de dona overhalen om toch maar onze intrek te nemen in haar logeervertrek annex minimuseum.

Toen hij mij van het aanbod kwam vertellen, vond ik dat stiekem wel een beetje jammer, want het was een prachtig plekje, maar aangezien er ook allerlei kindertjes rondliepen, en de mensen erg vriendelijk leken, zou het natuurlijk veel leuker zijn voor Jitse en Ibrich, dus alles maar weer teruggeladen in de bus.

Het logeervertrek bleek de bovenste verdieping van het huis, met een eigen veranda, keuken, drie slaapkamers, badkamer, en een als museum ingericht vertrek. Langs de wanden en in een grote vitrinekast allerlei voorwerpen uit de familiegeschiedenis van de familie. Overgrootvader was afkomstig uit Spanje, en overgrootmoeder uit Italie, en hadden zich met veel ijzer en vlijt een bestaan gewrochten, waarvan de grote stamper met vijzel, ijzeren kookpotten, strijkijzers, naaimachines, getuigen waren. Ook fotos van de kleinzoon die (gehuld in bombacha (pofbroek) met een lasso paarden aan het vangen was (op een wedstrijd). Jitse moest natuurlijk ook meteen zijn bombacha-broek aan, en stapte hier trots mee rond wat iedereen hier natuurlijk prachtig vond.

Midden in de nacht hadden we nog wel even een angstig akefietje. Plotseling werden Rinke en ik wakker van een zeer merkwaardig geluid. Het leek wel een poltergeist, een getril van iets wat we niet konden thuisbrengen. We zaten meteen beiden recht op in bed, en riepen, wat is dit? En hoorden het klagerige stemmetje van Jitse: “Help! Ik hang met mijn hoofd naar beneden”! Terwijl ik uitbed sprong donderde hij al naar beneden uit het stapelbed. BAFFF. Hij was op zijn hoofd op de grond gestuiterd, en gaf pijn aan aan zijn linkerslaap. Meteen Rinkes T-shirt in koud water gedoopt om te koelen, terwijl we ook dona Iraci al naar boven hoorden stommelen. Heel kordaat nam ze de situatie op en ging op zoek naar ijs.

Ondertussen hield ik Jitse goed in de gaten. Een klap op de slaap kan namelijk gevaarlijk zijn voor een intercraniele bloeding. Je ziet dan van buiten misschien niets, maar minuten tot uren later (soms zelfs weken later) kan zoveel druk worden opgebouwd (door het bloed wat niet weg kan) dat het fataal kan zijn. Nu is dit natuurlijk vaker het geval bij oudere mensen die door arteriosclerose brossere vaten hebben, maar het zal je maar gebeuren, midden in de nacht in de middle of nowhere. Wat er dan moet gebeuren is een gaatje in de schedel maken, zodat het bloed eruit kan, en de druk afneemt. Maar zelfs al is er dan een (electrische) boor in huis, waar precies moet je dan boren?

De rest van de nacht heb ik dus Jitse periodiek wakker gemaakt om te checken hoe het er mee stond, maar hij bleef gelukkig kraakhelder. De volgende dag hoorden we trouwens van Ines, hulp in de huishouding die hier met haar man en kinderen op het terrein woont, dat een neefje van haar van een trap gevallen was, en door een bloeding in de schedel ernstig geestelijk gehandicapt was geraakt. Hij herkende zelfs zijn moeder niet meer. En dat jongetje was ook 4. Een ongeluk zit in een klein hoekje.

Maar gelukkig was met Jitse dus alles goed. Om zeven uur s’ochtends stond hij al op ons bed te springen omdat hij wilde paardrijden. En Ibrich? Zij had door alles heengeslapen.

Vandaag hebben we een heerlijk zonnige relaxte dag doorgebracht. Rinke heeft nog paard gereden, en de kinderen hebben heerlijk gespeeld. Er waren 3 jongens van 8, 10 en 13 en een meisje van 1,5 van Ines en Paulo, nog een jongetje van 3, kleinzoon van dona Iraci, en later kwamen er nog een paar grotere kinderen. Jitse was meteen kind aan huis, bij de jongens, en Ibrich liep al snel hand in hand over het terrein met het kleine meisje, terwijl ze het ook met het jongetje van drie goed kon vinden.

Wel moest ik ondertussen nog even terug naar Caçador, want ons nieuwe slot bleek tijdens de inzetprocedure door de vriendelijke Eduardo, dusdanig geforceerd, dat de achterdeur van de bus niet meer open te krijgen was. Het slot (namaak VW) paste namelijk niet helemaal. Maar drie keer is scheepsrecht, en met een paar ringetjes ertussen, en weer een nieuw onderdeel kreeg Rinke het weer voor elkaar. De zoveelste aanwijzing dat je het toch echt beter zelf kan doen.


(Sitio do Pinhalzinho
SC 451 km 19 Caçador
Santa Catharina.
Tel 9981 - 1115)

Geen opmerkingen: