zondag 21 oktober 2007

Bahia!

Al zijn we dan nog niet in Salvador, we hebben in iedergeval de deelstaat Bahia bereikt. Onze kilometerteller staat nu op 56900. Toen we de dag voor vertrek de olie van de bus lieten verversen in Porto Alegre, schreef de vriendelijke pompbediende een kaartje uit met de km stand (51888). We moesten niet vergeten na 5000 km de olie te verversen.

Bij het passeren van de grens van Minais Gerais met Bahia veranderde de mooie asfaltweg letterlijk op de afscheiding in een kuilige weg waar in het asfalt grote gaten zaten. Omdat het zand eronder felrood was, leken het wel grote schaafwonden.
Eventjes kregen we het benauwd, en dachten we dat het zo nog wel eens heel lang kon duren voor we de kust zouden bereiken, maar al snel werd de weg weer zo goed dat er hele stukken 80 of 90 km per uur kon worden gereden. Door ons althans, want de overige weggebruikers, inclusief vrachtwagens meenden op de bochtige weg toch minstens 130 km per uur te moeten kunnen halen. Alhoewel de weg een stuk opknapte, was het gedrag van andere automobilisten reden voor menige adrenalinestoot.

Het heuvelachtige landschap kreeg op een gegeven moment een bizar aanzicht doordat er plotseling enorme steile stenen bergen in oprezen. Zó steil dat er bijna niets op de hellingen groeit. Als ik ze zou moeten beschrijven zou ik ze vergelijken met grote stenen zwarte puddingen, zó uit de vorm.
De overige natuur was behoorlijk groen en weelderig. Veel bananen, palmen, bamboe en hoog gras. In verhouding met Minais Gerais zagen we weinig brandjes, en we passeerden veel rivieren.

Maar de bevolking is schrikbarend arm, behalve misschien op de grote Fazenda's die we ook passeerden. Ook passeerden we een aantal kampamenten van de MST (organisatie van landlozen, die af en toe een stuk land kraken van een grootgrondbezitter, en daar dan hun groente op gaan verbouwen. Tot de grootgrondbezitter met z'n privélegertje komt). De rode vlag fier wapperend aan een lange bamboestok. Maar hoe deze mensen, behalve aan voedsel aan water komen... Ook individueel hadden velen langs de weg hun hutje gebouwd van bamboe en leem; waarschijnlijk was de berm van de snelweg overal van de overheid. Bij heel veel van die hutjes stond een bordje : precisamos de alimentos. Ajudanos! (wij hebben voedsel nodig, help ons! En dan was er in de berm een afdakje gebouwd waar je iets achter kon laten. De auto's raasden er allemaal met grote snelheid voorbij. We zagen niemand stoppen en ook zelf stopten we niet, want op het benzinestation waar we dachten wel iets te kunnen krijgen om tenminste een van deze families mee te verblijden verkochten ze alleen ijsjes en blikjes coca cola.

Geen opmerkingen: